VAN DE
auteur: Frans Bijlsma
Bladwijzers: verspreiding ; de kernlanden ; kenmerken en
beginselen; hoofdpunten ; voornaamste richtingen en stromingen ; verhoudingen
tot andere godsdiensten ; de cultuur van de islam ; Sjari'a, de Heilige Wet ; moderne
ontwikkelingen ; Boeddhisme ; Armenië
/ Turkije---vervolgingen
; Ramadan
; China ; Duizend en één nacht
; Djihad/de zesde ZUIL ; Dekolonisatie ;
Naar andere artikelen: Het
toenemend belang van het Atheïsme ; Geen God wat dan ; Godsdienst
en Geloof ; De
ISLAM rukt op… ; Evolutie of Creatie ; De
fundamentele intolerantie van de Godsdienst ; God
bestaat niet ; Bedreiging van het vrijdenken en het atheïsme
; De
verdedigers van de Godsdienst ; Toch nog een
Theocratie- zie afl. 18 ; Ongewenst atheïsme- zie afl. 32 ; Een grens te ver (Israël) ; Verbieden
van de godsdienst..?-zie afl. 21 ; Hoe zit het nou met god ; Waarom is de
Islam als godsdienst tegen de Westerse Wereld ..? zie no. 27 ; Koranverslag
; Het
staat in de Koran- zie aflevering 36 ; Discrimineert
/ onderdrukt de Westerse Cultuur..? zie aflevering 60 / 61 ; Burqa, volg bladwijzer ; Is
er dan toch een GOD..! hoe zit dat..? ; Briewisseling-
Geweld- Godsdienst- Geloof ; Moslims ;
kunnen moslims zich invoegen in de moderne
cultuur..? Een ernstige en grote denkfout..!-zie
nr 37. ; Kan alles
maar..!-zie bladwijzers ;
Islam’s
succes ; Oorzaak SEXUEEL misbruik - zie bladw.
; Het
Buitenechtelijke - bandeloosheid - Overspel - Liefde - zie bladwijzers
; Het HUWELIJK is een belediging voor de LIEFDE - zie bladw. ; Houden van...Liefde...Trouw Overspel/huwelijkswet ; Reciteren van heilige schriften- nr. 23 ; Over
de ISLAM, DE VRIJE MENINGSUITING en HET BELEDIGEN ; De
Westerse wereld en de wereld van de Islam ; Overeenkomsten
KORAN EN BIJBEL ;
Terug naar: De
Startpagina
VERSPREIDING
De Islam is de jongste der
grote wereldgodsdiensten. Zijn begin wordt wel aangegeven met het jaar 622 van
onze (Christelijke!) jaartelling, toen Mohammed van Mekka naar Medina trok. Sindsdien
heeft, ongeveer in onze Middeleeuwen en ook nog wel daarna, de Islam zich
vanuit het Nabije Oosten verbreid over grote delen van Azië en Afrika.
Momenteel zijn de volgende landen overwegend Mohammedaans: Saoedi-Arabië,
Noord- en Zuid-Jemen, Oman, de Verenigde Emiraten, Koeweit, Jordanië, Syrië,
Libanon, Irak, Iran, Pakistan, Bangla-Desj, Afghanistan,
Indonesië, Turkije, Egypte, Libië, Soedan, Somalië, Tsjaad, Niger, Mali,
Tunesië, Algerije, Marokko, Mauretanië en Senegal.
Belangrijke Mohammedaanse minderheden worden gevonden in de kuststaten van
West-Afrika, Ethiopië, Kenya, Tanzania, India, Maleisië, de Philippijnen,
de Zuidelijke en Centraal- Aziatische Sovjetrepublieken, China, Joegoslavië,
Albanië en Bulgarije. Tenslotte komen etnische minderheden die de Mohammedaanse
godsdienst belijden voor in de meeste landen van Europa (voornamelijk
"gastarbeiders") en sporadisch in Noord- en Zuid-Amerika, Australië
en Oceanië.
De
kernlanden liggen dus in West-Azië en Noordelijk Afrika,
terwijl de landen met belangrijke minderheden daar een soort gordel omheen
vormen. De verspreiding van de Islam is nog wel groter geweest, met name in
Europa: grote delen van Portugal, Spanje, Zuid-Italië, Griekenland en de Balkan
waren tot na de Middeleeuwen, soms tot 1918 (als deel van het Turkse Rijk) onder Mohammedaans
bestuur. Men zou van een algehele achteruitgang van ongeveer 1700 tot circa
1950 kunnen spreken, waarna in onze tijd weer een opleving wordt gezien.
