VAN HETZELFDE MINDER- (afval)

“Het milieu”

oktober 1989

afval,bestrijdingsmiddelen,drijfgassen,economische denken,het milieu,het technologische denken,milieuprobleem,

productieproces,pvc's,vervuiling.

 

 

 

Terug naar: de Homepage van Rob van Es voor méér informatie

 

Bladwijzer: Werkgelegenheid

 

Naar artikelen: Hoe zit het nou met God ; het toenemend belang van het atheïsme ; Onvrijheid ; Veiligheid ; Waar gaat het in de mensheid nu wezenlijk om..? ;

 

 

 

VAN HETZELFDE MINDER- (afval)

“Het milieu”

 

Het zal wel aan niemand ontgaan zijn dat “het milieu” de nieuwe vlag is die de dubieuze politieke lading van de verschillende partijprogramma’s moet dekken. Dezer dagen werd bekend dat een onderzoek heeft uitgewezen dat Groen Links het beste milieu-programma heeft. Of de kiezers dat ook vinden moet op het moment dat ik dit schrijf nog blijken, maar eerlijk gezegd vrees ik het ergste..Veel maakt het overigens niet uit want de strekking van de verschillende partijprogramma’s belooft op zichzelf al niet veel goeds voor de toekomst: het accent ligt op het afschaffen van allerlei zaken met de bedoeling dat er minder vervuilende troep overblijft. Men schijnt het voor vanzelfsprekend te houden dat het productieproces afval blijft opleveren. Voor de toekomst geldt dus: “van hetzelfde minder”.

 

Zoals zo vaak leidt het moderne denken weer eens tot het kiezen van de meest oppervlakkige weg, namelijk die van de symptoombestrijding en de lapmiddelen. Kenmerkend voor dat denken is het fundamentele onvermogen om buiten het kader van een kwantitatieve wereldbeschouwing te treden. Er wordt, wat betreft het milieuprobleem, niet bedacht dat er eigenlijk helemaal niet vervuild mag worden en dat er dus een ander normstelsel voor de technologie en een andere organisatie van de productie processen en de economie als de maat gesteld moet worden, neen, men komt niet verder dan de armzalige constatering dat de vervuiling te erg is geworden en dat het voortaan allemaal beduidend minder moet. Daartoe zal men dan maatregelen nemen, uiteraard pas over een paar jaar. Maar van al die maatregelen, of die nu door het bedrijfsleven of door de groenen verzonnen worden, is te zeggen dat zij kortzichtig zijn en, ondanks de fantastische resultaten van de wetenschap en de technologie, een duidelijke illustratie van de primitiviteit van het moderne denken geven.

 

Er is heel wat over te zeggen, maar ik zal mij beperken tot een paar dingen. Als eerste is daar de gedachte dat er in de toekomst minder vervuild moet worden. Je vraagt je daarbij af: wat verstaat men onder minder, minder vervuiling is toch ook vervuiling? Bovendien, ten opzichte waarvan moet het minder worden? En wat blijft er van dat minder over als je er zeker van kunt zijn dat ons vermogen om, doormiddel van wetenschap en technologie, de aarde om te zetten tot voor ons bruikbare materialen en goederen alleen maar toe zal nemen? Je weet immers op dit moment nog niet wat wij straks allemaal nog meer zullen kunnen en bijgevolg ook zullen doen! In feite kun je alleen maar verwachten dat de totale vervuiling, ondanks minder van dit en minder van dat, gestaag toe zal nemen.Ten tweede: je kunt nu al constateren dat men de oplossing van het probleem zoekt in het afschaffen van een aantal zaken. Op zichzelf is daar wel wat voor te zeggen, denk bijvoorbeeld aan het verbieden van het gebruik van drijfgassen, pvc's en bestrijdingsmiddelen. Die stoffen kunnen gemakkelijk verboden worden, niemand van ons zal ze missen. Maar de zaken liggen wezenlijk anders als de praktijk van ons dagelijkse leven in het gedrang komt. Men zegt dat de vrije beschikking van de burgers over de automobiel afgeschaft zou moeten worden en dat er daarvoor in de plaats een beperkte beschikking moet komen, een stokpaardje van al diegenen die er groene standpunten op na houden. Zij vinden van zichzelf dat zij behoorlijk progressief denken, maar dat gaat kennelijk niet zover dat zij ook nog kunnen bedenken dat een dergelijke maatregel onvermijdelijk discriminerend werkt. Het zullen gegarandeerd weer de mensen aan de onderkant van de maatschappij zijn die de dupe worden. Zij kunnen bijvoorbeeld straks in de regen op de bus staan wachten terwijl al diegenen die zichzelf en een aantal soortgenoten belangrijk vinden zich als vanouds comfortabel kunnen verplaatsen. In een onvolwassen mensheid kan het niet uitblijven dat er naar beneden toe gediscrimineerd wordt en dat zal ook het geval zijn bij het afschaffen van alles wat slecht voor het milieu is. Ten derde: je kunt net zoveel maatregelen nemen als je wilt maar verworvenheden die betekenis hebben voor het alledaagse menselijke bestaan en die dat bestaan verlichten laten zich niet afschaffen. Hoe je het ook wendt of keert, je zult nooit meer vergeten hoe praktisch, nuttig, aangenaam en bevrijdend die verworvenheden waren. Denk daarbij aan allerlei gewone dingen: koelkasten, stofzuigers, strijkijzers, enzovoort. En de wetenschappers en technici kunnen de daaraan ten grondslag liggende kennis nooit meer uit hun breinen verwijderen. Eenmaal opgeleverd, zijn de door de mensen gemaakte dingen niet meer weg te werken, zelfs niet door het bezit ervan te verbieden.Trouwens, je kunt gemakkelijk bedenken dat het eind zoek is als je gedachten de kant van het afschaffen uitgaan: je belandt, als je consequent doordenkt, onvermijdelijk bij de oermens en zelfs die moet je zijn vuursteen nog afnemen. Ik schrijf dit artikeltje op mijn tekstverwerker.

