Terug naar:
de
Homepage van Rob van Es voor méér informatie
Bladwijzer:
Werkgelegenheid
Naar artikelen: Hoe zit het nou
met God ; het toenemend belang van het atheïsme ; Onvrijheid
; Veiligheid
; Waar gaat het in de mensheid nu wezenlijk om..?
;
Het zal wel aan niemand ontgaan zijn dat “het milieu” de nieuwe vlag is
die de dubieuze politieke lading van de verschillende partijprogramma’s moet
dekken. Dezer dagen werd bekend dat een onderzoek heeft uitgewezen dat Groen Links
het beste milieu-programma heeft. Of de kiezers dat
ook vinden moet op het moment dat ik dit schrijf nog blijken, maar eerlijk
gezegd vrees ik het ergste..Veel maakt het overigens
niet uit want de strekking van de verschillende partijprogramma’s belooft op
zichzelf al niet veel goeds voor de toekomst: het accent ligt op het afschaffen
van allerlei zaken met de bedoeling dat er minder vervuilende troep overblijft.
Men schijnt het voor vanzelfsprekend te houden dat het productieproces afval
blijft opleveren. Voor de toekomst geldt dus: “van hetzelfde minder”.
Zoals zo vaak leidt het moderne denken
weer eens tot het kiezen van de meest oppervlakkige weg, namelijk die van de symptoombestrijding
en de lapmiddelen. Kenmerkend voor dat denken is het fundamentele onvermogen om
buiten het kader van een kwantitatieve wereldbeschouwing te treden. Er wordt,
wat betreft het milieuprobleem, niet bedacht dat er eigenlijk helemaal niet vervuild
mag worden en dat er dus een ander normstelsel voor de technologie en een
andere organisatie van de productie processen en de economie als de maat
gesteld moet worden, neen, men komt niet verder dan de armzalige constatering
dat de vervuiling te erg is geworden en
dat het voortaan allemaal beduidend minder moet. Daartoe zal men dan
maatregelen nemen, uiteraard pas over een paar jaar. Maar van al die
maatregelen, of die nu door het bedrijfsleven of door de groenen verzonnen
worden, is te zeggen dat zij kortzichtig zijn en, ondanks de fantastische
resultaten van de wetenschap en de technologie, een duidelijke illustratie van
de primitiviteit van het moderne denken geven.
Er is heel wat over te zeggen, maar ik zal mij beperken tot een paar
dingen. Als eerste is daar de gedachte dat er in de toekomst minder
vervuild moet worden. Je vraagt je daarbij af: wat verstaat men onder
minder, minder vervuiling is toch ook vervuiling? Bovendien, ten opzichte
waarvan moet het minder worden? En wat blijft er van dat minder over als je er
zeker van kunt zijn dat ons vermogen om, doormiddel van wetenschap en technologie,
de aarde om te zetten tot voor ons bruikbare materialen en goederen alleen maar
toe zal nemen? Je weet immers op dit moment nog niet wat wij straks allemaal
nog meer zullen kunnen en bijgevolg ook zullen doen! In feite kun je alleen
maar verwachten dat de totale vervuiling, ondanks minder van dit en minder van
dat, gestaag toe zal nemen.Ten tweede: je kunt
nu al constateren dat men de oplossing van het probleem zoekt in het afschaffen
van een aantal zaken. Op zichzelf is daar wel wat voor te zeggen, denk
bijvoorbeeld aan het verbieden van het gebruik van drijfgassen, pvc's en
bestrijdingsmiddelen. Die stoffen kunnen gemakkelijk verboden worden, niemand
van ons zal ze missen. Maar de zaken liggen wezenlijk anders als de praktijk
van ons dagelijkse leven in het gedrang komt. Men zegt dat de vrije beschikking
van de burgers over de automobiel afgeschaft zou moeten worden en dat er
daarvoor in de plaats een beperkte beschikking moet komen, een stokpaardje van
al diegenen die er groene standpunten op na houden. Zij vinden van zichzelf dat
zij behoorlijk progressief denken, maar dat gaat kennelijk niet zover dat zij
ook nog kunnen bedenken dat een dergelijke maatregel onvermijdelijk
discriminerend werkt. Het zullen gegarandeerd weer de mensen aan de onderkant
van de maatschappij zijn die de dupe worden. Zij kunnen bijvoorbeeld straks in
de regen op de bus staan wachten terwijl al diegenen die zichzelf en een aantal
soortgenoten belangrijk vinden zich als vanouds comfortabel kunnen verplaatsen.