Momenteel heeft de Islam, vooral in Afrika, de neiging op te dringen, zich
verder uit te breiden, hoewel geen actieve zending bedreven wordt. De oorzaken
daarvan zijn gecompliceerd, het voert te ver om er hier op in te gaan. Men kan
in het algemeen wel zeggen dat de Islam minder "vermoeidheidsverschijnselen"
vertoont dan het Christendom. Zien wij als vrijdenkers dus met enige voldoening
het laatste steeds meer in verval raken en vooral in Europa ook numeriek
"afkalven", van de Islam kan dat (helaas) niet worden gezegd. De
Islam is springlevend en spreekt blijkbaar hele volkeren terdege aan, weet
zelfs enthousiasme en fanatisme op te roepen. In de volgende paragrafen
hierover meer.
De aanhangers van de
Islam worden Islamieten, Mohammedanen of Moslims genoemd,
terwijl men vroeger ook wel van Muzelmannen sprak. Typerend bij dit laatste is
dat ook toen al, en door buitenstaanders, de vrouwen "quantité
négligeable" werden geacht.
VOORNAAMSTE
KENMERKEN EN BEGINSELEN
Het is hier niet de
plaats om de gehele inhoud van de Islam uitputtend te behandelen. Daarover kan
men in alle openbare bibliotheken naslagwerken raadplegen of die zelf
aanschaffen. Alleen hoofdpunten zullen hier worden aangestipt.
Typerend voor de Islam
is de totale verwevenheid van godsdienst met het sociale, politieke, culturele en
zelfs gezinsleven: de Islam is het klassieke voorbeeld van een theocratie.
Het recht, de wetten, de sociale structuur, het onderwijs, alles staat in het
teken van die ene godsdienst. Een "wereldlijke", burgerlijke of openbare
sector naast de religieuze, zoals in (overwegend) Christelijke landen toch al
vaak sinds eeuwen bestaat of gebruikelijk is, kent men niet. Een uitzondering
hierop vormen wellicht Egypte, Turkije en nog enkele kleinere landen die een
vrij vooruitstrevende, van theocratische elementen ontdane grondwet hebben.
Islam
betekent letterlijk overgave, onderwerping en dat is niet toevallig. Het
dagelijks leven van het individu is doortrokken van talrijke geboden en
verboden, alle gebaseerd op teksten uit de Koran en vaak nog net zo nauwkeurig
in acht genomen als duizend jaar geleden. De Koran-teksten,
die evenals de Joodse Talmoed en de Christelijke Bijbel op openbaring berusten
en grotendeels van Mohammed
(de Profeet) afkomstig zijn, vormen tezamen met een aantal tradities (de hadith) de kern van de geloofsinhoud. Voor het dagelijks
leven geldt de praktijk van de Vijf Zuilen die tezamen de plichtenleer (fikh) vormen: het reciteren van geloofsartikelen, gebed (salat, vijf maal per dag met het gezicht naar Mekka
gekeerd), het geven van aalmoezen, periodiek vasten (Ramadan) en indien mogelijk eenmaal
in zijn leven een bedevaart naar Mekka. Iemand die dit laatste al gedaan heeft
wordt een hadj of hadji genoemd, wat uiteraard een eretitel is.
Volgens sommigen is er
nog een zesde zuil, de djihad of heilige oorlog tegen de
ongelovigen en allen die de zuiverheid van de Islam willen aantasten. Wie als
martelaar in een heilige oorlog sneuvelt gaat direct naar Allah en het
Paradijs. Dit concept is in de loop der eeuwen wel wat afgezwakt. Feit is, dat
het begrip djihad
nog steeds duizenden Moslims weet te bezielen en dat men vroeger in Europa
rilde en beefde als men vernam dat de Mohammedanen een Heilige
Oorlog hadden uitgeroepen...
Als
basis voor het rechtsstelsel dient in vele Islamitische landen de Sjari'a, de Heilige Wet die persoonlijke zaken regelt
zoals huwelijk, seksualiteit, drankgebruik, vasten, erediensten, maar ook meer
algemeen-maatschappelijke zaken zoals verlichting van armoede, steun
aan weduwen en wezen, straffen bij diefstal en moord, (het verbod op)
renteheffing, gescheiden onderwijs etc. De sluiering en afzondering van vrouwen
en het verbod om levende wezens af te beelden zouden niet uitdrukkelijk zijn
voorgeschreven maar meer door de traditie zijn bepaald. Slavernij is toegestaan
en heeft eeuwenlang in veel Mohammedaanse landen een bloeiend bestaan geleid.
