TEKSTEN
1990-1991-1992-1993
Geschreven en voor de camera uitgesproken
door Jan Vis, creatief filosoof
De Vrije Gedachte
1993
Naar andere Artikelen
en Bladwijzers en Inhoudsopgave
In deze bundel zijn
uitsluitend de teksten opgenomen die ik zelf heb geschreven en voor de camera
uitgesproken. Van de overige uitzendingen zijn geen bruikbare afschriften van
de teksten aanwezig. Deze teksten zijn namelijk door anderen gemaakt die niet
de beschikking hadden over een tekstverwerker of die met een ander
verwerkingsprogramma werkten. Overigens blijkt steeds weer dat slechts weinigen
zich in staat achten een heldere tekst te schrijven en nog minder de behoefte
gevoelen om deze voor de camera uit te spreken. In strijd met de gangbare
mening lokt het 'op de buis verschijnen' vrijwel niemand aan. Dat is de reden
dat ik alleen mijn eigen teksten gebundeld heb.
Bij alle programma's
waren de regie en de montage in handen van Bob de Graaff.
Jan Vis, filosoof
Naar: 01 t/m 22 - inhoudsopgave
;
Naar
andere artikelen: Geen God wat dan
; Godsdienst
en Geloof ; Evolutie of Creatie ; De
fundamentele intolerantie van de Godsdienst ; God
bestaat niet ; Hoe zit het nou met god ; Discrimineert
/ onderdrukt de Westerse Cultuur..? zie aflevering 60 / 61 ; Bedreiging van het vrijdenken en het atheďsme
; Verbieden
van de godsdienst..?-zie afl. 21 ;
Ongewenst
atheďsme- zie afl. 32 ; Toch nog een Theocratie- zie afl. 18 ; Is
er dan toch een GOD..? Hoe zit dat..? Waarom
is de Islam als godsdienst tegen de Westerse Wereld..? zie no. 27. ; Briewisseling-
Geweld- Godsdienst- Geloof ; het
toenemend belang van het atheďsme ; Volwassen
democratie, zie nr. 25
; Economisch Denken–zie
bladwijzers in “De ontwikkeling van het Denken”, ; Economische
denken ; het is het economische denken dat als vanzelfsprekend bepalend is
geworden voor het beoordelen van het welzijn van de mensen en dus de kwaliteit
van de samenleving-zie afl. 21, ; Economische
groei, zie bladwijzers in Beweging en Verschijnsel deel 3, ; Economische
groei, zie De Ontwikkeling van de West Europese Cultuur, ; Economische
groei, zie Identiteitscrises vrijdenken, ; Economische
machthebbers-zie nr. 57 ; Economische slavernij-zie nr. 18, Atheisme ..! zie afl. 51
Naar bladwijzers: Overtuiging-1 ; Overtuiging-2 ; Overtuiging-3 ; Overtuiging-4 ; Verenigd Europa-1 ; Verenigd
Europa-2 ; BETERE WERELD-1
; BETERE WERELD-2 ; Discriminatie- nrs.10 en 13 ;
Boeddhisme – 13
en Onwetendheid – 18 ;
02-Een mensheid
zonder mensen – 12 juli 1990
03-Terreur
als cultuurverschijnsel
09-Ideologie of
individualisme..? – 29 April 1992
11-De moderne
mens als wereldbouwer
13-Niet zeuren,
god bestaat niet
14-Vrijheid, welke
vrijheid ..?
Laatste televisie teksten 1996
17-Het vuur dat niet te blussen is
20-Mensen zijn geen kuddedieren
21-Is godsdienst met wetenschap te bestrijden?
22-De geschiedenis herhaalt zich
UITGAVE van:
Stichting
Uitgeverij De Vrije Gedachte
Postbus
1087, 3000 BB Rotterdam
Tel:
010 - 452 89 78
Uitzending 4
mei 1990
Vanavond heeft Nederland, voorafgaand aan de dageraad van de
bevrijding, weer zijn doden herdacht. Die treurige klok heeft weer geluid, kransen
zijn weer gelegd en het Wilhelmus is weer gezongen. Talloze mensen hebben voor
de zoveelste maal geprobeerd zich de gezichten van hun geliefden te herinneren
en daarbij is onvermijdelijk de pijn teruggekomen, de pijn veroorzaakt door het
weten van de terreur waaronder zij geleden hebben.
Aanvankelijk was er nog de mogelijkheid om aan anderen de schuld
te geven. Men wist wel zo ongeveer onder welke omstandigheden het noodlot had
toegeslagen, vaak zelfs wist men welke moordenaars daarbij betrokken waren.
Maar zo langzamerhand is dat onmogelijk geworden, niet alleen doordat die
moordenaars inmiddels zelf overleden zijn en ook niet doordat enkelen van hen
hun straf hebben gekregen, maar vooral doordat de herinneringen van concrete
gebeurtenissen, in een leven
dat toen realiteit was, geleidelijk vervloeien in het grotere geheel van de
geschiedenis. Het worden langzaam maar zeker min of meer vage nuances in één
groot beeld, een beeld dat er als het ware buiten ons om is, zoals de sterren
er zijn. En het gaat erop lijken of niemand er persoonlijk de hand in heeft
gehad. Eigenlijk wordt het op den duur een soort van natuurverschijnsel waarop
geen invloed uit te oefenen is.
Toch zijn de elementen uit dat beeld destijds aangedragen door
mensen, levende mensen die zich verzetten tegen iets dat helemaal geen
natuurverschijnsel was, maar een door andere mensen bedacht en uitgevoerd plan
om de wereld in bezit te nemen, de landen leeg te roven en de inwoners te
vernederen. Misdadigers die dachten dat zij geboren waren om uit naam van een
hoger beginsel te heersen over andere mensen.
Dodenherdenking…
Het is te begrijpen dat bijna iedereen daarbij denkt aan zijn čigen vrienden en geliefden die door de schurken van het
leven beroofd zijn. Maar belangrijker nog zijn al die mensen die wij helemaal
niet kennen: meer dan 55 miljoen gedode mensen en ook nog eens 35 miljoen
verminkten. Van die 55 miljoen doden bestaat de helft uit militairen. Als je
een oorlogskerkhof bezoekt blijkt dat die militairen bijna allemaal kinderen
waren: jonge mannen van doorgaans nog geen 20 Jaar oud. Zij zullen nauwelijks
geweten hebben waarvoor zij het leven lieten. Ik weet het: het ging om het
ideaal van de vrijheid, voor de meesten gesymboliseerd door zogenaamd
hooggeplaatste personen. En uiteraard hadden zij god aan hun zijde. Dat dit ook
voor de tegenstanders gold en dat ook zij kinderen waren die dachten voor een
hoger ideaal te vechten, vergeten wij maar liever.
Wij weten allemaal hoe het afgelopen
is. De heersers hebben de oorlog op een verschrikkelijke manier
verloren. Maar toch vraag je je af of dat geen bedrieglijke schijn is. Was het
niet alleen maar een verloren veldslag? Zijn de heersers werkelijk overwonnen of hebben zij slechts een verkeerde
strategie gevolgd? Als je naar de praktijk kijkt zie je dat de verliezers er
beter voor staan dan ooit. De Duitsers generen zich niet om schaamteloos de
hand uit te strekken naar gebieden die destijds tot Das Reich behoorden en de
Japanners zijn er eens temeer zeker van dat zij alle recht hebben de gehele
Pacific te beheersen en uit te buiten. Hitler reed destijds ook al in een
Mercedes rond en Japan bestookte met Mitsubitschi
vliegtuigen de Amerikanen.
Zij volgen inderdaad een andere strategie maar er is geen
andere doelstelling: men probeert nu de wereld economisch in zijn macht te krijgen.
Dat is een veel slimmere en goedkopere methode, die bovendien het voordeel
heeft dat hij door iedereen geaccepteerd wordt. Wie wil er nu niet rijk worden en macht hebben over zoveel
mogelijk mensen? Het leegroven van de wereld door middel van economie en
technologie is een algemeen aanvaarde bezigheid. Daarmee neem je de mensen niet
tegen je in, sterker nog: men heeft respect voor je. Natuurlijk noem je het
geen leegroven, je noemt het 'de groei van de economie bevorderen' en 'een
steentje bijdragen aan de vooruitgang'. En uiteraard doe je dat via
respectabele banken en op grond van solide handelsovereenkomsten, gesloten door
heren in keurige pakken. Maar het gaat wel allemaal letterlijk ten koste van de
bevolking.
