EEN ALTERNATIEF
BESTUUR
atheisten,evolutie,het laatste verschijnsel,het
leven op aarde,het recht,leiding,maatschappij,macht,machtsstelsels,
orde,organisatievorm,overheid,politiek,relatie,samenhang,samenleving,thomas more,vrijheidsbesef.
Terug naar:
de
Homepage van Rob van Es voor méér informatie
Naar:
Vernietiging van macht
Naar:
Ongehoorzaamheid
Naar:
Kan macht zich ten
goede keren
Naar:
Uilenspiegel en de macht
Een
alternatief bestuur
Het
is gemakkelijk om over het vernietigen van macht te spreken zonder tevens een
alternatief te bieden, d.w.z. zonder met iets anders te komen dat in de plaats
kan treden van de verloren gegane macht. Want als de wereld dan niet beheerst
gaat worden door machtsstelsels zal hij toch op een andere manier geregeld
moeten worden. Het is buiten kijf dat er regels moeten zijn, want als iedereen
maar aan kan rommelen wordt het een chaos waarin helemaal geen algemeen belang
meer kan worden aangewezen, laat staan dat het gediend kan worden. Zo’n
omvangrijke organisatie als de wereld is kan toch nimmer anders dan vanuit een
centrale top bestuurd worden en die centrale top moet toch weer de macht hebben
om het naleven van het algemeen belang af te dwingen. Als dus de macht
vernietigd zal zijn, volgens welk alternatief principe wordt de mensheid dan
bestuurd... ?
In
de bovenstaande regels heb ik zo goed mogelijk onder woorden gebracht wat de
meest positieve reacties waren op mijn twee vorige opstellen over vernietiging
van macht. De meerderheid der reacties was niet zo best: men vond de
gedachte dat de mensheid zich eens zou gaan vrij maken van elke vorm van macht
een onzinnige gedachte, en dat zij thans al met dat proces begonnen zou zijn
werd al helemaal absurd gevonden. Neen wat er op dit ogenblik in de wereld
gaande is, is het zich bevrijden van overheersing door vreemde machten, door
elites die het recht op het gebruik van geweld voor zichzelf opeisen en zich
met behulp van dit geweld breed maken en verrijken. Maar na de bevrijding van
deze vreemde elites komt de macht aan het volk en die macht kan niet
meer misbruikt worden omdat diegenen die macht uitoefenen dit niet meer doen
vanuit door en voor zichzelf verworven rechten, maar vanuit door het
"volk" gegéven rechten, die tijdelijk zijn en die betrekking hebben
op één bepaalde taak of opdracht. Het dragen van autoriteit is dan het gevolg
van een keuze door het volk en de functie van de drager van de autoriteit is
een "vertegenwoordigende" functie. Op deze wijze zal de mensheid
straks, als ze bevrijd is de macht toekennen aan bekwame enkelingen. Alleen dan
is misbruik uitgesloten... Aldus de redenering van diegenen die mijn
gedachtegang over de vernietiging van alle macht onzin vonden. Ik waag het te
betwijfelen of die mensen het vraagstuk van “de macht" wel voldoende
doordacht hebben. Volgens mij hebben zij getracht een oplossing te vinden met
instandhouding van alle in onze denktraditie liggende factoren.
Dit
heeft tot gevolg dat er een oplossing uit de bus komt waarin het begrip
"orde" niet doordacht is zoals het eigenlijk zou moeten.
Dit
sleept met zich mee dat de maatschappelijke rol van de wetenschap en de
techniek, van de politiek en het recht, van arbeid en productie, van gelijkheid
en van distributie, enzovoort, zonder meer gehandhaafd blijft zoals die in onze
westerse wijze van denken is ontstaan. Als dit alles zonder onderzoek
gehandhaafd blijft is er voor “de macht" inderdaad geen betere regeling
dan het hierboven aangegeven vertegenwoordigend stelsel. Die gedachte is al zo
vaak naar voren gebracht dat het mijn critici weinig inspanning kost haar mij
voor de voeten te werpen. Vijf minuten bedenktijd is voldoende... Zij die
interesse tonen in “een alternatief" geven er blijk van althans open te
staan voor een nieuwe beoordeling van alle factoren die in dit vraagstuk een
rol spelen, maar erg diep kunnen zij toch ook niet gegaan zijn, want anders
hadden zij begrepen dat de hele zaak met “een alternatief" niets te maken
heeft. En bovendien: "mijn alternatief" is al helemaal niet
belangrijk. Het zou zin hebben je af te vragen welk alternatief “het gros"
van de mensen eventueel voor mogelijk houdt en je zou dan ertoe mee kunnen
werken zo'n alternatief te realiseren. Het stelsel van de vertegenwoordigende
machtstoekenning is daar wellicht een voorbeeld van, die gedachte wordt door vele
mensen aangehangen.