Hier en daar is de
nationale wetgeving aangelengd met Westerse of in het algemeen
niet-islamitische elementen en wil men juist weer terug naar de sjari'a als maatstaf en toetssteen (Iran, Pakistan, Egypte,
Algerije), wat vooral door de fundamentalisten of behoudende stromingen aldaar
wordt nagestreefd. Als die hun zin krijgen zien we wat er gebeurt, zoals in
Iran sinds de verdrijving van de Sjah en het aan de macht komen van ayatollah Khomeiny. En was er niet onlangs veel te doen over de (in
Nederland op de televisie vertoonde, maar in andere landen uit angst voor het
dichtdraaien van de oliekraan geweigerde) film "De dood van een prinses",
een modern sprookje uit Saoedi-Arabië waarin de genoemde hoofdpersoon gestenigd
werd wegens overspel? Hoe slecht of op sensatie berustend deze film ook geweest
mag zijn, niemand, ook de Saoedi's zelf niet, ontkende de feiten die er aan ten
grondslag lagen...
Allah blijkt net zo'n
tirannieke, wraakzuchtige en haatdragende god te zijn als Jahwe bij de Joden en
God de Heer "bij ons". Wel staat hij zijn trouwe volgelingen (in
theorie, als ze ze onderhouden kunnen) vier vrouwen
toe* en komen er in het Moslim-paradijs paringen
voor die eeuwen duren ... Door zulke elementen lijkt de Islam
minder puriteins dan het Christendom, maar dat wordt door de talrijke andere
ge- en verboden en de reinheidsideeën weer te niet gedaan. De verachting voor
het lichaam die oorspronkelijk in het Christendom centraal stond is in de Islam
minder uitgesproken, evenals het "spelen op het hiernamaals", maar
verder ontlopen de twee elkaar niet veel in botheid, starheid en gemeenheid.
Lijfstraffen, zoals geseling en het afkappen van handen en doodstraffen
door steniging, ophanging of onthoofding worden met name genoemd en dat weegt
wel op tegen oog om oog, tand om tand...
In niemands hoofd is het blijkbaar opgekomen dat
de barre woestijnmoraal anno 622 wel eens niet helemaal meer van toepassing op
onze tijd zou kunnen zijn. Aan vrijzinnigheid, laat staan aan vrijdenken, kent
de Islam geen enkele ruimte toe. Dat men "niets" gelooft kan geen
enkele Moslim zich indenken. Een andere godsdienst, daar kan hij zich nog in
verplaatsen, maar helemaal niets ... "Men moet toch in een god
geloven?"
Klinkt u, vrijdenkers,
zoiets niet bekend in de oren?
Men moet aannemen dat
er wel Moslims zijn die er anders over denken, een soort vrijzinnigen dus, en
zelfs (!) vrijdenkers die zich Islamiet blijven noemen; vast staat dat velen
iets van Westerse invloeden hebben ondergaan en het met het een en ander niet
zo nauw meer nemen. Maar de meesten houden wijselijk hun mond, uit zelfbehoud,
en dat is in vele dictaturen (zo mogen we de Islam toch wel noemen) vaak maar
het beste wat men kan doen.
Zo zien we dat in de
ideale Islam-staat (maar gelukkig voldoen lang niet alle Moslim-landen
daaraan) de religie zowel het persoonlijke als het openbare leven in een
ijzeren greep houdt waarin uitgesproken opvattingen over mens en staat, recht
en wet hun neerslag vinden. Die opvattingen zijn dogmatisch, star en weinig
"mensvriendelijk". De positie van de vrouw, om maar eens iets te noemen,
is abominabel en voor ons Westerlingen zelfs onvoorstelbaar. Dat betreft dus al
50 procent van de bevolking.
Allah een god der liefde? Vergeet het maar.
* De man mag ze tevens eenzijdig verstoten (talak ) In een aantal Moslim-landen
is polygamie niettemin verboden of wordt alleen onder bepaalde voorwaarden
toegestaan.
VOORNAAMSTE RICHTINGEN EN STROMINGEN
De belangrijkste tweedeling
in de Islamitische wereld is die tussen Soennieten en Sji'ieten.
De laatsten scheidden zich reeds af in 661 bij de dood van de vierde "rechtgeleide" kalief Ali, schoonzoon van de Profeet.
In het algemeen zou men kunnen zeggen dat de Sji'ieten
een iets minder strenge interpretatie van de heilige geschriften
voorstaan maar anderzijds meer de echte mystiek-religieuze Islam
vertegenwoordigen. "Progressiever" zijn zij zeker niet, zoals te
constateren valt in het enige land waar zij de absolute meerderheid vormen,
Iran. Als minderheden komen ze voor in Irak, Syrië, Libanon (o.a. de Druzen), in Turkije (waar ze als Alawieten
bekend staan en momenteel ernstig te lijden hebben onder vervolgingen door de
Soennitische meerderheid), voorts in de Perzische Golf-staten, Jemen, Pakistan en India.