De gewone mensen zijn altijd de dupe, zelfs als zij er
materieel op vooruitgaan en de beschikking krijgen over televisies, koelkasten
en automobielen. Ook wat dit betreft is de strategie veranderd. In de oorlog
werden de gewone mensen tot slaven gemaakt, geterroriseerd, uitgehongerd en
doodgeslagen, maar nu worden zij gepaaid met spullen waar zij veel te hard voor
moeten werken onder slechte omstandigheden. Behalve de strategie
is er echt niet veel veranderd. Welbeschouwd is de oorlog gewoon doorgegaan, op
talloze andere plaatsen en met andere middelen. En steeds zijn het de gewone
mensen die het, vooral achteraf, een eer vinden daarvoor hun geliefden
opgeofferd te hebben. En waarvoor? Ging het werkelijk om vrijheid, recht en welvaart,
zoals al die miljoenen slachtoffers gedacht hebben? Neen, het gaat steeds om
hetzelfde, namelijk om rijkdom en macht. Het gaat om het bezitten en overheersen door
een zo klein mogelijke élite van een zo groot mogelijk deel van deze wereld en
liefst ook nog van de ruimte. Voor het doorzetten van die obsessie wordt elk
mooi verhaal te baat genomen: de liefde voor het vaderland en zijn
machthebbers, het paradijs van het communisme, de superioriteit van het ras, de
zegeningen van de technologie en de economie , de democratische rechtsstaat en
niet in het minst het sprookje van de godsdienst.
Rijkdom en macht, bezitten
en overheersen zijn de werkelijke namen van de spelers op het wereldtoneel. En hun spel
is nog lang niet uitgespeeld. Zij houden de figuranten en de toeschouwers nog
steeds ademloos geboeid. Het sterkste
wapen daarbij is het manipuleren van het denken. Zolang het
hun gelukt om het denken van hun bedrieglijke voorstellingen afhankelijk te
laten zijn kunnen zij rekenen op succes.
En de misleide mensen moeten wel geloven dat het allemaal echt en
waar is wat zij voorgespiegeld krijgen. Het klinkt immers zo overtuigend en de
bewijzen zijn onloochenbaar: de koelkast staat in de keuken en de auto voor de
deur!
Toch is het allemaal bedrog. Het is een waan waarin de wereld
terechtgekomen is. En het beroerde is dat die waan bijna niet te doorbreken
valt. Je hebt daar namelijk onafhankelijk denken voor nodig. Vrijdenken dat alleen maar op eigen
kracht probeert de werkelijkheid te begrijpen en de ware verhoudingen in de
wereld bloot te leggen. Vrijdenken
dat niet uitgaat van hogere machten, of die nu goddelijk of menselijk zijn.
Maar dat is helaas nou net precies wat niemand ooit geleerd wordt! Bijna
niemand heeft voor zichzelf vertrouwen daarin en bijgevolg durft bijna niemand
daaraan te beginnen. Zo is de cirkel mooi gesloten! Daarom: de
dodenherdenkingen, niet alleen gewijd aan de slachtoffers van onze oorlog, maar
vooral ook aan de vele anonieme slachtoffers van de wereldwijde strijd om
rijkdom en macht, zullen voorlopig nog wel doorgaan. Niet zozeer op de Dam of
op de Waalsdorpervlakte, maar vooral in de hutten en
huiskamers van de arme sloebers in deze wereld. Voor hen is de dageraad van de
bevrijding nog lang niet aangebroken ...
"Vrijheid
van godsdienst is vijheid van wangedrag".
Veiligheid - De Islam - Vrijheid
Uitzending 12 juli 1990
Plannenmakers
zijn gevaarlijke mensen. Vooral als zij de beschikking hebben over
machtsmiddelen is er alle reden om te maken dat je wegkomt. Gegarandeerd dat je
anders op de een of andere manier te pakken genomen wordt en alle zeggenschap
over je eigen leven verliest. Je krijgt dan een heel programma voorgeschoteld
van dingen die je hebt te doen of te laten en er wordt meteen bij verteld wat
je te wachten staat als je er geen trek in hebt. De plannenmakers zijn
vastbesloten hun zin door te drijven. Zij weten immers precies wat goed voor je
is. Want zij hebben een nieuwe wereld
voor jou uitgedacht. Een wereld waarin alles nu eindelijk eens goed zal gaan.
Je moet vooral niet denken dat ze die wereld zómaar even verzonnen hebben.
Welnee, daar is een grondige wetenschappelijke studie aan vooraf gegaan en men
heeft er de filosofen op nageslagen. Eindeloze besprekingen zijn gehouden,
kortom, de hele zaak is zorgvuldig uitgedacht. Je bent dus welhaast verplicht om
mee te doen…
Toch
moet je maken dat je wegkomt. Er dreigt een groot gevaar. De plannenmakers zijn
jou namelijk vergeten. Dat wil zeggen, ze hebben je aanvankelijk over het hoofd
gezien, maar net bijtijds hebben ze je nog opgevoerd als sluitpost op hun begroting.
Zo in de geest van 'die frommelen we wel ergens weg'. Want weet je wat het is,
plannenmakers denken altijd de verkeerde kant uit. Zij beginnen bij het eind en
rommelen dan net zolang terug tot zij bij het begin zijn uitgekomen. Ik zeg
'rommelen' omdat ze tijdens het uitdenken van hun plannetjes alles wat ze
tegenkomen moeten verminken omdat het pasgemaakt moet worden voor het beoogde
eindresultaat. Zo ontstaat de blauwdruk voor een nieuwe wereld! In die
blauwdruk zijn wij, jij en ik, netjes
ingepast. Weliswaar helemaal verminkt, maar goed, we zijn er tenslotte toch nog…
Wat
is er nu eigenlijk met ons gebeurd? We zijn het slachtoffer
geworden van een eeuwenoud machtsprobleem. De oude Grieken hadden er al moeite
mee en de latere westerse denkers hebben zich er ook op stukgebeten. Men zag
namelijk een tegenstelling tussen het individu en de gemeenschap. Hoe moesten
die twee met elkaar in harmonie gebracht worden?
De vrijheid immers van het individu staat aan het gemeenschappelijke in de weg
en het overheersen van de gemeenschap verstikt het individu. Dat dachten ze
tenminste, en velen denken dat vandaag nog.
Kijk nu eens naar Oost-Europa. Daar hebben ze gekozen -
nou ja, gekozen - voor de suprematie van de gemeenschap over het individu.
Communisme noemden ze dat huichelachtig. De werkelijke bedoeling van de
communistische plannenmakers was het om, uitgaande van de ideeën van Marx, een
staat op te bouwen waaraan alle individuen dienstbaar zouden zijn. En zij
meenden dat je die individuen wel zo gek kon krijgen dat ze zich daarin zouden
schikken. Indringende propaganda, gereglementeerd onderwijs en bovenal een
netwerk van spionnen en verklikkers waren de instrumenten om dat doel te
bereiken. Een tijdje leek het er op dat het plannetje zou lukken, maar nu is de
boel dan toch in duigen gevallen…
Op het ogenblik heeft iedereen het over de economische problemen van het Oostblok. Onzin! Die
zijn helemaal niet zo belangrijk. Dat komt vanzelf wel terecht als de
samenleving vrij gelaten wordt. Echt bedreigend zijn de tot in alle slaapkamers
doorgedrongen veiligheidsdiensten. Die zijn de instrumenten van de terreur, die
zijn het die het leven verstikken en verminken. Zij zijn de levend geworden
staatstirannie. De mensen in het Oostblok hebben dat aanvankelijk heel goed
begrepen. Het was heel opvallend dat de recente revolutie zich in de eerste
plaats tegen die terreur richtte. En dat betekent dat de mensen er genoeg van
hadden om de ondergeschikten van een totalitaire staat te zijn. Zij wilden niet
langer de sluitpost op de begroting van de socialistische plannenmakers zijn.
Daarmee wezen zij in feite de suprematie van de gemeenschap over het individu
af.
Plannenmakers denken altijd de verkeerde kant op. Zij
beginnen met een voorstelling van een soort gemeenschap die als een machine zou
moeten functioneren. Als een machine omdat alles, net zoals bij een machine,
van tevoren berekend moet worden wil het resultaat voorspelbaar zijn. Dat
betekent dat die plannenmakers nooit iets anders dan een mensheid zonder mensen
in hun hoofd kunnen hebben. Voor zover er toch mensen in hun plannen een rol
spelen zijn dat geen volwaardige, maar verminkte mensen, aangepast aan die
plannen. Radertjes in een machine. Dus: een mensheid zonder mensen! In
Oost-Europa hebben wij gezien waar dat op uitdraait: alle denkbare vrijheden
voor de plannenmakers en de knoet voor het volk.