In een onvolwassen mensheid kan het niet uitblijven dat er naar beneden toe
gediscrimineerd wordt en dat zal ook het geval zijn bij het afschaffen van
alles wat slecht voor het milieu is. Ten derde: je kunt net zoveel
maatregelen nemen als je wilt maar verworvenheden die betekenis hebben voor het
alledaagse menselijke bestaan en die dat bestaan verlichten laten zich niet
afschaffen. Hoe je het ook wendt of keert, je zult nooit meer vergeten hoe praktisch,
nuttig, aangenaam en bevrijdend die verworvenheden waren. Denk daarbij aan
allerlei gewone dingen: koelkasten, stofzuigers, strijkijzers, enzovoort. En de
wetenschappers en technici kunnen de daaraan ten grondslag liggende kennis
nooit meer uit hun breinen verwijderen. Eenmaal opgeleverd, zijn de door de
mensen gemaakte dingen niet meer weg te werken, zelfs niet door het bezit ervan
te verbieden.Trouwens, je kunt gemakkelijk bedenken
dat het eind zoek is als je gedachten de kant van het afschaffen uitgaan: je
belandt, als je consequent doordenkt, onvermijdelijk bij de oermens en zelfs
die moet je zijn vuursteen nog afnemen. Ik schrijf dit artikeltje op mijn
tekstverwerker.
Natuurlijk, de een of andere bestuurder kan beslissen dat ik weer terug
moet naar... ja, naar wat? De kroontjespen zodat ik op dit moment alweer
kan beginnen het hele verhaal opnieuw op te schrijven? Ik ken inmiddels de
voordelen van de tekstverwerker en ik heb bemerkt dat ik er nu niet meer, zoals
voorheen, tegenop zie veranderingen en verbeteringen in de tekst aan te
brengen. Ik moet er niet aan denken een tekst weer drie of viermaal over te
moeten schrijven - ik heb immers geen secretaris... de weg van het afschaffen
is een heilloze weg. Ook de geschiedenis laat zien dat die weg onveranderlijk
tot een mislukking leidt.
Hierboven heb ik een paar argumenten
aangevoerd die niet alleen bedoeld zijn om de op het ogenblik dominerende
gedachtegangen over milieu-maatregelen te bestrijden,
maar die vooral ook duidelijk moeten maken hoe primitief het moderne denken is.
Allerlei ingewikkelde theorieën worden uitgedacht, uiteraard allemaal op hoog
niveau, maar het blijkt onmogelijk te bedenken dat het geen zin heeft en zelfs
dwaasheid is daarbij uit te gaan van de voorstellingen en denkmodellen van dit
ogenblik. Die zijn het juist die tot het huidige fiasco hebben geleid, niet
omdat er fouten zijn gemaakt, maar omdat die voorstellingen en denkmodellen
zélf volstrekt onhoudbaar zijn. Dat was aanvankelijk natuurlijk nog niet zo
goed zichtbaar, maar vandaag de dag kun je zonder meer stellen dat er geen
twijfel meer mogelijk is en dat zelfs een politicus dat in de gaten zou moeten
hebben. De zaak is onhoudbaar omdat ze onvolledig is.