Merkwaardig is dat de Islam geen officieel
priesterschap kent als bemiddeling tussen God en de mens. De
imams, oelema's, mullah's,
ayatollah's zijn geestelijke leiders, wetsuitleggers
enzovoort maar geen priesters zoals we die in het Christendom kennen. Voor hun
bestaat ook geen verplicht celibaat. In een aantal Moslimlanden komt de figuur
van de kadi voor, een religieuze rechter die in allerlei zaken, ook van
"wereldlijke" aard, bindende uitspraken kan doen.
Mystiek heeft in de Islam nooit zo'n gróte
rol gespeeld. Sinds de 9e eeuw hebben zich wel enkele mystieke stromingen
voorgedaan zoals die van de Soefi's, die ook neo-platonische
en boeddhistische opvattingen overnamen. De plichtenleer werd bij hen als veel
minder streng ervaren; geestelijke verdieping en inkeer stonden op de
voorgrond. Men had mystieke orden, de tarika's, die
in een soort kloostergemeenschappen bijeen woonden. De derwisjen, aan wie vaak
magische krachten werden toegeschreven en die bijvoorbeeld geesten zouden
kunnen oproepen, reisden meestal rond. Hier en daar kwam het tot een
heiligenverering die meestal aansloot bij, plaatselijke tradities en
voor-Mohammedaanse gebruiken, maar anderzijds betekende de
overgang tot de Islam toch meestal -, net
als in het Christendom - een
radicale breuk met het als heidens beschouwde verleden.
Een zekere mate
van "bijgeloof “ is door de Islam wel altijd toegelaten en hier en daar
in het cultuurpatroon opgenomen. Bekend is bijvoorbeeld het geloof in djnun (meervoud van djinn), geesten die in iemand konden
kruipen, hem ziek maken en pijn bezorgen, maar ook vreugde, voorspoed,
plotselinge verliefdheid. Ze konden zich snel verplaatsen,
door de lucht vliegen en beschikten over, allerlei magische
vermogens. Vroeger was het geloof in deze geesten in de hele Mohammedaanse
wereld erg levend - men zie daarvoor o.a. de prachtige, bonte verzameling
verhalen bekend geworden als de Duizend en één Nacht, terecht deel uitmakend van de
wereldliteratuur - thans vindt men het
vooral nog in Noord-Afrika. Ook hier heeft de voor-Mohammedaanse
overlevering zijn invloed doen gelden.
Van de moderne
bewegingen moet de Ahmadiyya worden genoemd,
ontstaan in
Al met al moet worden
geconstateerd dat de Islam een nogal starre godsdienst is gebleken, die in
dertien eeuwen weinig ontwikkeling heeft doorgemaakt en ook niet zo'n sterke
opsplitsing in richtingen en "onderafdelingen" kent als het
Christendom. Wat dat betreft is een vergelijking met het orthodoxe Jodendom of
het Hindoeïsme meer op zijn plaats. Dit heeft waarschijnlijk belangrijk
bijgedragen tot de kracht van dit geloof, dat met zijn greep op het
persoonlijke en maatschappelijke leven steeds duidelijk en consequent
voorschreef hoe men leven moest. Voor ontwikkelingen via vrijzinnigheid
("minder naar de letter, meer naar de geest") naar humanisme en
atheïsme lijkt in de Islam - we hebben het al eerder aangeduid - volstrekt geen
plaats te zijn. Laten wij als vrijdenkers hopen dat het niet alleen de kracht,
maar ook de zwakte van deze godsdienst zal uitmaken.
VERHOUDING TOT ANDERE
GODSDIENSTEN
Dat de Islam zich
altijd zo goed heeft verdragen met "andersdenkenden" die in
hetzelfde gebied woonden als de Moslim-meerderheid is grotendeels een mythe,
ook door Islamieten zelf in stand gehouden om hun een image van tolerantie te
geven. En tolerantie is "in" in de huidige wereld, dat beseffen ze
maar al te goed.