Een gemeenschap kan niet worden opgebouwd op grond van
plannen. Een gemeenschap bouwt zichzelf op als er volwaardige, vrije en
zelfstandige individuen zijn. Zulke vrije individuen zijn mensen die zichzelf
kunnen zijn en dat houdt onmiddellijk in dat zij dan ook sociaal zijn. Dat
behoort onlosmakelijk bij hun wezen. Als je dan toch plannen wilt maken voor
een toekomstige samenleving - wat je beter niet kunt doen omdat het menselijk
leven onvoorspelbaar is - moet je bij die individuen beginnen. Dan denk je niet
de verkeerde kant op. Het blijkt dan wel mogelijk te zijn dat een groep
individuen vooralsnog niet zo'n goede samenleving vormt, zoals dat in de
westerse wereld het geval is. Maar het is onmogelijk een goede samenleving te
bedenken met individuen die niet tot hun recht kunnen komen. Een dergelijke
verminkte individu kan nu eenmaal niet laten gelden dat een mens ook nog een sociaal
wezen is. Als je de zaak zo bekijkt is het probleem van de verhouding tussen
individu en gemeenschap eigenlijk een schijnprobleem. Flauwekul die in de grond
van de zaak alleen maar voortkomt uit het machtsdenken van bepaalde elites die
zichzelf het belangrijkst vinden. Het willen uitoefenen van macht betekent dat
je de mensen wilt veranderen, aanpassen aan jouw voorstelling van de
werkelijkheid. Voor zover je dat gelukt vermink je de mensen en dan kunnen zij
onmogelijk sociaal zijn. Allicht dat er dan wrijving ontstaat tussen het
individu en de gemeenschap! In het
Oostblok is dat wel op een bijzonder paradoxale wijze voor de dag gekomen. Het
was de bedoeling van de elite, dus de communistische partij, een sociaal
paradijs te stichten. Maar, door het de verkeerde kant uitdenken en dus ook het
machtsdenken werd het een mensheid zonder mensen, waarvoor het fundamenteel
onmogelijk was tot een gemeenschap uit te groeien. Precies daar waar men het
socialisme meende te verwerkelijken kwam de terreur als het meest kenmerkende
resultaat te voorschijn.
Een mens moet eerst zichzelf kunnen zijn om zich te kunnen
vinden in een gemeenschap. Voor dat zichzelf zijn is maar één ding nodig:
vrijdenken! Zolang de kwaliteit van je denken nog bepaald wordt door politieke
of godsdienstige ideologieën ben je nog niet aan vrijdenken toe. Je denken
beantwoordt dan nog aan normen die van externe machten afkomstig zijn. Normen
die bedacht zijn door plannenmakers die van het leven helemaal niets begrepen
hebben. Normen dus die je verminken, ontmenselijken, in plaats van je de kans
te geven je te ontplooien. Zodra je echter aan die normen gaat twijfelen, er
onverschillig voor wordt, begint er iets van vrijdenken in je door te breken.
Wat dan volgt is behoorlijk moeilijk. Je moet helemaal alleen die weg afleggen
en alle verantwoording zelf dragen. Maar het loont de moeite, je bewijst er
niet alleen jezelf maar ook de gehele mensheid een dienst mee!
"Vrijheid
van godsdienst is vijheid van wangedrag".
Veiligheid - De Islam - Vrijheid
TERREUR ALS CULTUUR VERSCHIJNSEL
Uitzending 14 september 1990
Van
alle kanten wordt ons verzekerd dat de koude oorlog afgelopen is. Het was
eigenlijk een raar soort oorlog. Gevochten werd er niet, ondanks het feit dat
er tot de tanden toe bewapende legers tegenover elkaar stonden en men zelfs al
bepaald had dat Duitsland het slagveld zou zijn. Er werd alleen maar gedreigd,
het wapengekletter was niet van de lucht. Het merkwaardige daarvan was dat die dreiging
nauwelijks gericht was tegen die legers met alle daarbij behorende militaire
doelen, maar vooral tegen de bevolking. Die kwam uiteraard in verzet, niet
omdat ze zich eindelijk tot het pacifisme had bekeerd, maar vooral omdat ze nu
een militair doelwit was geworden. Het verzet betrof dan ook voornamelijk de
alles vernietigende atoomwapens. Nu de koude oorlog over is hoor je niet veel
meer van de vredesbeweging, ondanks het feit dat bijvoorbeeld Irak nu weer oorlog
voert. Maar daar hebben ze geen atoomwapens. Dus dat is niet zo erg…
Natuurlijk,
de generaals en hun politieke handlangers, leugenachtig als altijd, deden het
voorkomen alsof zij zuiver militair bezig waren. De burgerbevolking, zowel in
Oost als in West, zou weliswaar bij miljoenen uitgeroeid worden, maar dat werd
voorgesteld als een bijkomend ongerief. In elke oorlog vallen immers
onschuldige slachtoffers! Toegegeven, het zouden er straks wat veel zijn, maar
dat was bij de moderne oorlogsvoering nu eenmaal onvermijdelijk. Zo'n twintig
miljoen doden aan beide zijden was nog wel aanvaardbaar! Maar, de oorlog op
zichzelf zou nog steeds een ordelijke militaire aangelegenheid zijn.
Toch
ging de dreiging uit naar de burgerbevolking. Je staat daar zo niet bij stil,
maar dat is eigenlijk een geheel nieuw verschijnsel. Nog tot aan de tweede
wereldoorlog werd het ongepast gevonden om de bevolking als doelwit van de
strategie te beschouwen. De zogenaamde <open> steden mocht je niet bombarderen. Op burgers
mocht je niet schieten. Uiteraard voelden die burgers een oorlog toch als
uitermate bedreigend, maar die bedreiging lag meer in het ongemak, het
verstoord zijn van het dagelijkse leven, het verlies van geliefden en de kans
door een ongeluk de dood te vinden. Regelrecht bedreigd worden als militair doel was stellig niet de eerste zorg
van de burgers. Dat is al vroeg in de tweede wereldoorlog veranderd. De
Italianen moordden er in Afrika en in de
Balkan naar hartelust op los, de Duitsers
bombardeerden Warschau, Rotterdam en Londen en de geallieerden maakten de
Duitse steden met de grond gelijk. En wat te denken van Hirosjima?
Zo ongeveer iedereen vond dat heel gewoon. Het hoorde bij de 'totale oorlog',
spijtig voor de slachtoffers!
Er is een verandering in het denken gekomen en die komt
neer op een wijziging in het vijandbeeld. Het typische daarvan is dat sinds de
tweede wereldoorlog mensen als 'vijand' bestempeld worden die het eigenlijk
helemaal niet zijn. Dat kwam voordien ook wel voor, maar dan was het
incidenteel, nu werd het een aspect van het gangbare denken. Van de mensen die
toen in Dresden door de geallieerde bommentapijten uitgeroeid werden was
feitelijk niets te duchten. Voor een groot deel waren dat overigens ook nog
vluchtelingen. Vijanden kun je dat bepaald niet noemen. Toch werden zij als een
militair doelwit gezien. Dat betekent dat de mensheid hard op weg is
terroristisch te worden. Terreur is agressie tegen mensen die je vijand niet
zijn, agressie tegen mensen die je nooit iets gedaan hebben, maar die je in je
verhitte verbeelding als vijand bent gaan zien. Het is agressie tegen
plaatsvervangende vijanden. Essentieel daarbij is de weerloosheid van die
plaatsvervangers. Aan echte, weerbare vijanden wagen terroristen zich niet.
Dat we te doen hebben met een nieuwe wijze van denken over
de medemens en dat dit een algemeen verschijnsel is en niet het vakidiotisme van uitsluitend de militairen, mag blijken uit
het feit dat de terreur in onze moderne wereld een vertrouwd verschijnsel is
geworden. Het kapen van een vliegtuig en het gijzelen van de passagiers is een
goed voorbeeld. Wat is steeds weer gebleken? Die passagiers waren weerloos en
speelden geen rol in welk conflict dan ook. Maar de terroristen traden op met
groot geweld en verbeeldden zich echte soldaten te zijn die bereid waren voor
de goede zaak hun leven te geven. Vaak hulden zij zich zelfs in militaire
kledij. En wat gebeurde er als bleek dat niemand, behalve de gegijzelden, bang
van hen was? Met de staart tussen de benen dropen zij tenslotte af nadat zij
niets heldhaftigers hadden weten te doen dan enkele
weerloze mensen doodschieten en losgeld vragen. Tenslotte bleek het dus alleen
maar om een fictie te gaan. Het gooien van een handgranaat in een bus met
schoolkinderen, in een kerk of in een café en dan vlug benen maken, een
ongewapende soldaat uit zijn auto
schieten, een vliegtuig in de lucht opblazen en zelf veilig op de grond en in
de anonimiteit blijven, dat zijn de heldendaden van de terroristen!
