HET VALT MIJ OP.....filosofische kritiek

november 1976


 

denken,filosofische kritiek,twee maal twee is vier,waarde,waardevrij,waarheid,wetenschap,wetenschappelijk feit,wetenschappelijke kritiek,wijsgerige kritiek.

 

 

 

Terug naar: de Startpagina    

 

 

HET VALT MIJ OP.....

 

dat het aantasten van de waardigheid van de wetenschap, zoals die zich in onze wereld ontwikkeld

heeft, door vele mensen bepaald niet in dank wordt afgenomen.

Ik ervaar steeds weer dat ik op de een of andere manier heiligschennis pleeg als ik,

in welk verband dan ook, kritiek uitoefen op de wetenschap.

 

Men zou het niet als heiligschennis ervaren als die kritiek “wetenschappelijke kritiek” was.

D.w.z.: kritiek die zich bepaalt tot het aantonen van fouten in theorieën of hypothesen.

In zo'n geval ontstaat er hoogstens een discussie tussen de mensen die voor de bekritiseerde theorie

zijn en die mensen die het met de geleverde kritiek eens zijn.

En die discussie verstomt als het wetenschappelijk onderzoek nieuwe feiten aan het licht brengt,

zodat zowel voor- als tegenstanders genoodzaakt zijn hun zaken opnieuw in slagorde te brengen.

 

Waarom stuit ik dan wel op zoveel weerstand als ik met “wijsgerige kritiek” kom,

een kritiek die zich doorgaans niet richt op deelproblemen binnen het gehele

wetenschappelijke complex, maar op problemen die de wetenschap als zodanig betreffen.

 

Het antwoord op deze vraag is eenvoudig:

 

als je filosoferend komt tot kritische uitspraken over de wetenschap, dan pleeg

je daarmee een aanslag op haar WAARDE, en omdat die waarde verankerd ligt in onze cultuur

wordt die aanslag gevoeld als een aantasting en een miskenning van het enig betrouwbare in de mens:

zijn redelijk en logisch denken. Het is dus de moderne wetenschappelijke mens zelf,

die je “op zijn ziel trapt” met je kritiek. Dat het hierbij inderdaad om iets “zieligs”  gaat is

te verklaren uit het feit dat de kritische aanslag zich richt op een cultuuraspect.

Zich dus richt op iets dat een mens bij zijn geboorte ingebakken krijgt als “het erfgoed”

van zijn voorvaderen. Dat erfgoed speelt zijn rol in het leven - doorgaans meer als een

“erfelijke belasting” dan als een “goed”.... Het speelt zijn rol buiten alle redelijk denken om;

het motiveert de mensen zonder dat zij zich hiervan bewust zijn.

Het programmeert vrijwel onmerkbaar ook het denken van de mensen.

Wij, moderne mensen, mogen  graag roepen dat de wetenschap “waardevrij” dient te zijn.

Wij doelen daarmee gewoonlijk op invloeden van buitenaf en daarop kunnen wij inderdaad niet

genoeg attent zijn:

de grote ondernemingen bepalen meer en meer het programma van de universiteiten.

Zij bepalen in veel gevallen welke onderzoekingen wel en welke niet zullen worden uitgevoerd.

Dat kan gemakkelijk: je omschrijft nauwkeurig waarvoor je geld ter beschikking stelt.

 

Voor wat daarbuiten valt zijn eenvoudig geen fondsen beschikbaar.

Gevaarlijker echter dan de “uitwendige” programmering is

de hierboven bedoelde.

Niet alleen dat hierdoor een groot gedeelte van de werkelijkheid als object van onderzoek

genegeerd wordt, maar vooral omdat aan datgene dat wel onderzocht wordt in veel gevallen

een onredelijke waarde wordt toegekend. We zijn het tegenwoordig allemaal eens over de uitspraak

“twee maal twee is vier”. Behalve dat we hiermee een bepaalde waarheid te kennen geven betekent die

uitspraak voor ons nog zoiets als: “onttrek je niet aan iets dat logisch en onbetwistbaar is”.

Maar, zelfs als wij oprecht bereid zijn die onbetwistbare waarheid te laten gelden,

dan nog blijft het feit bestaan dat die waarheid voor de éne mens een andere waarde heeft

dan voor de andere mens.

 

Voor de vrek betekent het heel iets anders dan voor de moeder met vier kinderen:

voor de revolutionair in Zuid-Amerika iets anders

dan voor de agent van de CIA.

 


Ik nam nu een eenvoudig “wetenschappelijk feit”, maar bij verder onderzoek blijkt

dat het bovenstaande voor alle wetenschappelijke feiten geldt.

 Het vaststellen dat het atoom splijtbaar is betekent voor de chef van de generalestaf

de mogelijkheid van een nieuw wapen, voor de pausen dezer wereld een nieuwe aantasting van

hun heiligheid, en wellicht voor een aantal medici grotere mogelijkheden om zieke mensen

te helpen. Daarom: het is de waarde die uiteindelijk bepalend is inzake de waarheid.

 

Het is onze (onbewuste) waardering die bepaalt of en in hoeverre onze wetenschap

voor de dag komt met waarheden. De logica van de wetenschap zelf staat wat

dit betreft machteloos. Willen wij toe naar een wetenschap die basis en baken kan zijn voor

onze menselijkheid,  dan zullen wij ons als eerste ernstig moeten verdiepen in de ethiek

van de wetenschap. Wij zullen moeten onderzoeken in hoeverre onze eigen cultuur onze

wetenschappelijkheid vervormt.

Om een dergelijk onderzoek te kunnen plegen moeten wij allereerst de ruimte

in onszelf zoeken maar dat is voor de moderne mens een opvallend moeilijke opgave...


 

 

No. 70 - november 1976

 

 

Bovenstaande tekst is geschreven:  door Jan Vis, filosoof.

 

Terug naar: de Startpagina    

Artikel werd geplaatst in de uitgave "IN NIETS NEUTRAAL" No.70 – november 1976 van De Vrije Gedachte te Rotterdam.

Aangezien de filosofie er niet is voor enkele bevoorrechten, maar juist voor alle mensen, is het citeren uit dit artikel zonder meer toegestaan.

Bronvermelding wordt echter wel op prijs gesteld.

 

 

website analysis
website analysis

website analysis
online hit counter