Dat wil zeggen dat de technologie onderweg is blijven steken, of, beter
gezegd minder de kans heeft gekregen om tot het einde toe doorgedacht te
worden. De oorzaak daarvan ligt in het moderne denken dat, als het over de
maatschappij gaat, niet boven het individuele uit kan komen. Daardoor krijgt de
vraag “wat is van belang voor een mens?” automatisch als inhoud “wat is van
belang voor mij?”. Dat leidt ertoe dat ik er eenzijdig naar ga streven mijzelf
van zoveel mogelijk spullen te voorzien zonder daarbij aan het belang
van de andere mensen een meer dan marginale betekenis toe te kennen. Die andere
mensen kunnen in dat verband slechts in zoverre van betekenis zijn als zij om
de een of andere manier van nut zijn voor mijn bestaan als individu. Al mijn
sociale betrekkingen staan in het licht van dat nut en in principe zal ik nooit
onvoorwaardelijk het belang van een ander mens behartigen. Dat het moderne
denken, maatschappelijk gezien, niet boven het individuele uitkomt vindt op
zijn beurt zijn oorzaak in het kwantitatieve karakter van dat denken. Ik bedoel
daarmee dat de werkelijkheid gezien wordt als een verzameling van op zichzelf
staande verschijnselen. Elk van die verschijnselen wordt beschouwd zonder de
samenhang met de andere verschijnselen er in te betrekken. Daardoor kunnen de
mensen ongehinderd een technologie ontwikkelen waarbij elk productieproces los
wordt gemaakt van andere processen en toestanden in de werkelijkheid. En ook
kunnen zij ongegeneerd zichzelf als individu centraal stellen. Verder dan zo
gaat het zelfbewustzijn van moderne mensen niet. Bijgevolg gaat het
technologische denken ook niet verder, het bereikt niet het stadium dat de
samenhang met de rest van de werkelijkheid als factor in de berekeningen mee
gaat spelen. Als het in mijn belang is en technisch mogelijk een bepaald
product te maken, dan is alles in orde en slechts onder protest ben ik bereid
om, als het nou helemaal niet anders kan, liefst op kosten van de consument het
afval netjes op te bergen. Dat ik ook nog wel eens zou kunnen zoeken naar een
productieproces zonder afval valt geheel buiten mijn denken.
Als je
individuele zelfbewustzijn wel verder gaat dan het kwantitatieve en je daardoor
de kwaliteit van de werkelijkheid als essentieel beseft, wordt het onmogelijk
jezelf, los van de anderen, centraal te stellen en de grens van je
technologische berekeningen te leggen bij je eigen belang. Het belang van de
anderen en de kwaliteit van de werkelijkheid worden dan vanzelfsprekend
ingecalculeerd en dat betekent datje een productieproces pas dan als
verantwoord beschouwt als het geen onbruikbaar en gevaarlijk afval meer
oplevert, geen gevaar meer vormt voor de levens van de mensen en niemand schade
meer berokkent. Zo'n verantwoord productieproces is helemaal niet onmogelijk,
zoals men ons nogal eens wil doen geloven. Wel zal het een klap voor het
gangbare economische denken betekenen, maar dat is nauwelijks tragisch omdat
een op kwaliteit ingesteld zelfbewustzijn dat economische denken toch
onmiddellijk als onredelijk zou verwerpen.Alle goede
bedoelingen ten spijt kun je van de huidige milieuprogramma’s niets anders
zeggen dan dat het modieuze kletspraatjes zijn die stellig net zo weinig zoden
aan de dijk zullen zetten als de mooie verhalen over het scheppen van werkgelegenheid, het
bevorderen van ontwapening en het streven naar een verantwoordelijke
samenleving in het recente verleden gedaan hebben. Als die kletspraatjes al
ergens toe leiden zal het een nog grotere verarming van de bevolking zijn, ten
gunste van een heilig verklaarde economische bovenlaag.
Waarop het aankomt is dat de moderne mensen
zo langzamerhand eens in moeten gaan zien dat alles met alles samenhangt en dat
de technologie daarom pas dan in orde is als die samenhang aan het einde van
een productieproces niet verbroken blijkt te zijn. Dat houdt niet in dat er
technologisch anders gedacht zal moeten worden. Je kunt technologisch
niet anders denken dan wij nu doen. Dat denken op zichzelf is effectief en dat
blijkt uit het succes dat wij met het fabriceren van allerlei materialen en
apparaten hebben. Er moet alleen maar vérder doorgedacht gaan worden en om daar
toe te komen zullen wij ons vertrouwd moeten maken met een andere, een
kwalitatieve kijk op een in alle richtingen samenhangende werkelijkheid.
Bovenstaande tekst is
geschreven:
door Jan Vis, filosoof.
Terug naar:
de
Homepage van Rob van Es voor méér informatie
Zijn e‑mail adres luidt: ...
webpagina: …
Pagina's zijn door mij uit het tijdschrift
van De Vrije Gedachte No. 199 oktober 1989 overgenomen.
Aangezien de filosofie er
niet is voor enkele bevoorrechten maar juist voor alle mensen, is het citeren
uit mijn werk zonder meer toegestaan.
Wel echter zou ik het op prijs stellen dat het citeren vergezeld gaat van een
duidelijke bronvermelding! (Jan Vis)
|