Als vrijdenker heb je niets op met oorlog, met militairen
en met geweld. Het vrijdenken leidt tot vredelievendheid, tot verdraagzaamheid
en, in een conflictsituatie, het bespreken van elkaars argumenten. Maar
tegelijkertijd zie je in dat het terrorisme de uitdrukking is van een weergaloze
lafheid. Te laf namelijk om čcht voor je zaak te
staan en ervoor te vechten met het risico van sneuvelen. Natuurlijk, op
zichzelf is dat vechten onmenselijk, maar zelfs die onmenselijke zaak kan een
eervolle achtergrond hebben, zoals dat vroeger bij de Grieken en de Romeinen en
zelfs nog bij de West-Europese ridders het geval was. Ook de waanzin heeft nu
eenmaal zijn nobele kant…
In tegenstelling tot wat velen menen is het terrorisme
geen achteruitgang in onze cultuur. Het is daarentegen een onvermijdelijk
aspect van een verdere ontwikkeling. Dat zal u vreemd in de oren klinken, maar
dan wijs ik u er op dat wij gewend zijn alleen maar die zaken als een
vooruitgang te zien die door ons positief gewaardeerd worden. We vergeten
daarbij dat de negatieve zaken zich méé ontwikkelen en er niet van afgedacht kunnen
worden. Zo berust het terrorisme in de grond van de zaak op de omstandigheid
dat er eigenlijk geen duidelijke vijanden meer zijn. De mensheid immers
realiseert zich steeds meer als een mensheid van individuele mensen en niet van
collectieven die op ideologieën, staten, nationaliteiten en rassen gegrond
zijn. Het collectieve bewustzijn raakt uitgehold. Dat is gebleken toen onlangs
de mensen zelf - en in het geheel niet de staatslieden - een einde aan de koude
oorlog gemaakt hebben.
Dat is de positieve kant van de zaak. Maar de negatieve
kant is dat de vijandigheid een andere dimensie krijgt. Hij wordt meer
particulier van karakter en loopt uit in terrorisme , van de RAF, van de
IRA, van de Palestijnen.
Maar ook gewoon op straat. Het enige lichtpuntje is dat het steeds moeilijker
wordt de mensen in een collectief te dwingen om een echte oorlog te gaan
voeren…
"Vrijheid
van godsdienst is vijheid van wangedrag".
Veiligheid - De Islam - Vrijheid
Uitzending 2 november 1990
Volgens de vrijdenkers bestaat er een verband tussen
godsdienst en militarisme. Zij vinden het beslist niet toevallig dat de meeste
godsdienstige mensen voorstander zijn van het in stand houden van een leger,
zich fanatiek verzetten tegen ontwapening, en er al helemaal niet over peinzen
om het initiatief tot wapenvermindering te nemen. Alle christen-democratische
partijen in het westen zijn oorlogszuchtig, uiteraard niet meer zo dat zij
enthousiast tot de strijd oproepen, maar wel in die zin dat zij onmiddellijk en
zonder veel scrupules bereid zijn in conflictsituaties over te gaan tot
militair geweld. Dat is nu weer met de Golf-crisis gebleken.
Maar het geldt niet alleen voor de christen-democraten
in het westen. Het geldt voor iedereen die op de een of andere manier een god
aan zijn zijde weet. Automatisch denk je daarbij op het ogenblik aan het feit
dat Saddam Hoessein van Irak de overgrote meerderheid van de Islamieten achter
zich krijgt door zijn terrorisme te verkopen als een 'heilige oorlog' en de
aanwezigheid van Amerikaanse soldaten in Saoedi-Arabië een 'ontwijding van de
heilige plaatsen van de Islam' te noemen. En een paar jaar geleden kostte het
de ayatolla Khomeiny geen
enkele moeite om duizenden jonge mannen de dood in te jagen in de strijd tegen
Irak. Een beroep op Allah was voldoende…
Zo zijn er talloze voorbeelden te geven. We herinneren ons
dat de Duitse soldaten zelfs op hun koppelriem hadden staan dat 'Gott mit uns'
was. Nu is dat eigenlijk een omkering van de feiten: god staat hen niet
terzijde, hij is wezenlijk degene die tot de strijd oproept. Ideologisch gezien
kan dat niet anders. Elke ideologie houdt het streven in om de gehele wereld te
onderwerpen, omdat het altijd om een hňňgste macht
gaat die per definitie geen andere macht naast zich duldt. Het behoeft je dus
helemaal niet te verbazen dat de aan zo'n ideologie onderworpen mensen krijgszuchtig
zijn, zčlfs als zij bij hoog en laag volhouden dat
het hen om 'vrede op aarde' zou gaan.
Natuurlijk laat in de praktijk geen enkele godsdienstige
zich iets aan zijn god gelegen liggen. In de praktijk gaat het louter om macht
over zijn medemensen. Die moeten zich onderwerpen aan de heilige geboden. In
feite moeten zij zich dus onderwerpen aan diegenen die beweren namens het
hogere principe op te treden. Daar ligt de verbinding tussen de ideologie en de
maatschappij. Godsdienstigen hebben het steeds over
god, maar zij bedoelen een bepaald soort maatschappij. Zij bedoelen een theocratie, een maatschappij
die opgebouwd is overeenkomstig regels waarvan zij bewéren dat die van god
afkomstig zijn, maar die zij in werkelijkheid zčlf
bedacht hebben.
Zo'n
maatschappij blijkt statisch van karakter te zijn. Dat is te begrijpen want men
verbeeldt zich dat het goddelijke iets eeuwigs is, iets dat altijd zichzelf gelijk blijft en dat niet, zoals de
materiële wereld, aan verandering onderhevig is. Hetzelfde moet dus ook voor de
maatschappij gelden: vooral geen veranderingen en strikte handhaving van 'gods bestel'. Het moet een voor eeuwig vaststaand stelsel
zijn waarin alles en iedereen zijn plaats heeft en waarin bovendien een
duidelijke verdeling tussen hogere en lagere mensen en dingen aanwezig is. Een
maatschappij dus waarin alles maar om één ding draait: de hiërarchie. Ben je
als slaaf geboren dan zul je gedwee slaaf blijven, ben je een meester, dan zul
je dat ook onverbiddelijk zijn! Verzet daartegen is verzet tegen gods wil!
De
individuele uitdrukking van de hiërarchie is het uniform en dan speciaal het
uniform van de militair. Daaraan kun je niet alleen zien dat hij behoort tot de groep die de
hiërarchie vertegenwoordigt en beschermt, maar ook kun je zien of hij een
hogere of lagere rang heeft. Daartoe wordt het uniform rijkelijk versierd met
glimmende blikjes en gekleurde lapjes. Bovendien wordt het hoofd getooid met
een hoofddeksel dat, afhankelijk van de krijgshaftigheid van de man, van staal
kan zijn of van een op vreemdsoortige wijze gemodelleerd stukje stof. En daar
staat hij dan, zich terdege bewust van zijn waardigheid, de verpersoonlijking
van recht en orde, de ruggegraat van de maatschappij,
fatsoenlijk en vooral godvrezend. Maar zijn orde is die van het geweld, zijn
recht is gehoorzaamheid en zijn fatsoen is onderdanigheid. Dus: berg je maar!
Ook
in de moderne wereld vind je nog overal vormen van statische maatschappijen met
de daarbij behorende verheerlijking van het militarisme. De golfstaten bijvoorbeeld
bezitten nog allemaal een statische structuur en bijgevolg hebben ze allemaal
of een puur militair of een op militaristische leest geschoeid bewind. Aan de
top zie je dan ook alleen maar mannen in militaire uniformen. Yasser Arafat draagt zelfs een revolver op de heup. Je ziet
ook dat men overal traditionele godsdienstige waarden verdedigt en dat de
bevolking onderworpen is aan dictatoriale vorsten en zogenaamde geestelijken
die met behulp van gluiperige veiligheidsdiensten een niets ontziende terreur
tegen hun eigen bevolking uitoefenen. En waar men zichzelf democratisch vindt,
zoals in Israël, is in feite ook sprake van een theocratische maatschappij. Het
aanzien van het leger is dan ook groot, het is eigenlijk gods
leger…
In
de westerse landen is het met een statisch wereldbeeld samenhangende militarisme langzaam aan het verdwijnen. Dat is nog niet zo
erg lang het geval. In Duitsland bijvoorbeeld is dat proces pas na de tweede
wereldoorlog begonnen. De ouderen onder ons herinneren zich ongetwijfeld dat
iedere Duitser die in staatsdienst trad zich onverwijld in een uniform stak. De
indertijd zo populaire Duitse en Weense operettes hadden bijna allemaal een
militair als hoofdpersoon.
En het inspecteren van erewachten schijnt tegenwoordig
zelfs weer in zwang te komen. Ook in ons land bezondigt men zich weer aan deze
gruwel. De vertoning rond de gouden koets op Prinsjesdag wint aan populariteit. Kortom: het
besef dat uniformen de man maken is nog lang niet helemaal verdwenen. Maar het
verdwijnt wel en dat is het gevolg van een zich langzamerhand wijzigende visie
op de maatschappij en uiteraard ook op de godsdienst.
