ONGEHOORZAAMHEID
Auteur:
Jan Vis, creatief filosoof. Februari 1984
anarchie,atheisme,burgerlijke ongehoorzaamheid,gehoorzaamheid,huichelen,macht,ongehoorzaamheid,vrijdenkers,vrijheid,
zelfbewustzijn.
Naar het begin van het artikel
Terug
naar: de
Startpagina
Bladwijzers: Deugdzaamheid ; Zelfbestuur
;
Naar andere artikelen:
Het toenemend belang van het Atheïsme ; Geen God wat dan ; Godsdienst en Geloof
; Evolutie of Creatie ; De fundamentele intolerantie van de Godsdienst
; God bestaat niet ; Bedreiging van het
vrijdenken en het atheïsme ; De verdedigers van de Godsdienst ; Waarom is de Islam als godsdienst tegen de Westerse Wereld..? zie no. 27.
; Toch nog een Theocratie- zie afl. 18 ;
Ongewenst atheïsme- zie afl. 32 ; Een grens te ver
(Israël) ; Verbieden van de godsdienst..?-zie afl. 21
; Discrimineert / onderdrukt de Westerse Cultuur..?
zie aflevering 60 / 61 ; Kunnen moslims zich invoegen
in de Moderne cultuur..? – aflevering no. 37 ; De
Islam ; Het staat in de Koran- zie
aflevering 36 ; De heilige wet-De Sjari’a
; Burqa, volg bladwijzer ; Is
er dan toch een GOD..? Hoe zit dat..? Briewisseling- Geweld- Godsdienst- Geloof ;
Vrijheid
van Godsdienst ; Kan alles maar..!-zie
bladwijzers ● Cultuurfilosofische
Opmerkingen-o.a. Verveling, verlies van houvast, Islam’s
succes ; de kunst; het schone verschijnsel ; Samenleving,
Maatschappij en Gezin ; Filosofie van de kunst ; Hoe zit het nou
met god ; Het Nihilisme ; Vernietiging van de macht ; Uilenspiegel en de macht ; Een alternatief bestuur ; Artikelen betreffende o.a. Moslims / ISLAM ; Proces
v/d Eeuw tegen alle ingezetenen van Nederland.!.? ; Kan macht
zich ten goede keren ;
ONGEHOORZAAMHEID
De
gedachtegang waarom het gaat is deze: er is in de werkelijkheid geen macht die
boven de mensen uitgaat. De ontkenning van deze macht wordt onder andere door
de vrijdenkers uitgedrukt door het begrip "atheïsme". Dit is
weliswaar een ontkennend begrip, maar anderzijds is het in zoverre weer
bevestigend dat het als ontkenning van een waandenkbeeld, een fictie, weer een
positieve uitspraak inhoudt. Deze uitspraak luidt dat de mens vrij en
zelfstandig is. Deze zelfstandige mens, die dus niet bestaat ter wille van iets
anders dat voorschrijft hoe te leven, kan bijgevolg ook niet onderworpen zijn
aan als hoger voorgestelde machten die mensen aan andere mensen opleggen. Als
wij dit onderworpen-zijn aan zogenaamde hogere menselijke machten benoemen met
het begrip "gehoorzaamheid" dan moeten wij toegeven dat er van de
mens te zeggen valt dat hij fundamenteel "ongehoorzaam" is. Op grond
hiervan kan een incidentele actie van bijvoorbeeld burgerlijke
ongehoorzaamheid, hoe nuttig en wenselijk onder bepaalde
omstandigheden ook, in feite alleen maar aantonen dat de mensen alsnog bereid
zijn te doen wat er verlangd wordt. En het is het tonen van deze bereidheid die
de machthebbers in staat stelt in volle gemoedsrust en vast vertrouwen tot het
uiterste van gewelddadigheid te gaan om die ongehoorzaamheid de kop in te
drukken.