Maar
als ik een alternatief te bieden zou hebben zou dat even weinig menselijk zijn
als het alternatief dat de ons bekende en onbekende dictators bieden. Het zou
niet meer zijn dan mijn particuliere wens en daaraan heeft niemand iets. De
juiste vraag is: hoe zit het. Wat geldt er voor de mens en hoe vertoont
zich dat als samenleving van mensen en welke maatschappij bouwen zij bijgevolg
op. Samenleving en maatschappij zijn veranderende grootheden: zij zijn
afhankelijk van de visie die de mensen op zichzelf hebben. De kwaliteit van die
visie wordt bepaald door de ontwikkelingsgraad van de mensheid als geheel op
een bepaald historisch moment (de onpersoonlijke factor) en door de wijze
waarop een individu het totaal van zijn eigen omstandigheden verwerkt heeft
(persoonlijke factor). Los echter van de veranderende grootheden is er de
onveranderlijke grootheid, die wij met een (vage) term het wezen van de
mens kunnen noemen, laat nu niemand beweren dat ook dat wezen een veranderlijk
iets is en dat het daardoor niet op zichzelf gekend kan worden want dan ziet
hij voorbij aan het feit dat de mens heel gewoon een verschijnsel is tussen de
verschijnselen. Met de andere verschijnselen kan je hem een "ding"
noemen. En elk ding heeft zijn eigen karakter, elk ding "is iets".
Als
een ding veranderlijk is, zoals de levende dingen dat zijn, dan kan je nog
altijd zeggen: dat ding "is iets". De veranderlijkheid is een
kwaliteit van datgene dat iets is. Wanneer wij nu spreken over “het wezen"
van de mens dan hebben wij het over "iets" dat hij is en wij
calculeren daarbij in dat hij als zodanig verandert. Ik denk niet dat de
programmaleiding van de KRO zich heeft gerealiseerd wat zij uitzond toen zij
onlangs die serie over het leven op aarde op de buis bracht. In de laatste
aflevering werd de mens behandeld en daarbij werd duidelijk gezegd dat hij
"het laatste verschijnsel" is. Trek daaruit nu eens de conclusies!
Als de mens het laatste verschijnsel is, dan betekent dit dat hij niets boven
zich heeft. Er is dan geen organisatievorm van het leven die "hoger",
oftewel "inniger" is dan de vorm die de mens is. Hoger en lager
kunnen namelijk alleen maar betrekking hebben op organisatievormen. Het voert
te ver om hierop thans in te gaan, Zie hiervoor:Beweging en Verschijnsel (deel 1, 2, en
3) maar in ieder geval is het zo dat die organisatie
"hoger" is waarvan de samenhang der samenstellende delen
(cellen) inniger is. Het laatste verschijnsel kan logisch niet anders dan het
toppunt van innigheid zijn: het is dan het hoogste en heeft dus niets boven
zich. In deze gedachtegang zit één "maar". Er is namelijk te vragen
of de mens wel het laatste verschijnsel is.
Velen
menen dat de evolutie nog niet afgelopen is: dat er na de mens nog een hoger
wezen zal verschijnen dat voorbij is aan het getob van de mens. Maar deze
gedachte die doorgaans meer een wens is dan echt een gedachte, bestrijd ik. Hij
ligt geheel niet in de logica. Maar ook dit zou te ver voeren om aan te tonen
(zie ook bovenstaand url-adres ); ik laat dit daarom
maar achterwege en sla de weg in die geopend wordt door de gedachte dat
"de mens niets boven zich heeft". Een gedachte waarvan je zou
verwachten dat juist de atheïsten die in volle omvang zouden begrijpen. Als de
mens niets boven zich heeft kan hij door niets gedwongen worden. Niet alleen
dat hij door niets buiten hemzelf gedwongen kan worden, maar, wat zeker voor de
moderne mens goed zou zijn om zich eens te realiseren, hij kan ook door niets
binnen hemzelf gedwongen worden. Vooral de moderne mens namelijk is een mens
die zichzelf tot allerlei dwingt. Hij noemt de dwingende kracht gewoonlijk “de
redelijkheid", en hoewel er zeker te zeggen is dat een mens zich het beste
van al door redelijkheid kan laten dwingen, is het toch een feit dat hij
gedwongen wordt. Vaak komt hij er toe de redelijkheid te verabsoluteren en hem
voor te stellen als een uitwendige zaak. Als zodanig kan die zaak dan als "algemeen
geldig" en dus als dwingend gesteld worden en uitgangspunt zijn voor
bijvoorbeeld een rechtsfilosofie (Leo Polak e.a.). Maar redelijkheid, hoe
waarheidsgetrouw desnoods ook, is en blijft een inwendige zaak waarmee een mens
zichzelf allerlei oplegt. Deze dwang die de mens zichzelf oplegt is de meest
onontkoombare. Het feit dat er niet of nauwelijks een uitweg is doet zich bij
de tegenwoordige mens meer en meer als iets fataals gelden.