Natuurlijk, de een of andere bestuurder kan beslissen dat ik weer terug moet naar... ja, naar wat? De kroontjespen zodat ik op dit moment alweer kan beginnen het hele verhaal opnieuw op te schrijven? Ik ken inmiddels de voordelen van de tekstverwerker en ik heb bemerkt dat ik er nu niet meer, zoals voorheen, tegenop zie veranderingen en verbeteringen in de tekst aan te brengen. Ik moet er niet aan denken een tekst weer drie of viermaal over te moeten schrijven - ik heb immers geen secretaris... de weg van het afschaffen is een heilloze weg. Ook de geschiedenis laat zien dat die weg onveranderlijk tot een mislukking leidt.

 

Hierboven heb ik een paar argumenten aangevoerd die niet alleen bedoeld zijn om de op het ogenblik dominerende gedachtegangen over milieu-maatregelen te bestrijden, maar die vooral ook duidelijk moeten maken hoe primitief het moderne denken is. Allerlei ingewikkelde theorieën worden uitgedacht, uiteraard allemaal op hoog niveau, maar het blijkt onmogelijk te bedenken dat het geen zin heeft en zelfs dwaasheid is daarbij uit te gaan van de voorstellingen en denkmodellen van dit ogenblik. Die zijn het juist die tot het huidige fiasco hebben geleid, niet omdat er fouten zijn gemaakt, maar omdat die voorstellingen en denkmodellen zélf volstrekt onhoudbaar zijn. Dat was aanvankelijk natuurlijk nog niet zo goed zichtbaar, maar vandaag de dag kun je zonder meer stellen dat er geen twijfel meer mogelijk is en dat zelfs een politicus dat in de gaten zou moeten hebben. De zaak is onhoudbaar omdat ze onvolledig is.