ONGEHOORZAAMHEID
Wat
laat ik nu eigenlijk gelden als ik zou stellen dat ik ongehoorzaam ben? Wel, in
feite ga ik dan uit van het gegeven van de gehoorzaamheid. Dat is de zaak die
ik min of meer vanzelfsprekend als uitgangspunt zie. Het zou dan voor mij de
basissituatie zijn. En vervolgens ga ik daaraan niet beantwoorden. Om dat te
kunnen doen moet er voor mij een reden zijn, er is iets dat mij er toe brengt
niet te willen beantwoorden aan de basissituatie van gehoorzaamheid, iets dat
mij ongehoorzaam doet zijn. De meest steekhoudende reden is er altijd een van
morele aard: ik vind dat datgene dat van mij verlangd wordt moreel niet
verantwoord is. En met behulp van de daarbij behorende argumenten rechtvaardig
ik mijn ongehoorzaamheid. Met doorgaans in mijn achterhoofd de stille hoop dat
die argumenten aanvaard zullen worden en mogelijk zelfs aanleiding zullen geven
die voor mij immorele eisen te laten vervallen. Waarna ik op kan houden
ongehoorzaam te zijn en dus weer terugval in de basis van gehoorzaamheid.
Natuurlijk
heb ik dan wel iets bereikt. Er is iets niet doorgegaan, ik heb iets dat niet
deugde weten tegen te houden, en dat is altijd de moeite waard. Maar wezenlijk
is er niets gebeurd, want ik ben nog net zo gehoorzaam als altijd en de
beslissingen over mijn leven en dat van mijn medemensen worden nog altijd door
anderen genomen. Naar aanleiding van die beslissingen kan ik dan bij
gelegenheid wéér ongehoorzaam worden zodat het hele proces van argumentatie en
verzet weer opnieuw kan beginnen. Hoewel ik tijdens dat proces zeker een aantal
resultaten zal boeken en wellicht wel effectief in de gang van zaken kan
ingrijpen, is er met mij niets gebeurd. Er heeft in mijn verhouding tot de
andere mensen geen ontwikkeling gezeten. Eigenlijk is alles bij het oude
gebleven. De oorzaak hiervan is duidelijk: ik ben er van uitgegaan, vaak zonder
dat ik het gemerkt heb, dat gehoorzaamheid het uitgangspunt zou zijn. Maar dat
is nu juist verkeerd, want het inzicht dat er over de mens geen enkele al of
niet goddelijke macht gesteld is, sluit elke gehoorzaamheid al bij voorbaat
uit. En daarom kan het ook geen uitgangspunt voor mijn denken zijn. Met de
onhoudbaarheid van dit uitgangspunt vervalt het gehele denken in gehoorzaamheid
en ongehoorzaamheid beide. En zijn we genoodzaakt er helemaal opnieuw over te
gaan nadenken.
Als
de mens aan geen enkele macht onderworpen is, dan kan er alleen maar gelden dat
hij zichzelf bestuurt. Een zichzelf besturend mens weet noch van
gehoorzaamheid, noch van ongehoorzaamheid. Dat zijn begrippen die in zijn
denken niet voorkomen. Maar een dergelijk mens leeft voorlopig nog wel in een
wereld die nog geheel en al in het teken van de macht staat en die dus
afhankelijk is van de gehoorzaamheid en de ongehoorzaamheid van de mensen. Temidden van dit machtsspel is het onmogelijk je
voortdurend te onttrekken aan de inwerking van de machtsstructuren, omdat het
tot het karakter van de macht behoort zich niet tot zichzelf te bepalen en zich
op te leggen aan anderen. Omdat dus de macht de ander niet vrij laat en altijd
maar weer gehoorzaamheid probeert af te dwingen, is er in een machtswereld niet
aan te ontkomen. En dan blijft er niets anders over dan zo soepel mogelijk met
de druk mee te geven, ongeveer zoals een bokser meegeeft met de klap die hij te
incasseren krijgt. Maar net zo min als deze van plan is het daarbij te laten en
onmiddellijk weer zijn positie probeert te herstellen, ben je bereid je
gewonnen te geven. Je veert altijd weer terug. In een televisie-uitzending heb
ik gezegd dat je gehoorzaamheid alleen maar kan huichelen. Dat huichelen van
gehoorzaamheid is te vergelijken met het meegeven van de bokser. Je moet het
wel doen, omdat je anders verpletterd wordt. Maar het is niet meer - en ook
niet minder - dan een tactiek om te overleven en je vrijheid te bewaren. Hoewel
de meeste mensen het niet graag toe zullen geven is hun zogenaamde
gehoorzaamheid ook niet meer dan een vernisje, een houding naar buiten toe.