Vele
psychische storingen komen hieruit voort. We horen dan zo'n mens zeggen:
"ik begrijp niet waardoor ik zo in de war en onbevredigd geworden ben, ik
heb me toch voortdurend redelijk opgesteld". Zonder het te weten heeft die
mens de oorzaak van zijn verwarring aangegeven...Niets boven zich hebben heeft
dus zowel een uitwendig als een inwendig aspect. Maar, of een mens zich nu laat
dwingen door iets uitwendigs of door iets inwendigs, in beide gevallen stelt
hij het als zodanig. Iets wat er eigenlijk niet is kan door de mens alleen maar
gesteld worden. Daarom stelt hij de overheid als de maat. En hij laat zich
daardoor dwingen of hij dwingt zichzelf. Als wij - voor het gemak - deze termen
aanhouden komen wij tot het volgende: zowel het begrip "overheid" als
het begrip "redelijkheid" (dit laatste als dwingend principe bedoeld)
bestaan eigenlijk niet. Zij kunnen eenvoudig niet bestaan. Voor zover mensen
menen dat zij er wel zijn is dit een fictie. In de loop der ontwikkeling heeft
de mens zich deze dingen gesteld. En de oorzaak daarvan is geen andere dan
deze: onvolwassenheid. Het zich op enigerlei wijze denken van een
dwingend principe is, omdat het iets is van de onvolwassen mens, en historisch
bepaalde zaak. Dat betekent in de praktijk dat de mensen die binnen die
historische zaak vallen automatisch denken volgens modellen die bij die zaak
behoren. Aan een automatisch denken wordt niet getwijfeld: de bij dat denken
behorende voorstellingen worden kritiekloos voor waar gehouden. En dat ligt zo
sterk in de mensen dat de enkelingen die deze voorstellingen doorzien voor gek
worden verklaard.
Zelfs
allerlei psychische mechanismen verzetten zich hysterisch tegen gedachten die
de historische voorstellingen vernietigen. Begrijpelijk is het dus dat de
mensen gewoonlijk niets willen horen van denkbeelden waarin alle macht, al het
dwingende, als fictie afgewezen wordt. En zij weigeren pertinent om ook maar te
overwegen of een wereld zonder macht (uitwendig en inwendig) mogelijk is, laat
staan dat zij zich afvragen hoe zo een wereld er uit zou zien. Zij wensen zich
dus niet in te laten met hun eigen "Utopia" en bepalen zich in het
beste geval tot een welwillende, doch gereserveerde, instemming met Thomas
More. Niet dat ik denk dat de goede Thomas gelijk had met zijn voorstelling van
zaken. Ook Thomas kan niet zonder dwingend principe, maar hij kwam er in ieder
geval nog toe om zich een toekomst te denken... iets wat helaas lang niet van
iedereen gezegd kan worden. Maar ter zake: een mensheid zonder enig hoger
beginsel is - als het tenminste over een volwassen mensheid gaat - een mensheid
die in zichzelf functioneert zoals een gezond organisme functioneert: iedere
cel heeft, geheel zelfstandig, het zijne te doen in volledige samenhang met
alle andere cellen. Geen van deze cellen is hoger of belangrijker dan de andere
cellen. Door de volledige samenhang is een overkoepelend orgaan overbodig, dat
pretendeert te weten wat er nodig is en wat er geregeld moet worden. Alweer een
gedachte die vanuit ons historische denkmodel moeilijk te verstaan is.