Toch
zijn er wel voorbeelden van hoe aanhangers van andere godsdiensten geruime
tijd, soms eeuwenlang in betrekkelijke rust in Mohammedaanse gebieden hebben
geleefd en gewoond. Volgens de Koran moesten Christenen, Joden en andere
aanhangers van monotheïstische godsdiensten een "hoofdgeld" (djizja) betalen om ongestoord tussen de Islamieten te
kunnen leven. Polytheïsme werd echter niet geduld. Hoewel Christenen, Joden
e.a. niet uitdrukkelijk van bepaalde beroepen werden uitgesloten of in hun
vrijheid van woonplaats werden beperkt waren zij toch vaak een soort
tweederangs burgers, echter zonder grootscheepse vervolgingen. Bekende
voorbeelden zijn de Joodse gemeenschappen in Mohammedaans Zuid-Spanje in de
Middeleeuwen, waar Joodse artsen en wijsgeren zoals Maimonides
het tot groot aanzien brachten, de Koptische Christenen in Egypte, de Joodse
en Christelijke gemeenschappen in het Turkse Rijk: dat is eeuwenlang "goed
gegaan" en dat dient met ere te worden vermeld.
Deze feiten worden echter overschaduwd door
grillige, onberekenbare vervolgingen, moordpartijen, haatcampagnes en
"heilige oorlogen", soms in hetzelfde rijk als waarin ook tolerantie heerste: berucht zijn
bijvoorbeeld de vervolgingen van de (Christelijke) Armeniërs door de Turken van
1918 tot 1923, waarbij naar schatting meer dan een miljoen mensen om het leven
kwamen en vaak op beestachtige wijze werden afgemaakt. Tot in onze tijd hebben Mohammedanen voor
brandhaarden gezorgd waarbij haat tegen andersdenkenden en godsdienst-twisten op de voorgrond stonden. Als recente
voorbeelden mogen dienen India-Pakistan (van 1947 tot op de huidige dag),
Soedan (tegenstelling Noord/Zuid, gearabiseerde versus zwart-afrikaanse bevolking), de Philippijnen
( juist andersom: Moslims in het Zuiden, anderen in het Noorden) en
Israël/Palestina, waarbij zeker in het laatste geval moet worden gezegd dat de
gevoelens wederzijds zijn en dat ook andere, met name sociaal/politieke
problemen een rol spelen.
De expansieve oorlogen van
622 tot circa 1700 kunnen hier beter buiten beschouwing worden gelaten omdat
deze, meer op uitbreiding van gebied, macht en bezit waren gebaseerd dan op
godsdienstige intolerantie. Doch ook hier speelde altijd wel een element
daarvan mee: "Dood aan de Christenhonden" (die zich overigens met
Kruistochten e.d. ook niet bepaald onbetuigd lieten), de Hindoestani,
de Joden enz. enz. Uiteindelijk zou de wereld er in de ogen van Mohammedanen
toch maar het beste uitzien als iedereen Allah en zijn Profeet vereerde. Intolerantie
ligt aan iedere godsdienst ten grondslag, het Boeddhisme
misschien uitgezonderd.
Met nadruk moet worden
gesteld dat de Islam ook een hele cultuur
vertegenwoordigt, of liever vertegenwoordigd heeft, want het zwaartepunt ligt
ongetwijfeld in het verleden. Er is zelfs sprake geweest van een bijzonder
rijke cultuur op het gebied van bouwkunst, natuurwetenschappen, geneeskunde,
filosofie, literatuur en schilderkunst met als centra Zuid-Spanje, Egypte, het
Turkse Rijk, het kalifaat van Bagdad, Perzië en de Mogul-rijken
in India. Vaak bloeide al kort na de Islamisering (8e-9e eeuw na Chr.) een
rijke cultuur op om haar hoogtepunt te beleven ongeveer gelijktijdig met onze
(late) Middeleeuwen. In de Oostelijke centra was nog sprake van een veelzijdige
beschaving in de 17e en 18e eeuw alvorens ook daar het verval intrad. De
algehele neergang tekent zich ongeveer gelijktijdig af met de opkomst van het
Westen als centrum van wetenschap, techniek en kunst, maar ook van
veroveringsoorlogen en kolonisering. Toch moet men niet vergeten dat in de
Arabische wereld de wetenschap, met name wiskunde, sterrenkunde, geneeskunde,
filosofie uit de Grieks-Romeinse oudheid bewaard werd en met grote eigen
vorderingen verrijkt werd te zelfder tijd dat in Europa barre, primitieve
levensomstandigheden voor bijna iedereen regel waren en eigenlijk alleen de
kerken en kloosters centra van cultuur mochten worden genoemd. In onze
Europa-centrische wereldbeschouwing zijn wij nogal eens geneigd over het hoofd
te zien dat onze eigen beschaving - afgezien van de Oudheid -
laat begonnen is en dat er elders in de wereld grote culturen
hebben bestaan waarmee wij eenvoudig geen contact hadden of pas zeer laat
kregen (behalve de wereld van de Islam ook China, Zuid-Azië en de Amerika's). Tegen deze achtergrond moet ook de huidige
Islam worden bezien. Het vereist tenminste enig respect en historisch besef
als men haar tegemoet treedt, hoezeer men zich ook afgestoten voelt door de
fanatieke drijvers, de enge godsdienstige leiders en de volstrekt achterhaalde
moraal van het heden, waarbij de mensen in dat deel van de wereld zich de
laatste eeuwen ook niet bepaald kunnen beroepen op grootse prestaties in wetenschap,
techniek, kunst of sociale vooruitgang. Het besef dat voor een paar honderd
jaar in datzelfde deel van de wereld wèl beschaving
en een zekere "verlichting" heersten, dat die godsdienst blijkbaar
niet onverenigbaar was met wetenschapsbeoefening, verfijning en cultuur (naast,
zeker ook, hardheid in politiek-militaire zin), kan bijdragen tot een
genuanceerde benadering en zelfs hoop geven voor de toekomst. Het lijkt wel of
de kwade elementen in de Islam zijn blijven voortbestaan, terwijl de goede
vergeten zijn, achterhaald en in onbruik geraakt. Alleen schitterende
bouwwerken en kunstschatten getuigen er nog van.