In de moderne landen is men namelijk een stapje verder
gekomen: men ziet de maatschappij niet meer als een statische aangelegenheid,
maar als een dynamische. In zo'n maatschappij is het niet meer van belang welke
positie iemand inneemt, wat zijn plaats in de hiërarchie is, maar welke functie
iemand uitoefent. Dat is een dynamische zienswijze. De maatschappij wordt gezien
als een in zichzelf beweeglijke zaak. Vandaar dat men niet meer van 'regeren'
spreekt, maar van 'beleid voeren' en dat men het niet meer heeft over het
uitoefenen van macht, maar over 'besturen'. Een begrip dat heel duidelijkverband houdt met iets dat in beweging is.
Natuurlijk zijn er conservatieve tegenkrachten. Het zijn
vanzelfsprekend de godsdienstigen die almaar bezig
zijn die beweeglijkheid af te remmen. Maar het is vergeefse moeite, zij kunnen
toch niet beletten dat het besef van een dynamische maatschappij almaar meer
veld wint. Daarmee wordt ook het militarisme teruggedrongen. Dat wil nog niet
zeggen dat het militaire apparaat al afgeschaft wordt. Voorlopig verliest het
zijn maatschappelijk aanzien.
In ons land bijvoorbeeld maken de uniformen al lang de man
niet meer. Als de generaal geloofwaardig wil overkomen op de televisie steekt
hij zich schielijk in het burgerpak want in uniform neemt niemand hem serieus!
De vrijdenkers zijn in de vorige eeuw al begonnen zich
tegen die statische maatschappij-opvatting te verzetten.
En nog steeds bestrijden zij zowel de godsdienst als het militarisme. Uniformen
maken de man niet, neen, zij doen hem juist verschralen tot een asociale,
agressieve en levensgevaarlijk machtzoeker.
"Vrijheid
van godsdienst is vijheid van wangedrag".
Veiligheid - De Islam - Vrijheid
Uitzending 20 februari
1991
Bladwijzers: BETERE
WERELD-1 ; BETERE
WERELD-2
De
geschiedenis van het georganiseerde vrijdenken in Nederland vangt in 1856 aan
met de oprichting van de Vrijdenkersvereniging 'De Dageraad'. Dit jaar is dat
dus 135 jaar geleden. De vrijdenkers van toen richtten hun kritiek en verzet
voornamelijk op de godsdienst die toentertijd de wet voorschreef op alle
terreinen van het leven. Zelfs in de wetenschap had de godsdienst het laatste
woord. Charles Darwin bijvoorbeeld heeft daarmee heel wat te stellen gehad. Hij
had namelijk een boek geschreven over het feit dat de mensen het resultaat zijn
van een natuurlijk evolutie-proces waarin steeds
ingewikkelder organische systemen elkaar logisch opvolgen. Dat nu was in strijd
met het scheppingsverhaal uit de bijbel en dus mocht het niet waar zijn. Als je
achteraf leest waarmee niet alleen de priesters en de dominees, maar ook de
meeste wetenschappers, op de proppen kwamen om Darwin onderuit te halen rijzen
je de haren te berge. Je snapt eenvoudig niet hoe iemand die onzin serieus
heeft kunnen nemen. Hoewel: ook vandaag de dag zijn er nog hele volksstammen
die het 'creationisme', een onmogelijk soort scheppingstheorie, aan de man
proberen te brengen. Vooral de Amerikanen zijn daar fanatiek in. Met veel poeha
misbruiken zij onze wetenschappelijke kennis om zogenaamd te bewijzen dat god
inderdaad de wereld geschapen heeft. En ook in ons land vindt die onzin nog
steeds een willig oor bij onnozele gelovigen…
Hoe
dan ook, het werd al in 1856 hoog tijd dat een aantal vrijdenkende mensen in
verzet kwam. Welbeschouwd lag dat geheel in de geest van de tijd. Het
wetenschappelijk onderzoek begon vruchten af te werpen en de vrijdenkers van
'De Dageraad' begrepen heel goed dat je het daarvan moest hebben als je onder
de macht van die alles overheersende godsdienstige onzin uit wilde komen. Toch
hebben zij zich tot op zekere hoogte vergist, want inmiddels weten wij dat de
godsdienst in feite slechts een symptoom is van een dieper ingekankerde kwaal,
namelijk die van een onvrij dčnken, een denken dat
met behulp van geraffineerde opvoedkundige trucs al buiten spel is gezet
voordat het zich heeft kunnen ontplooien.
Iets
dergelijks overkwam de vrijdenkers later. Aan het eind van de vorige eeuw werd
het hen duidelijk dat niet alleen de godsdiensten de mensen in het verderf
storten, maar dat dit ook in niet geringe mate te wijten is aan misdadige
maatschappelijke omstandigheden. Dus kregen de activiteiten van 'De Dageraad'
ook een sterk sociaal en zelfs wel socialistisch karakter: gericht tegen
staatsmacht, tegen de kerk en de kroeg, tegen militarisme en kolonialisme, maar
vóór een vrije, niet partij-gebonden democratie van
gelijkwaardige vrouwen en mannen. Het verzet tegen de maatschappij nam zulke
grote vormen aan dat de brave burgers, natuurlijk zonder uitzondering
godsdienstig, elkaar voor 'De Dageraad' gingen waarschuwen. Het was bepaald
niet best als je ervan verdacht werd vrijdenker te zijn! Zelfs tot na de tweede
wereldoorlog was 'De Dageraad' gevreesd vanwege haar radicale opvattingen over
alle mogelijke aspecten van onze maatschappij.
Helaas
was na 1945 de sfeer in de westerse wereld van dien aard dat
die oude dwarse 'Dageraad' behoorlijk uit de toon viel. Men zou immers een
nieuwe en betere wereld
op gaan bouwen! Daarin pasten geen dwarsliggers. Enkele, wat meer
intellectuele, vrijdenkers richtten toen het Humanistisch Verbond op, met de
bedoeling loyaal mee te gaan doen in het maatschappelijk bestel. Niet tegenover
de godsdienst en de maatschappelijke instellingen, maar ernáást en op die wijze
streven naar een betere
wereld, uiteraard vooral voor de humanisten. Andere vrijdenkers, die
terecht van mening waren dat die zogenaamd betere wereld onvermijdelijk ook niet veel soeps zou zijn, bleven 'De Dageraad' trouw, maar niet
zonder concessie aan de tijdgeest: zij veranderden de naam van hun vereniging
in het neutraler 'De Vrije Gedachte'.
Toch
bleek ook deze sociale kijk op de menselijke werkelijkheid een eenzijdige te
zijn. Het is wel juist dat de maatschappelijke omstandigheden het zich
ontplooien van de mensen onmogelijk maken, maar het is evenzeer juist dat
verbetering dáárvan niet zonder meer tot een goede wereld leidt. Verbetering
van de maatschappij is, hoe goedbedoeld ook, toch niet meer dan symptoombestrijding.
Wij kunnen inmiddels allemaal aan den lijve ondervinden dat onze verbeterde
omstandigheden de leugen en het bedrog, het elkaar naar het leven staan en het
elkaar bestelen helemaal niet uitgebannen hebben, nee sterker nog: dat zelfs
verergerd hebben! De onmenselijkheid en de fundamentele misdadigheid zijn
alleen maar geraffineerder geworden. Er is steeds duidelijker uitgekomen wat er
al vanaf de aanvang van onze cultuur in zat: een totaal verkeerde waanzinnige
kijk op onszelf en de werkelijkheid. Die waanzin is het gevolg van een bij
voorbaat al onschadelijk gemaakt denken.
De
mensen hebben allemaal een bepaalde voorstelling van de werkelijkheid. Die
voorstelling is opgebouwd uit ervaringen die wij vanaf onze conceptie opgedaan
hebben. De meeste van die ervaringen zijn ons vanaf onze vroegste jeugd
opgedrongen, er is ons van allerlei ingeprent, niet in de laatste plaats via
het onderwijs. Bedacht hebben wij zelf maar heel weinig. Bijna alles is ons
wijsgemaakt zonder dat wij zelfs maar de gelegenheid hebben gekregen te
controleren of het allemaal wel klopt. Deftig gezegd: wij zijn op een
verschrikkelijke manier geconditioneerd. Het kan zijn dat sommige van die
conditioneringen op waarheid berusten, maar zeker is dat de meeste op een waan
gebaseerd zijn. En wij hebben het voor ons eigen denken onmogelijk gemaakt daar
achter te komen.