Dat wil zeggen dat de technologie onderweg is blijven steken, of, beter gezegd minder de kans heeft gekregen om tot het einde toe doorgedacht te worden. De oorzaak daarvan ligt in het moderne denken dat, als het over de maatschappij gaat, niet boven het individuele uit kan komen. Daardoor krijgt de vraag “wat is van belang voor een mens?” automatisch als inhoud “wat is van belang voor mij?”. Dat leidt ertoe dat ik er eenzijdig naar ga streven mijzelf van zoveel mogelijk spullen te voorzien zonder daarbij aan het belang van de andere mensen een meer dan marginale betekenis toe te kennen. Die andere mensen kunnen in dat verband slechts in zoverre van betekenis zijn als zij om de een of andere manier van nut zijn voor mijn bestaan als individu. Al mijn sociale betrekkingen staan in het licht van dat nut en in principe zal ik nooit onvoorwaardelijk het belang van een ander mens behartigen. Dat het moderne denken, maatschappelijk gezien, niet boven het individuele uitkomt vindt op zijn beurt zijn oorzaak in het kwantitatieve karakter van dat denken. Ik bedoel daarmee dat de werkelijkheid gezien wordt als een verzameling van op zichzelf staande verschijnselen. Elk van die verschijnselen wordt beschouwd zonder de samenhang met de andere verschijnselen er in te betrekken. Daardoor kunnen de mensen ongehinderd een technologie ontwikkelen waarbij elk productieproces los wordt gemaakt van andere processen en toestanden in de werkelijkheid. En ook kunnen zij ongegeneerd zichzelf als individu centraal stellen. Verder dan zo gaat het zelfbewustzijn van moderne mensen niet. Bijgevolg gaat het technologische denken ook niet verder, het bereikt niet het stadium dat de samenhang met de rest van de werkelijkheid als factor in de berekeningen mee gaat spelen. Als het in mijn belang is en technisch mogelijk een bepaald product te maken, dan is alles in orde en slechts onder protest ben ik bereid om, als het nou helemaal niet anders kan, liefst op kosten van de consument het afval netjes op te bergen. Dat ik ook nog wel eens zou kunnen zoeken naar een productieproces zonder afval valt geheel buiten mijn denken.

Als je individuele zelfbewustzijn wel verder gaat dan het kwantitatieve en je daardoor de kwaliteit van de werkelijkheid als essentieel beseft, wordt het onmogelijk jezelf, los van de anderen, centraal te stellen en de grens van je technologische berekeningen te leggen bij je eigen belang. Het belang van de anderen en de kwaliteit van de werkelijkheid worden dan vanzelfsprekend ingecalculeerd en dat betekent datje een productieproces pas dan als verantwoord beschouwt als het geen onbruikbaar en gevaarlijk afval meer oplevert, geen gevaar meer vormt voor de levens van de mensen en niemand schade meer berokkent. Zo'n verantwoord productieproces is helemaal niet onmogelijk, zoals men ons nogal eens wil doen geloven. Wel zal het een klap voor het gangbare economische denken betekenen, maar dat is nauwelijks tragisch omdat een op kwaliteit ingesteld zelfbewustzijn dat economische denken toch onmiddellijk als onredelijk zou verwerpen.Alle goede bedoelingen ten spijt kun je van de huidige milieuprogramma’s niets anders zeggen dan dat het modieuze kletspraatjes zijn die stellig net zo weinig zoden aan de dijk zullen zetten als de mooie verhalen over het scheppen van werkgelegenheid, het bevorderen van ontwapening en het streven naar een verantwoordelijke samenleving in het recente verleden gedaan hebben. Als die kletspraatjes al ergens toe leiden zal het een nog grotere verarming van de bevolking zijn, ten gunste van een heilig verklaarde economische bovenlaag.

Waarop het aankomt is dat de moderne mensen zo langzamerhand eens in moeten gaan zien dat alles met alles samenhangt en dat de technologie daarom pas dan in orde is als die samenhang aan het einde van een productieproces niet verbroken blijkt te zijn. Dat houdt niet in dat er technologisch anders gedacht zal moeten worden. Je kunt technologisch niet anders denken dan wij nu doen. Dat denken op zichzelf is effectief en dat blijkt uit het succes dat wij met het fabriceren van allerlei materialen en apparaten hebben. Er moet alleen maar vérder doorgedacht gaan worden en om daar toe te komen zullen wij ons vertrouwd moeten maken met een andere, een kwalitatieve kijk op een in alle richtingen samenhangende werkelijkheid.

 

 

Bovenstaande tekst is geschreven: door Jan Vis, filosoof.

Terug naar: de Homepage van Rob van Es voor méér informatie

 

Zijn e‑mail adres luidt: ...

webpagina: …

Pagina's zijn door mij uit het tijdschrift van De Vrije Gedachte No. 199 oktober 1989 overgenomen.   

Aangezien de filosofie er niet is voor enkele bevoorrechten maar juist voor alle mensen, is het citeren uit  mijn werk zonder meer toegestaan. Wel echter zou ik het op prijs stellen dat het citeren vergezeld gaat van een duidelijke bronvermelding! (Jan Vis)

 

website analysis
website analysis

website analysis
online hit counter