Grote delen van
de Islamitische wereld zijn lange tijd geheel of half gekoloniseerd
geweest door Westerse mogendheden (Marokko, Algerije, Tunesië, Libië, Egypte,
Palestina, Jordanië, Syrië, Irak, Saoedi-Arabië, Somalië, Soedan, Pakistan,
Indonesië). Zij kregen eerst in de periode van dekolonisatie die tussen 1940 en 1950 inzette hun
onafhankelijkheid, soms na een lange en bloedige oorlog met onderdrukking en
vervolging door de koloniale bezetter. Dit ging in veel gevallen gepaard met
een ontwakend nationalisme, een verhoogd zelfbewustzijn dat in de jonge staten
soms krachtige impulsen ontving van de ontdekking van enorme olievoorraden,
dus nieuwe, onverwachte en plotseling verworven rijkdom. Daarmee kreeg een
aantal Mohammedaanse landen een machtsmiddel in handen dat juist vandaag de dag
een zeer belangrijke rol speelt in het wereldgebeuren.
Het spreekt vanzelf dat
plaatselijke factoren evenzeer van belang zijn en dat de opleving van de Islam
niet alleen door de koppeling aan aardolie (die trouwens niet in alle
Islamitische landen aanwezig is) verklaard kan worden. Het zou echter onzinnig
zijn zulke economische - en daarmee politieke - factoren buiten
beschouwing te laten, reden waarom ze hier als eerste ter
sprake worden gebracht.
Aansluitend hieraan moet het huidige neo-kolonialisme en imperialisme worden genoemd, waarmee
vooral Amerika, de Sovjet-Unie en in mindere mate landen als Frankrijk,
West-Duitsland en Engeland een vinger in de pap wensen te houden. De mensen in
die landen beseffen dat maar al te goed, zodat we soms overdreven
afweerreacties te zien krijgen, zoals in het huidige Iran van Khomeini en de zijnen, waarin elke buitenlander en
binnenlandse opponent voor CIA-agent respectievelijk communistische spion kan
worden uitgemaakt. Helaas is in sommige gevallen die beschuldiging maar al te
waar, wat natuurlijk geen vrijbrief vormt voor willekeurige arrestatie,
marteling, moord, gijzeling of ophitsing van de bevolking.
Het moet gezegd worden
dat vanuit Islamitisch standpunt alle -ismen, inclusief het socialisme, als
Westers en niet-eigen worden ervaren en dat men er, als er al experimenten zijn
uitgevoerd, doorgaans slechte ervaringen mee heeft. Ze komen alle neer op een
scheiding tussen kerk en staat, voor de echte theocratische Mohammedaan een
onverteerbare en zelfs volstrekt onaanvaardbare gedachte. Een belangrijke rol
in deze afwijzing van Westerse staatsvormen en herbezinning op Islamitische
fundamentele waarden speelt de zogenaamde Moslim Broederschap, een min of meer
geheim genootschap dat vooral in Syrië en Egypte, maar ook in Jordanië en
Soedan opereert. Men zou haar kunnen vergelijken met de Broederbond in
Zuid-Afrika, die club van blanke, Afrikaans (is verbasterd Nederlands)
sprekende ultra-reactionairen die echter veel meer macht achter de schermen
hebben. De Moslim-Broederschap doet in verschillende
landen moeite om die te krijgen en leidt daartoe activisten op die moord,
overvallen en intimidatie niet schuwen. Ze staat (gelukkig, zou men haast
zeggen) op haar beurt aan vervolgingen bloot door een overheid die zich door de
Broederschap de wet niet wil laten voorschrijven en andere politieke belangen
heeft, maar in bijvoorbeeld Egypte weet men dat de Broederschap niet zal rusten
voor het Egyptische burgerlijk wetboek door de sjari'a
vervangen is.