Want zodra zij ook maar even de kans krijgen er onderuit te komen zullen zij
het niet laten. En die kans wordt groter naarmate zij in een hogere
machtspositie zitten, vandaar dat naar boven toe het huichelen van
gehoorzaamheid duidelijker wordt. Iedereen probeert naar vermogen onder de
gehoorzaamheid uit te komen en liegt er maar wat op los. Het enige bijzondere
aan de zichzelf besturende mens is dus het feit dat deze er zich van bewust is
dat hij gehoorzaamheid huichelt om te kunnen overleven, en zelfs zover gaat
hiervan een tactiek te maken. De andere mensen hebben niet in de gaten dat zij
huichelen en worden zelfs kwaad als je hen er op wijst. Want hun imago van
brave burger moet onder alle omstandigheden gehandhaafd blijven. En bovendien
verkeren zij in de mening dat het doen alsof je gehoorzaam bent bevorderend is
voor de maatschappij. Het is hen aangepraat dat dit de enige manier is om met
elkaar te leven. Men noemt dit dan heel fraai “de rechten en de plichten"
van de mensen en vindt dat het van sociaal gevoel zou getuigen zich hieraan te
houden. Maar tevens voelen zij wel aan dat het hele verhaal niet klopt en gaan
hun gang waar zij maar de kans krijgen. En dan komt er meestal iets voor de dag
dat toch weer in het teken van het machtsdenken staat en dat dus puur op
eigenbelang gericht is. Voor dit eigenbelang zijn de genoemde brave burgers op
alle mogelijke manieren "zelfbesturend", dan begrijpen zij ineens wel
dat gehoorzaamheid en ongehoorzaamheid niets betekenen. De zelfbewuste zichzelf
besturende mens echter is nooit op dit eigenbelang uit omdat er voor hem geen
macht bestaat.
REDELIJK
ZELFBESTUUR
Als
er voor de zichzelf besturende mens geen dwingende hogere macht bestaat blijft
er voor hem maar één ding over om met de andere mensen samen te kunnen leven.
Behoorlijk sociaal gedrag kan niet meer van hogerhand afgedwongen worden. En
dus blijft er over dat de mensen het onderling en met elkaar moeten regelen.
Dat kunnen zij op grond van de redelijkheid. Het zich houden aan regelingen,
die onderling in goed overleg getroffen zijn, heeft niets te maken met al of
niet gehoorzaam zijn omdat iedereen zich in de getroffen regelingen kan vinden.
Niemand behoeft dan het gevoel te hebben tot iets gedwongen te worden en voor
niemand is er de noodzaak ter wille van de regeling iets te moeten inleveren.
In plaats van een beperking van de persoonlijkheid, afgedwongen door
machtsmiddelen, is er in principe volledige ruimte. De ruimte namelijk die voor
ieder mens in het bewustzijn optreedt als er in sociaal overleg alleen maar van
de rede uitgegaan wordt. De rede, het menselijk denkvermogen, het inzicht in de
werkelijkheid, zijn immers grootheden die behoren tot de niet-materiële,
heldere en vluchtige menselijke geest zoals die als sluitstuk van de evolutie
voor de dag is gekomen. Omdat de evolutie niet verder gaat aan deze
niet-materiële situatie, die op andere wijze dezelfde is als die welke wij aan
het "begin" van de wording en evolutie aantreffen, gaat er niets
boven de mens uit, maar is het bovendien een feit dat hij het moet hebben van
de geest die in de mens voor de dag komt. Willen de mensen dus in de wereld met
elkaar kunnen samenleven en om dat mogelijk te maken en in stand te houden met
elkaar een aantal dingen kunnen regelen, dan zullen zij bijgevolg aangewezen
zijn op de menselijke geest. En daarmee gaat voor hen het ruimtelijke gelden,
de voorwaarde voor begrip en vrijheid, voor leven en liefhebben. Levend vanuit
dat ruimtelijke zelfbewustzijn is er geen mogelijkheid tot machtsuitoefening
tot inperking van de persoonlijkheid en tot afdwingen van gehoorzaamheid.