Maar
toch: moeilijk te verstaan of niet, als ertussen de mensen tenslotte samenhang
is behoeft er niets van bovenaf geregeld te worden. De concrete voorwaarde voor
die samenhang is, wat de mensheid betreft, de communicatie. Met het zich
doorzetten van ons streven naar communicatie verwerkelijkt zich op den duur het
besef van totale samenhang. Maar "samenhang" is op zichzelf
iets anders dan "communicatie". Het laatste is gebaseerd op de
relatie tussen twee cellen ( Mensen, Volken etc.). Het heeft als zodanig met
die cellen niets te maken. Samenhang echter is er vanuit die cellen zelf.
Vertaald naar de mensen: vanuit al die mensen zelf komt er op den duur het
weten dat zij met z'n allen één organisme vormen, namelijk het levende
organisme. Dat weten, gevoegd bij de praktische mogelijkheid van het contact,
oftewel het er zijn van de relatie, is het enige dat nodig is voor de mensheid.
Dat is geen dwingend weten, maar een feitelijk weten, net zo feitelijk als het
weten dat de atoomkern splijtbaar is. In die "wetende" situatie zijn
de afzonderlijke mens en de mensheid precies wat zij moeten zijn. Wat er aan
dingen nodig is en wat er dus geproduceerd moet worden is door de samenhang
bekend en aan die behoefte wordt vanzelfsprekend voldaan. Een overkoepelende
organisatie, gebaseerd op de gedachte dat er leiding moet zijn, is alleen
mogelijk en nodig in een situatie waarin de mens nog onvolwassen is, dus zich
niet als een samenhangend geheel met de andere mensen beseft en ook nog niet de
praktische mogelijkheden heeft om in relatie te zijn met de andere mensen.
Is
dit echter uiteindelijk wel het geval, dan is elke macht zich baserend op welk
hoger principe dan ook, uitgebannen en onmogelijk geworden.
Juist
in de tijd waarin wij nu leven komen de eerste tekenen van een werkelijk
vrijheidsbesef voor de dag. Omdat deze tekenen echter verschijnen binnen de
"historische modellen" zijn zij in de eerste plaats een doorgaans
redeloze reactie op die modellen. Anders gezegd: zij verschijnen in het kleed
van het historische model; zij hebben de gestalte daarvan. Niet te verwonderen
valt daarom dat alle infantiliteiten van het historische volop mee doen en
zelfs gaan overheersen. Een voorbeeld daarvan zijn de zogeheten
"rellen" in Amsterdam: de diepe grond is de (onbegrepen)
bevrijdingsdrang maar de praktijk is infantiel, namelijk het afreageren op een
"schuldige" door zijn uiterlijke kenmerken aan te tasten, zoals daar
zijn de dingen die bij hem behoren en de dingen die hij vertoont als teken van
zijn status. Beide zijn echter bijzaken. Bevrijding houdt eigenlijk in een
onverschillig - zijn -voor. Iets waarvan je bevrijd bent bestaat niet meer voor
je en dan treedt de merkwaardige situatie op dat je "er doorheen loopt".
Deze
situatie heeft een heel ander karakter dan die van het verzet. Voor deze
laatste situatie is het herkennen en erkennen voorwaarde en bijgevolg is te
zeggen dat diegene die zich verzet nog overwegend denkt in het patroon van
datgene waartegen hij zich verzet. Het vereist een veel groter inzicht, en het
is bijgevolg ook veel gevaarlijker voor de gestelde machten, als iemand er
zonder aangedaan te zijn doorhéén gaat.
Betekent
dit dat de mensen hun verzet moeten staken? Neen, dat betekent het niet want
het verzet is en blijft toch een uiting van de menselijke behoefte tot
bevrijding. Maar deze uiting is historisch bepaald en als zodanig gedoemd te
verdwijnen - wat hij dan ook na enige tijd doet in de individuele mens. Wat
vanaf deze tijd niet meer zal verdwijnen is datgene waar het werkelijk om gaat:
de bevrijding van de mens....
No.
110 - oktober 1980
Bovenstaande
tekst is geschreven:
Door
Jan Vis, filosoof.
Terug naar: de
Homepage van Rob van Es voor méér informatie
Zijn email adres luidt: …
Web
pagina: …
Artikel
werd geplaatst in de uitgave "IN NIETS NEUTRAAL" No. 110 - oktober
1980
van
De Vrije Gedachte te Rotterdam.
Aangezien
de filosofie er niet is voor enkele bevoorrechten, maar juist voor alle mensen,
is het citeren uit dit artikel zonder meer toegestaan.
Bronvermelding
wordt echter wel op prijs gesteld.
|