Wat dat betreft liggen
de zaken iets eenvoudiger in de koninkrijken Marokko, Jordanië en
Saoedi-Arabië, waar de heersende vorsten van het geslacht van Mohammed beweren af te
stammen en in het laatste land de Wahhabieten, tot
welke familie het koningshuis behoort, bovendien nog belast zijn met de
bewaking en bescherming van de heiligdommen in Mekka en Medina. Zelfs in dat
laatste, het kernland van de Islam, komen nog sekten voor die vinden dat het
allemaal nog niet streng genoeg is, zoals de Moshtarin
die vooral actief zijn rondom Mekka. In een land als Algerije, dat tijdens
en kort na de verschrikkelijke bevrijdingsoorlog tegen de Fransen (1954-1962)
beslist een progressieve signatuur had, heeft de Moslim-renaissance het voor
elkaar gekregen dat de huidige wetgeving vrij sterk op de sjari'a
gebaseerd is, terwijl ook in Turkije de orthodoxe groeperingen pogingen doen de
belangrijke hervormingen van Mustafa Kemal Atatürk
van 1926 ongedaan te maken. Zo zien we dat in veel Mohammedaanse landen een
teruggrijpen op essentiële godsdienstige waarden, op zuiverheid en
leerstelligheid, op de maatschappij die geacht werd in de 7e eeuw onder het bewind
van de Profeet en zijn eerste vier opvolgers te hebben bestaan, geleid heeft
tot een opbloei en toenemende invloed van diezelfde waarden. En ondanks al hun
onderlinge geschillen zijn deze stromingen vrijwel unaniem in hun afwijzing van
de Westerse, met name de Amerikaanse "popcultuur". De tweespalt wordt
vaak veroorzaakt door de eigen elites, die veelal in het Westen zijn opgeleid,
liberaler zijn en een heel andere instelling hebben ten opzichte van
wetenschap en techniek, vrouwenemancipatie, huwelijk, sexualiteit,
drankgebruik en noem maar op. Voor jonge mensen die "hun eigen weg willen
gaan", los van de traditionele familie-samenleving en met een heel andere
moraal, is in een Islamitisch land geen plaats, zo meent de orthodoxie en zij
stelt alles in het werk om een en ander met harde hand tegen te gaan en te
onderdrukken. Dit hele proces is enigszins analoog aan wat zich in het Westen
afspeelt ten aanzien van het Christendom, maar dit lijkt zich beter te kunnen
aanpassen en de contouren tekenen zich in de Islamitische wereld veel scherper
af.
Toch is het moeilijk
dit alles te verklaren als reactie op Westerse overheersing, want de
fundamentalistische stromingen wijzen ook het Islamitisch reformisme van de
laatste honderd jaar af. Hun succes lijkt te berusten op een brede beweging
waarvan de wortels zich verliezen in een duister gebied, een reactie die ook in
andere delen van de wereld gaande is en een van die in cultuurhistorisch
opzicht onverklaarbare fenomenen vormt zoals de wereldgeschiedenis er wel meer
heeft gekend. In bepaalde opzichten lijkt het een ongelijke strijd te zijn:
"Als
Islamitische leiders als de ayatollah Khomeini het
Westen doodverven als een bron van decadentie en vertroebelde waarden, binden
ze de strijd aan tegen een wereld wijde cultuur van pop en jeans. Men kan het
dragen van jeans verbieden, evenals het draaien van films. Maar hoe kunnen
radio- en tv-programma's uitgebannen worden als ze via satellieten worden
uitgezonden en zelfs de goedkoopste transistor-radio's
buitenlandse middengolfzenders kunnen ontvangen? Zoals meer dan één dictator
tot zijn schande heeft moeten ontdekken is de transistor-revolutie onomkeerbaar
èn onontkoombaar. (..) De uitdaging is des te groter
omdat tegenwoordig miljoenen jonge Indonesiërs, Perzen, Turken, Algerijnen en
Saoedi-Arabiërs aan Westerse universiteiten hebben gestudeerd en gedronken
hebben aan de bron van de Westerse jeugdcultuur".