Op het ogenblik is de mensheid nog lang
niet aan het zichzelf besturen toe. Hoewel vrijwel
iedereen het stilletjes toch doet wordt er tegelijk heftig ontkend dat dit het
geval zou zijn. Men houdt het bij de in de westerse cultuur ontstane gedachte
dat alles en iedereen bestuurd en geleid zou moeten worden. Dat is een
mechanistische gedachte, een gedachte dus die in het verlengde ligt van het
denken over machines. Voor een machine geldt immers ook dat zij alleen maar dan
kan werken als er van buitenaf een besturingsmechanisme op inwerkt. Zonder dat
mechanisme is de machine een dood en bewegingsloos ding dat totaal nutteloos
is. En zo beschouwt de huidige mens zichzelf als een ding dat dank zij een of
ander besturingsapparaat in beweging kan komen. Dat blijkt niet duidelijker dan
nu tijdens de heersende werkeloosheid. Bijna alle werkelozen verwachten werk
vanuit het besturingsapparaat, de regering dus, met in het verlengde daarvan de
werkgevers. Alleen van buitenaf en van bovenaf verstrekt werk wordt als volwaardig
beschouwd. Banen moeten er komen, desnoods zinloze banen of banen in een
afkeurenswaardige industrie als de oorlogsindustrie, maar banen moeten er
komen. Men gaat nauwelijks zelf op zoek naar datgene dat "de hand vindt om
te doen" en dat dus een zinvolle samenhang vertoont met de eigen
persoonlijkheid, nee, men wil banen verstrekt krijgen. Het moet van buitenaf
komen en van bovenaf. Het moet komen van het besturingsapparaat. En daaruit
blijkt hoezeer de mensen nog mechanistisch denken. Vanuit dit denken begrijpen
zij absoluut niet dat het met henzelf anders gesteld is. Dat gehoorzaamheid en
ongehoorzaamheid, dat geregeerd worden en anarchie, dat een baan hebben en
werkeloos-zijn, allemaal zinledige begrippen zijn die voortkomen uit de
westerse wijze van denken. Een wijze van denken die niets uitstaande heeft met
de realiteit van het menselijk leven op aarde, of het zou dit moeten zijn dat
die wijze van denken vijandig is aan de realiteit. Omdat het mechanistische
denken nog overal stevig op de voorgrond staat vindt men betrekkelijk weinig
weerklank als men er op wijst dat een aantal begrippen, zoals gehoorzaamheid en
ongehoorzaamheid, volstrekt zinledig is.
Veel
mensen blijken echter niet los te kunnen komen van de basisgedachte dat de
mensen eigenlijk gehoorzaam zouden moeten zijn. De oorzaak daarvan ligt volgens
mij toch in het mechanistische denken, dat vaak onmerkbaar van invloed is op de
wereldbeschouwing. Met als gevolg dat men niet in staat blijkt een gedachtegang
zonder opgelegde besturing en leiding door te zetten. De meeste mensen stellen
zich dan tevreden met het denkbeeld van een "redelijke leiding", die
nu eens werkelijk op het welzijn van de mensen uit zou zijn. Zij vergeten
daarbij dan dat een "redelijke leiding" een hersenschim is, die elke
realiteit mist. Want wanneer aan die leiding een zekere macht wordt toegekend -
en dat is wel degelijk de bedoeling in deze gedachtegang - is er niet aan te
ontkomen dat de mensen onvrij zijn. Zij zullen dan toch moeten zijn zoals de
machthebbers, desnoods goedbedoelend, menen dat zij moeten zijn. De filosofen
uit de menselijke "staat" van Plato zullen toch noodzakelijk de
mensen moeten dwingen zich overeenkomstig de filosofische "deugdzaamheid"
te gedragen. En in dit verband kunnen wij ook denken aan het "du sollst" van
Kant en aan de gedachte van de goede tirannen van Hegel. In