In
het moderne vrijdenken gaat het er om die ziekmakende waan te doorbreken. Je
kunt zeggen dat het moderne vrijdenken haar onderwerp niet meer zozeer zoekt in
uiterlijkheden, zoals de godsdienst en de maatschappij, maar primair in de
werkelijkheid die wij zelf zijn. Omdat je echter om te beginnen niet kunt weten
wat er allemaal fout is aan je eigen voorstelling van de werkelijkheid is er
maar één weg om uit dit probleem te komen: trek alles wat je als
vanzelfsprekend voor de waarheid houdt in twijfel, word in alle denkbare
betekenissen van het woord 'ongelovig'. Realiseer je dat je van de meeste
'waarheden' die je voorgespiegeld worden de juistheid voorlopig niet kunt controleren
en dat het daarom beter is iets niet te weten dan het in je onnozelheid
verkeerd te weten. Als je je die 'ongelovigheid' eigen maakt zul je bemerken
dat je langzaam maar zeker een heel andere kijk op onze wereld
krijgt
en dat, met het verhelderen van die kijk, je afhankelijkheid van ideologieën,
van machtsstructuren en zogenaamde deskundigen als sneeuw voor de zon
verdwijnt. En daarvoor in de plaats komt inzicht in het raadselachtige gedoe in
deze wereld en het laten gelden van de werkelijke verhouding tot de medemens en
de natuur. Het is bepaald niet gemakkelijk om de weg van het 'ongeloof' te
gaan. Voorlopig kun je er alleen maar bij verliezen. Alles waarvan je zeker
dacht te zijn blijkt een illusie en veel begrip bij je omgeving zul je ook niet
vinden. Maar toch, als je de waanzin om je heen zat bent en van de mooie
praatjes de buik vol hebt is er geen keus. Alleen vrijdenken, niet in de zin
van het innemen van ferme standpunten, maar juist in de zin van ongeloof en
argwaan, kan uitkomst brengen.
Voor
vrijdenken behoef je je niet aan te sluiten bij De Vrije Gedachte. Een
dergelijk lidmaatschap geeft geen enkele garantie voor vrijdenken. Maar het is
misschien prettig onder geestverwanten te verkeren en het kan in ieder geval
geen kwaad je wat nader te informeren. Doe dat door een kaartje te sturen naar
De Vrije Gedachte!
Bladwijzers: BETERE
WERELD-1 ; BETERE WERELD-2
"Vrijheid
van godsdienst is vijheid van wangedrag".
Veiligheid - De Islam - Vrijheid
Uitzending 17
april 1991
In de bijbel wordt verteld dat god de aarde geschapen heeft en het
leven op aarde en tenslotte de mens. Hij deed dat in fasen en na elke fase
stelde hij vast 'dat het goed was'. Wij vrijdenkers weten al lang dat er
helemaal geen god is die de aarde, het leven en de mens geschapen heeft. Op een
aantal halsstarrige gelovigen na weet inmiddels iedereen dat onze wereld het
gevolg is van processen in de materie en dat die processen niet door een god in
gang zijn gezet, maar onvermijdelijk meekomen aan het energetische karakter van
die materie zelf. Toch is er best wel
van een schepping te spreken. Het zijn namelijk de mensen die vanaf hun eerste
dag op aarde aan de gang zijn gegaan om een wereld te scheppen, een wereld van mčnsen. Intussen zijn zij een heel eind op streek met hun
scheppings-activiteiten, maar in tegenstelling tot de god uit het
scheppingsverhaal moeten zij nu vaststellen 'dat het helemaal niet goed is'...
Dat is voor de gelovigen aanleiding om vast te stellen dat de
mensen zondaren zijn. Dat zij zijn afgeweken van gods
plan en nu de wrange vruchten daarvan moeten plukken. Maar dat is natuurlijk
onzin! De werkelijkheid ontwikkelt zich niet volgens een van tevoren opgesteld
plan en al helemaal niet volgens een goddelijk plan. De enigen die plannen
kunnen maken zijn de mensen. Die doen dat dan ook met grote voortvarendheid.
Hun plannen hebben de bedoeling de wereld in bezit te nemen.
Dat doen zij doormiddel van veroveringen,
economische groei
en wetenschappelijk onderzoek. Wij
vinden dat allemaal heel gewoon, wij zijn niet anders gewend. Maar is het wel
zo gewoon? Wat is eigenlijk het kenmerkende van diegenen die het meeste succes
hebben? Onmiddellijk valt op dat het om mensen gaat die alles voor zichzčlf willen hebben en die onverschillig zijn voor de
rest van de wereld.
Het zijn mensen die als het ware de werkelijkheid verbreken door
zichzelf uit het geheel los te maken en te laten gelden als de enige waar alles om draait. Zo stellen zij zich op
als koningen en keizers, als economische
'captains of industry' en als wetenschappelijke dictators.
In alles proberen zij de maat te zijn, zij verbeelden zich dat de
wereld hun persoonlijk bezit is en zij zijn voortdurend bezig dat anderen in te
prenten, desnoods met geweld. En zij komen met mooie verhalen waaruit moet blijken dat zij het heil van de mensheid beogen.
Maar het gevolg van hun daden is een bittere
economische en
intellectuele armoede voor de overgrote meerderheid van de
wereldbevolking. En niet alleen de mensen vervallen tot armoede, ook de planeet
zčlf, waarmee wij allemaal één samenhangend geheel vormen, raakt steeds verder uitgeput.
De industrie produceert tegenwoordig heel wat
spullen. De meeste van die spullen zijn nuttig. Wie zal beweren dat een
koelkast, een vrachtauto, een radio, een theepot en noem maar op niet nuttig
zijn? Nuttig is een product als het gemaakt wordt omdat de mensen het nodig
hebben. Als de productie en de economie die doelstelling hebben is het
inderdaad een feit dat de mensen bezig zijn hun wereld om te zetten tot een
menselijke wereld. Zij zijn dan daadwerkelijk bezig een nieuwe wereld te
scheppen en je kunt dan met recht zeggen: "zij zien dat het goed is".
Dat wil zeggen: de zaak ligt op maat. Maar het beroerde is dat dŕt helemaal de bedoeling niet is: De productie is er niet
om iedereen van het nodige te voorzien, maar de productie is er alleen maar
voor de producent, en wel om er zelf beter van te worden. Dat wil zeggen: nog
meer van de wereld in bezit te nemen.
Het bijeen graaien van een zo groot mogelijk
gedeelte van de wereld heeft natuurlijk alleen maar zin als het om waardevolle
zaken gaat. Het verzamelen van waardevolle zaken is echter niet mogelijk zonder het afstoten van waardeloze zaken. Bijgevolg hecht men geen enkele waarde
aan een groot gedeelte van onze aarde. Dat kan rustig verwaarloosd worden, dat
kan rustig verkommeren, men heeft er geen boodschap aan. Als de zogenaamde
welvaart toeneemt, de economie groeit, verkommert onvermijdelijk in toenemende
mate onze aarde, de natuur en ook een groot deel van de wereldbevolking. Daaraan is niet te
ontkomen!
Is het waar dat je daaraan niet kunt ontkomen?
Zitten wij in een onoplosbaar dilemma? Dat is de essentiële vraag die
aanstaande zaterdag op de studiedag van het Humanistisch Studiecentrum
Nederland gesteld zal worden. We hebben het dan over 'Humanistische visies op
groei en evenwicht'. U kunt gaan luisteren naar datgene dat de spreeksters en
sprekers daarover te zeggen hebben. U moet dan om tien uur aanwezig zijn in het
gebouw van Humanitas in Rotterdam. Vanuit
verschillende invalshoeken zullen wij onze gedachten laten gaan over dat
dilemma.
Voor de vrijdenkers is er eigenlijk geen
dilemma. Vanaf het moment dat de mensen in gaan zien dat zij met zijn allen de
wereld bezitten en dat dit niet het alleenrecht van enkelingen is, is het
dilemma als vanzelf opgelost. De oplossing is dus te vinden in ons eigen
denken. Zodra dat denken vrij is wordt de samenhang van alles wat er op de wereld
is duidelijk en dan wordt het onmogelijk dat enkelingen zich losmaken uit het
geheel en zich eenzijdig ten koste van anderen verrijken.
Als iedereen in zijn of haar denken zover is gekomen dat als vanzelfsprekend af
te wijzen veranderen ook automatisch de opvattingen over de economie en de
technologie. Beide staan dan niet langer ten dienste van machtige enkelingen,
maar ten dienste van de gehele mensheid.
Dat leidt tot een geheel andere wijze van
produceren. Op het ogenblik gaat het bij de productie uitsluitend om de winst
die het product oplevert. Valt er geen winst te behalen wordt er niet
geproduceerd. Bovendien wordt er nu zo goedkoop mogelijk geproduceerd, niet om
de zaak voor de mensen betaalbaar te maken, maar om zoveel mogelijk winst
binnen te halen. Gevolg daarvan is dat de kwaliteit beneden peil is en zelfs
steeds minder wordt, terwijl de prijzen stijgen.