Aldus Godfrey Jansen in zijn boek Militant Islam, dat zeer
interessant is in verband met en diep ingaat op de boven aangeduide problematiek.
Maar ook hij, jarenlang correspondent voor het befaamde Engelse blad The
Economist in het Midden-Oosten, kan geen antwoord geven op de vraag hoe de
nabije toekomst er in de Islamitische landen zal uitzien. Welke krachten zullen
het winnen?
Tenslotte is het goed
er op te wijzen dat wij in een voor de Islam belangrijke
periode leven: volgens de Mohammedaanse jaartelling, die zoals bekend met maan-jaren werkt, was het eind november1979 precies 1400
jaar geleden dat Mohammed
van Mekka naar Medina vluchtte, wat als het historisch begin van de Mohammedaanse
kalender geldt. Men bevond en bevindt zich dus aan het einde van een eeuw en
aan het begin van een nieuwe. Volgens de overlevering zou er dan een hervormer
opstaan "die het geloof van mijn volk nieuw leven zal inblazen". Deze
zou wel eens dezelfde kunnen zijn als de lang verwachte m a h d i, de verlosser,
die een rijk van vrede en gerechtigheid zal brengen. In de hele geschiedenis
van het Mohammedanisme zijn er wel meer van die Mahdi-bewegingen geweest,
meestal voortgekomen uit afgescheiden sekten en sji'itische
minderheden. Zeer bekend werd de beweging rond een als mahdi
beschouwde leider in Soedan in 1884-1885, die een opstand tegen het Britse en
Egyptische gezag organiseerde waarvan vooral de belegering en inname van Khartoum ( januari 1885) in het Westen doordrong - met een
huivering, want het was een nederlaag waarbij o.a. de Engelse bevelhebber
generaal Gordon omkwam. En dàt maakte indruk, want
men was in Europa destijds erg goed in selectieve verontwaardiging -
die andere doden deden er niet zo toe - en waande de hele
wereld aan zich onderworpen. Is er sindsdien veel veranderd?
Heilsverwachtingen rond een grote leidersfiguur,
hervormer of Mahdi mogen dan geen beslissende rol spelen, zij dragen bij tot
een periodiek verhoogd zelfbewustzijn in de Islamitische wereld en komen voort
uit een mystiek geloof dat zeer diep in de Mohammedaanse godsdienst geworteld
is en dat aanleiding kan geven tot explosies van geweld en agressie.
Zo is dan de huidige
situatie van de Islam beschreven en zijn oorzaken genoemd voor haar opleving.
Toch hebben wij het gevoel deze laatste niet afdoende te kunnen verklaren.
Laten wij die opleving constateren, de cultuur die er ook bij
hoort respecteren en verder
vaststellen dat vele mensen van autoritaire systemen houden. Hoe vaak is niet
voor het ene dwangsysteem (in dit geval de Westerse overheersing en uitbuiting)
het andere in de plaats gekomen? Vervanging door staats-communisme of Islamtyrannie brengt de mensen van de regen in de drup, en
soms erger. Wij kunnen als vrijdenkers alleen maar hopen dat een evolutie naar
grotere humaniteit, redelijkheid en tolerantie ook in Islamitische landen zal
plaatsvinden.
Het citeren uit dit artikel is zonder meer
toegestaan.
Bronvermelding wordt echter wel op prijs gesteld.
AANBEVOLEN
BOEKEN:
1.
De Koran, Nederlandse uitgave door Prof
Dr. J.H. Kramers
2.
Godfrey
Jansen, Militant Islam
3.
Umberto Scerrato, Monumenten van grote culturen:
Islam
3.
Dr. R. Peters, Islam and colonialism, the doctrine of
Jihad in modern history
De
"Stichting Uitgeverij De Vrije Gedachte" stelt zich ten doel boeken en
brochures uit te geven, die beantwoorden aan de beginselen van de
vrijdenkersvereniging "De Vrije Gedachte".
Het vrijdenken
behelst een atheïstisch humanistische levenshouding.
Daarbij staat
vooral het atheïsme centraal
D.V.G.,
Postbus 1087, 3000 BB, Rotterdam.
Terug naar: De Startpagina
Een cultuur is:
de
gestolde neerslag van een bepaalde fase van de ontwikkeling van het zelfbewustzijn. Er worden
allerlei dingen vastgelegd, als norm gesteld, die tijdens die fase duidelijk zijn
geworden. De neerslag van zo’n fase stolt tot cultuur.
Onder een ideologie versta ik:
een overheersend cultuurdenkbeeld dat gebaseerd is op de voorstelling hoe de
werkelijkheid zou moeten zijn.
|