De Vrije Gedachte No. 168- juli/aug. 1986
verkiezingen.
Terug naar:
de Homepage van Rob van Es voor méér informatie
Naar andere artikelen: zie o.a. trefwoorden Verkiezingen
Help mee om deze site
te promoten. Vertel het uw…!
(Adres
luidt: http://home.planet.nl/~rwvanes )
In de Lage Landen, gelegen aan een van de
noordelijke zeeën, werden, lang geleden, om de vier jaar verkiezingen gehouden.
Dan gingen de mensen met een briefje in de hand naar een zogenaamde 'bus', om
daar weer een ander briefje te krijgen, waarop de namen van de grootste
bandieten, die het land kende, vermeld stonden. De bedoeling was om met het
rode Rijkspotlood, dat met een speciaal touwtje aan een soort van lessenaartje
was bevestigd, een stip te zetten bij de naam van één van de bandieten. Door nu
die stippen te tellen kon men berekenen wie door de mensen het minst
gewantrouwd werden en die mochten dan vier jaar lang de baas spelen, een
spelletje dat in die dagen zo populair was dat men er zelfs een
wetenschappelijke studie van ging maken. Het behoeft dan ook niet te
verwonderen dat men na verloop van tijd over een dermate geraffineerd systeem
beschikte dat alleen nog de wetenschappelijk geschoolde bandieten het spel
enigermate konden meespelen. Daarbij was het de kunst het zo in te
kleden, dat zowel de bandieten als het volk tevreden gesteld werden. Alleen dan
kon men als bandiet zijn gang gaan. Het volk verkeerde immers in de waan dat
het zelf de touwtjes in handen had. Dat was in niet onbelangrijke mate te
danken aan het feit dat men, zoals gezegd, eens in de vier jaar deel mocht
nemen aan het ritueel van het stippen zetten met het rode Rijkspotlood aan het
touwtje! Aan dit ritueel werd uiteraard grote waarde gehecht;
aanvankelijk verplichtte men de mensen er aan deel te nemen, maar later vergat
men het belang hiervan en men schafte die verplichting af. Verstandig was dat
niet, want nu was men ook nog genoodzaakt het volk naar de 'bus' te lokken
doormiddel van dure campagnes, die overigens door datzelfde volk betaald
werden. Zo hield het systeem zichzelf in stand en dat zou tot op de dag van
vandaag het geval zijn geweest als niet op een zeker moment - er zouden weer
eens verkiezingen gehouden worden - de hele zaak bij toeval aan het licht kwam.
Wat was er gebeurd? Enkele dienstweigeraars hadden, toen niemand het zag,
streng geheime wetenschappelijke documenten in een kast gevonden en deze onmiddellijk
door een progressief weekblad laten publiceren. Iedereen kon het lezen:
"Bandieten bedriegen het volk" Het volk reageerde als verpletterd, de
meeste mensen zaten verdoofd in hun huizen. Maar hier en daar hoorde men toch
ook jammeren:"Hoe hebben we zo stom kunnen zijn om te denken dat de door
ons gekozen bandieten plotseling fatsoenlijk zouden worden"en men hoorde
het kletsende geluid van mensen die zich voor de kop sloegen. Een enkele maal
ook werd een bulderend gelach waargenomen, onder andere in Appelscha, waar
toentertijd vaak asocialen bijeen kwamen. Het gevolg was echter wel dat niemand
meer met zijn briefje naar de zogenaamde 'bus' durfde en dat het nu de
bandieten waren die met de handen in het haar zaten: wie was er nu de baas en
wie niet? De reglementen gaven hierover geen uitsluitsel, omdat nooit iemand
had kunnen bevroeden dat zoiets mogelijk zou zijn. Ze waren zo zeker geweest
van hun zaak, die bandieten! Enkelen waagden nog een vertwijfelde poging: zij
zetten hun steken op, begaven zich op straat en riepen luidkeels dat zij de
baas waren. Maar de mensen reageerden niet, hoewel sommigen op de grond spuwden
en vroegen: "Wie ben jij dan wel? Maak dat je weg komt, bandiet!". En
het bleek verstandig dat maar te doen...
Intussen was het volk weer enigszins tot
zichzelf gekomen; de mensen gingen maar weer aan het werk en al gauw werd het
duidelijk dat alles veel beter ging. Natuurlijk waren er moeilijkheden,
bijvoorbeeld met de ambtenaren en de politie agenten, die gewend waren alleen
maar de bandieten te gehoorzamen. Zij moesten nu leren begrijpen dat zij
voortaan in dienst van het volk zouden staan. Ook de soldaten hadden moeite met
de nieuwe situatie. Tenslotte besloten zij echter om maar naar huis te gaan
omdat er niemand meer was die hun bevelen gaf. Maar voor het overige liep alles
op rolletjes. De mensen regelden hun zaken door er, op voet van gelijkheid,
uitvoerig met elkaar over te praten en iedereen de kans te geven op zijn eigen
manier de problemen op te lossen. Er is nooit meer een bandiet geweest, die de
kans heeft gekregen om ergens een 'bus' op te stellen, opdat de mensen, met een
briefje in de hand...
Bovenstaande
tekst is geschreven: door Jan Vis, filosoof.
Terug naar:
de
Homepage van Rob van Es voor méér informatie
Pagina's
zijn door mij uit het tijdschrift van De Vrije Gedachte No. 168- juli/aug. 1986
overgenomen.
Aangezien
de filosofie er niet is voor enkele bevoorrechten maar juist voor alle mensen,
is het citeren uit mijn werk zonder meer
toegestaan. Wel echter zou ik het op prijs stellen dat het citeren vergezeld
gaat van een duidelijke bronvermelding! (Jan Vis)
|