al die gevallen zijn de mensen onvrij, wordt hun eigen persoonlijke zijn niet geaccepteerd,
en wordt er van hen verlangd gehoorzaam te zijn. Ook al is het een
gehoorzaamheid aan hoogverheven idealen, het is en blijft toch een
gehoorzaamheid, en dus een tegenspraak met de feitelijke situatie van de mens
in de kosmos. In de grond van de zaak gaat het er niet zozeer om waartoe je
gedwongen wordt, maar gaat het er om dat je gedwongen wordt en alleen al
daardoor niet aan volwaardig menszijn toekomt. Ik denk dan ook dat zelfs een
"redelijke leiding" op den duur onhoudbaar blijkt. Daarbij komt
bovendien het feit dat in het begrip "redelijke leiding" een
tegenspraak verborgen zit. Want het laten gelden van redelijkheid sluit elke
machtssituatie uit en maakt dus het begrip "leiding" onmogelijk. De
werkelijk redelijke mens zal nooit in staat zijn andere mensen te leiden, want
hij weet heel goed dat ieder mens een eigen weg gaat en een eigen leven heeft,
en dat elke dwangmatige afwijking daarvan die mens onbetrouwbaar maakt, dat wil
zeggen niet meer "zichzelf gelijk". De begrippen "redelijke leiding",
en "macht ten
goede" e.d. zijn uiteindelijk onhoudbare begrippen. Maar
om dat in te zien moet men in staat zijn het gangbare mechanistische denken te
ontmaskeren, en dat is doorgaans niet zo eenvoudig.
Over
het algemeen blijken speciaal de intellectueel ingestelde, en min of meer
wetenschappelijk opgeleide, mannen zich hiertegen te verzetten, stellig vanuit
het feit dat zij het zijn die in deze maatschappij de besturingsmechanismen in
handen hebben ... hetgeen op zichzelf als een bevestiging van de juistheid van
mijn gedachtegang opgevat kan worden.
No.
143 - februari 1984
Bovenstaande
tekst is geschreven:
Door
Jan Vis, filosoof.
Terug naar:
de
Startpagina
Bladwijzer: Deugdzaamheid ; Zelfbestuur
Naar andere artikelen:
Het toenemend belang van het Atheïsme ; Geen God wat dan ; Godsdienst en Geloof
; Evolutie of Creatie ; De fundamentele intolerantie van de Godsdienst
; God bestaat niet ; Bedreiging van het
vrijdenken en het atheïsme ; De verdedigers van de Godsdienst ; Waarom is de Islam als godsdienst tegen de Westerse Wereld..? zie no. 27.
; Toch nog een Theocratie- zie afl. 18 ;
Ongewenst atheïsme- zie afl. 32 ; Een grens te ver
(Israël) ; Verbieden van de godsdienst..?-zie afl. 21
; Discrimineert / onderdrukt de Westerse Cultuur..?
zie aflevering 60 / 61 ; Kunnen moslims zich invoegen
in de Moderne cultuur..? – aflevering no. 37 ; De
Islam ; Het staat in de Koran- zie
aflevering 36 ; De heilige wet-De Sjari’a
; Burqa, volg bladwijzer ; Is
er dan toch een GOD..? Hoe zit dat..? Briewisseling- Geweld- Godsdienst- Geloof ;
Vrijheid
van Godsdienst ; Kan alles maar..!-zie
bladwijzers ● Cultuurfilosofische
Opmerkingen-o.a. Verveling, verlies van houvast, Islam’s
succes ; de kunst; het schone verschijnsel ; Samenleving,
Maatschappij en Gezin ; Filosofie van de kunst ; Hoe zit het nou
met god ; Het Nihilisme ; Vernietiging van de macht ; Uilenspiegel en de macht ; Een alternatief bestuur ; Artikelen betreffende o.a. Moslims / ISLAM ; Proces
v/d Eeuw tegen alle ingezetenen van Nederland.!.? ; Kan macht
zich ten goede keren ;
Artikel
werd geplaatst in de uitgave "IN NIETS NEUTRAAL" van De Vrije
Gedachte te Rotterdam.
Aangezien
de filosofie er niet is voor enkele bevoorrechten, maar juist voor alle mensen,
is het citeren uit dit artikel zonder meer toegestaan.
Bronvermelding
wordt echter wel op prijs gesteld.
|
|