Maar wat stellig nog het allerergste is: het
technologische proces wordt niet in volle omvang ŕfgedacht.
Men houdt bij het winnen van de grondstoffen geen rekening met het milieu en
dat doet men ook niet bij het verwerken. En het afval wordt als waardeloze
rommel beschouwd die je op een slinkse manier moet zien kwijt te raken. Kortom:
de technologische gedachtengang over de productie is
niet compleet, hij blijft beperkt binnen de hekken van het fabrieksterrein. Dat
de wereld zich ook nog buiten dat terrein uitstrekt blijft economisch en
technologisch buiten beschouwing. Ook bij de productie zie je dus dat men zich
losmaakt uit het samenhangende geheel en zichzelf het monopolie van het bezit
van de wereld toekent.
Voor de goede orde: wat ik hier gezegd heb
geldt niet alleen voor de zogenaamd kapitalistische
wereld, het geldt evenzeer en
misschien nog wel erger voor de
socialistische, alleen wordt het daar anders genoemd. Nu is het een clubje
partijbonzen dat er op uit is zoveel mogelijk in bezit te nemen…
Zolang je niet vrij denkt, onafhankelijk van
gezag en macht, partij en overheid, staatsbelang en individueel belang, ben je
niet in staat de werkelijke verbanden in deze wereld te laten gelden en dan
lukt het je ook niet een menselijke wereld te scheppen. Je verbreekt dan steeds
het evenwicht en je economische groei is
niets meer dan het spekken van je eigen buidel. Daarmee bewijs je jezelf en de
wereld een slechte dienst. Je zult dan steeds zien 'dat het niet goed is'...
"Vrijheid
van godsdienst is vijheid van wangedrag".
Veiligheid - De Islam - Vrijheid
Uitzending 25 september 1991
Je hoort de mensen nogal eens beweren dat
vrijdenkers leven zonder god noch gebod. Het kan zijn, zoals zo vaak het geval
is, dat die mensen niet weten wat zij zeggen, maar zij hebben in ieder geval
wel gelijk. Vrijdenkers leven inderdaad zonder god, noch gebod. Nu is dat
eerste zo langzamerhand wel bij iedereen bekend. Vrijdenkers zien de
werkelijkheid als een zaak die uitsluitend op grond van zčlforganisatie
van de materie ontstaan is en waarin helemaal geen plaats is voor een
scheppende supermacht, die leiding geeft aan ontstaan en bestaan. De mededeling
dat vrijdenkers zonder god leven is dus niet zo opzienbarend. Je zou er hoogstens aan toe kunnen voegen dat
in feite iederččn zonder god leeft, godsdienstig of
niet. Maar dat doet nu niet zoveel terzake ...
Het gaat nu om de gedachte dat vrijdenkers
zonder geboden leven. Dat is iets dat zowel godsdienstige als
niet-godsdienstige mensen zwaar op de maag ligt. Bijna iedereen is er immers
van overtuigd dat er regels en geboden moeten zijn en dat die nagevolgd moeten
worden. Regels die in onderling democratisch overleg tot stand gekomen zijn en
geboden die op de een of andere manier van een hogere macht afkomstig zijn,
hetzij een goddelijke hogere macht, hetzij een menselijke. En daar moet je je
aan houden. Doe je dat niet, dan wordt het een rommeltje. Iedereen doet dan
maar waar hij zin in heeft met als gevolg dat de hele samenleving in elkaar
stort. Men heeft het dan over anarchie en dat vindt men zo iets
verschrikkelijks dat alleen het woord al de mensen doet huiveren. Moord en
doodslag, de wet van de sterkste wordt het algemene kenmerk van zo'n
samenleving. Zonder regels en geboden is er niet te leven. Dat is de mening van
vrijwel iedereen.
Maar, de praktijk laat iets heel anders zien.
Het blijkt dat alle nieuwe ontwikkelingen
steeds beginnen met ongehoorzaamheid, met onverschilligheid voor en verzet
tegen de geldende regels en geboden.
En omgekeerd blijkt dat het almaar gehoorzaam
opvolgen van de regels en de geboden tot een rampzalige verstarring leidt. Dat
blijkt op het terrein van het maatschappelijk leven en zelfs ook op dat van de
wetenschap. Alle vooruitgang houdt een ontkenning van het bestaande in. Een
mooi voorbeeld daarvan zien wij heden ten dage in Oost-Europa en in de Sowjet-Unie. Daar komen de mensen in verzet tegen het
communistische systeem en zij zeggen de gehoorzaamheid aan de geldende regels
en geboden op. De communistische maatschappij was volkomen vastgelopen,
enerzijds doordat die regels en geboden niet deugden, maar anderzijds vooral
omdat er met een onvoorstelbare hardnekkigheid en gewelddadigheid aan
vastgehouden werd. De orthodoxie vierde hoogtij. Een anderhalve eeuw oude
maatschappij opvatting was tot dogma geworden.
Een tijdlang hebben de regels en geboden wel
enigszins gefunctioneerd, maar het is het conservatisme, de behoudzucht, die de
zaak in het honderd deed lopen. Een maand geleden hebben wij in de Sowjet-Unie weer eens kunnen zien tot welke schurkenstreken
orthodoxen in staat zijn als zij vinden dat het uit moet zijn met de
ongehoorzaamheid. In feite vinden zij dat er geen ontwikkeling mag zijn, geen
vooruitgang, geen nieuwe ideeën en praktijken. Want daarop komt hun behoudzucht
in wezen neer. Gelukkig heeft de ongehoorzaamheid ditmaal het pleit beslecht.
Essentieel is daarbij in de eerste plaats de ongehoorzaamheid van het Russische
volk. Dat verzette zich zonder acht te slaan op regels en geboden. En daarmee
zette zich de bevrijding van het individu door, een ontwikkeling die nooit meer
ongedaan gemaakt zal kunnen worden. Datzelfde geldt voor de Baltische staten en
een aantal andere Sowjet republieken. Waarom het dus
gaat is dit dat het zich niet houden aan regels en geboden de werkelijke
drijfveer is van alle maatschappelijke dynamiek. Wil je ergens naar toe, dan
zul je het oude achter je moeten laten. En niet alleen dat: je zult het moeten ŕfwijzen.
Voor vrijdenkers is dat een
vanzelfsprekendheid.
In die zin leven zij dan ook zonder regels en
geboden. De vrijdenkersvereniging De Vrije Gedachte is niet gebaseerd op regels
en geboden, juist omdat vrijdenkers beseffen dat het om de ontwikkeling van het
vrijdenken gaat en niet om het vasthouden aan reglementen. Toch blijken er in
de vereniging bepaalde regels te gelden. En de individuele vrijdenkers leven
ook volgens bepaalde regels, regels die zelfs zo af en toe door iemand op
schrift gesteld worden en bediscussieerd. Je kunt je dus afvragen hoe dat nou
zit met die ongehoorzaamheid van de vrijdenkers!
Welnu, het afwijzen van regels en geboden gebeurt
op grond van het van buitenaf en bij voorbaat gebiedende karakter ervan.
Gehoorzaamheid daaraan betekent namelijk dat je je slaafs en zonder
tegensputteren onderwerpt aan voorschriften die je door anderen gegeven worden,
met de pretentie dat die voorschriften voor iedereen zouden gelden, algemeen
geldig zouden zijn. Het woord zegt het al: het zijn vňňr-schriften,
ze worden je bij voorbaat en van buitenaf opgelegd. Deze eigenaardigheid van
regels en geboden, namelijk dat zij je van buitenaf en bij voorbaat worden voorgeschreven, wordt door
vrijdenkers niet geaccepteerd. Zij zien niet in waarom ze bij voorbaat al verplicht zouden zijn zich er aan te houden, alleen maar op grond van
het feit dat het nu eenmaal regels en geboden zijn.
Betekent dat nu ook dat zij zich nergens aan
houden, zich aan niets gelegen laten liggen en zelfs eigenlijk asociaal zijn,
zoals sommigen beweren? Neen, dat betekent het niet! Het gaat er alleen maar om
dat zij zich niet bij voorbaat onderwerpen, maar daarentegen zčlf uitzoeken of de zaak redelijk is of niet. Blijkt dat
hij redelijk is, en dus bevorderlijk voor het welzijn van de mensen en het
functioneren van de maatschappij, dan gaan zij er gaarne mee accoord. Dat is geen onderwerping maar vrijheid, immers:
niemand behoeft hen te dwingen zich er aan te houden. Op het moment dat je zelf
iets redelijk vindt houd je je er vanzelfsprekend aan. En dan ga je niet
stiekem, als niemand het ziet, er toch van afwijken. Behalve natuurlijk in het
geval dat de omstandigheden of je eigen inzichten veranderd zijn en je de zaak
helemaal niet redelijk meer vindt. De ongehoorzaamheid van de vrijdenker is dus
verzet tegen datgene dat van buitenaf komt en de pretentie heeft gezaghebbend
te zijn. De vrijdenker is in deze zaken een individualist, iemand die het zelf wel uitzoekt en er ook zelf de verantwoordelijkheid voor draagt.
Dat besef van verantwoordelijkheid heeft tot
logisch gevolg dat de vrijdenker betrouwbaar is, niet het ene zegt en het
andere doet. En het heeft ook tot gevolg dat zij of hij solidair is met al
diegenen op de wereld die zich in verantwoordelijke ongehoorzaamheid inzetten voor de verlichting
van de mensheid . Solidair dus met de opstandigen.
Natuurlijk wordt hen dit niet in dank
afgenomen.
Wij leven nog steeds in een wereld waarin de
macht en het gezag maatgevend zijn. Een wereld waarin je bij voorbaat
gehoorzaam moet zijn en waarin, ondanks alle democratie, nog steeds niet naar
je mening gevraagd wordt.
Ja, soms geeft men hoog op over de wil van het
volk, zoals we de vorige maand in de Sowjet-Unie
gezien hebben. Maar naar de mening van datzelfde volk werd een paar dagen voor
de staatsgreep niet gevraagd en dat zal ook nu weer het geval zijn. Tijdelijk
viel het belang van het volk samen met dat van nieuwe machthebbers en dus: leve
het volk! Maar straks heeft het weer te gehoorzamen.
Straks wordt zelfs dat kleine beetje
vrijdenken weer onderdrukt.
En dat geldt niet alleen daar, het geldt ook hier: De vrijdenkersbeweging is dus enorm belangrijk .. !
"Vrijheid
van godsdienst is vijheid van wangedrag".
Veiligheid - De Islam - Vrijheid
Uitzending 23 december 1991
Overtuiging-1 ; Overtuiging-2 ; Overtuiging-3 ; Overtuiging-4 ;
Eigenlijk is het heel merkwaardig dat er in de
westerse cultuur een godsdienst beleden wordt. Immers, we hebben te doen met
een uitermate zakelijke cultuur waarin alles draait om de waarneembare en
onderzoekbare dingen. De mensen uit die cultuur voelen er niets voor om zomaar
iets aan te nemen. Als je hen van iets wilt overtuigen zul je met harde
bewijzen moeten komen. Dat het niemand ooit gelukt is te bewijzen dat god
bestaat is een onloochenbaar feit. Toch geloven de meeste westerse mensen in
het bestaan daarvan. Dat is een ongerijmdheid die je niet zonder meer kunt
verklaren door de godsdienstige indoctrinatie waaraan al die mensen
blootgestaan hebben.
Juist die westerse mensen laten zich niet zo
gemakkelijk indoctrineren, tenzij ... inderdaad, tenzij je het doet voorkomen
of er wel degelijk bewijzen zijn voor het bestaan van een opperwezen. Bij de EO
hebben ze een tijdje geleden geprobeerd op natuur wetenschappelijke wijze aan
te tonen dat het heelal door god geschapen moest zijn, maar dat is een fiasco
geworden. Niemand met een beetje verstand van natuurkunde trapte daar in.
Zoiets moet je dan ook anders aanpakken!
Al 2000 jaar weten de christelijke
geestelijken dat het veel eenvoudiger en overtuigender kan. Je moet je gewoon
beroepen op getuigenverklaringen! En die staan in overvloed in de bijbel.
Getuigenverklaringen slaan op gebeurtenissen die echt plaats gevonden hebben,
althans ... die suggestie wekken zij. Zo hebben ook de verhalen uit de bijbel
een schijn van betrouwbaarheid aan zich. En de westerse mensen trappen daar in. Het is echt gebeurd, er zijn getuigen, dus:
het mňet waar zijn. Je behoeft je er dan ook niet
over te verbazen dat de christelijke priesters en dominees het in hun preken
eerst over de een of andere bijbelse gebeurtenis
hebben om je vervolgens de moraal van het verhaal op de mouw te spelden. Een
moraal die overigens nauwelijks diepgang heeft. Zij is zo simpel dat je haar met enige fantasie uit
vrijwel elke alledaagse gebeurtenis kunt destilleren, als je maar gelooft in
een bovenaardse macht. De zogenaamde getuigenissen waar de moderne
evangelisatie-christenen je mee
doodgooien spreken wat dit betreft een
duidelijke taal...
Toch is er een moeilijkheid met die verhalen
uit de bijbel. Je moet vooral uitkijken met de vier Evangeliën uit het Nieuwe
Testament. Daartussen zitten namelijk nogal wat sprookjes. Nu is het eigenaardige van sprookjes dat zij een
waar verhaal vertellen aan de hand van gefingeerde en volstrekt ňnmogelijke gebeurtenissen. Vooral de mensen uit de oudheid
waren meesterlijke sprookjesvertellers. Zelf wisten zij natuurlijk heel goed dat
het sprookjes waren, maar, een paar eeuwen later geloven de meeste westerse
mensen dat het getuigenverklaringen zijn van čchte
gebeurtenissen. Dat pleit niet voor de wereldbeschouwing en het denken van die
westerlingen, maar daarvan is dit helaas niet het enige voorbeeld. Ondanks al
hun zakelijkheid rammelt er nog wel heel wat meer aan hun wereldbeschouwing en
hun denken…
Waar ik het thans, als bijdrage van de
vrijdenkers aan kerstmis, speciaal over wil hebben is het sprookje van de maagd met het kind,
oftewel Maria met het kindeke Jezus. Uiteraard is ook hiervan in het westen een
reële gebeurtenis gemaakt. De kerststalletjes getuigen hiervan en uiteraard ook
de verhalen van de geestelijken. De kunstenaars hebben het tafereel talloze
malen uitgebeeld. Maria is geworden tot de 'hemelkoningin' , de 'moeders gods' en de 'madonna'. Toch weet iedereen dat een vrouw die
zwanger is onmogelijk nog maagd kan zijn. Wat is dat dan voor een raar verhaal?
Wel, het is gewoon een sprookje en de waarheid daarvan ligt niet in de
gebeurtenis, maar in de betekenis. Men bedoelde er destijds iets mee en dat
kwam rechtstreeks voort uit de wereldbeschouwing van die dagen.
Voor westers denken bestaat de werkelijkheid
uit een grote verzameling afzonderlijke verschijnselen, maar voor het denken
uit de oudheid was de werkelijkheid een samenhangend geheel waarin geen enkel
verschijnsel op zichzelf stond. Dat geheel omvatte al het bestaande. Alles wat
je je maar denken kunt viel daarbinnen. En buiten dat geheel was er absoluut
niets. De verschillende verschijnselen waren dan ook niet door een
scheppingsdaad van een god van buitenaf tot stand gebracht, maar zij waren het
gevolg van wat wij nu zouden noemen 'het zelforganiserend
vermogen van de materie'. Ook volgens de ouden bracht de werkelijkheid dus uit zichzčlf alle dingen voort. Aan deze wereldbeschouwing werd uitdrukking gegeven
doormiddel van het beeld van de oermoeder. Uit deze oermoeder was al het
bestaande voortgekomen, zomaar vanzelf, zonder dat er van buitenaf een bevruchter aan te pas was gekomen. Als er al aan
bevruchting gedacht werd bevond het bevruchtende principe, dus het mannelijke,
zich binnen de alomvattende oermoeder. Zo gezien spreekt het vanzelf dat men
zich deze oermoeder als maagd voorstelde: zij was niet van buitenaf door iets
mannelijks benaderd. Zoals op een oud beeldje van de Egyptische godin Neith vermeld staat: niemand had haar hemd opgelicht en zij
had uit zichzelf voortgebracht…
Het sprookje van de maagd Maria gaat op die
wereldbeschouwing terug. Er zijn vele verhalen over dergelijke uit zichzelf
voortbrengende maagden en een deel van die verhalen is samengekomen in het
Evangelie. Maar, er is een betrekkelijk nieuw element aan toegevoegd. Men heeft
haar voortbrengend vermogen toegespitst op het kind. Dat was niet zomaar een
kind, neen, het was een bijzonder kind omdat het de gehele wereld zou verlossen
van alle tweespalt en strijd. Vrede zou hij brengen! Het is niet moeilijk om in
te zien dat hier de volwassen mens bedoeld werd. De ouden hadden het in feite
over een toekomstige volwŕssen mensheid. Die kwam
niet zomaar uit de lucht vallen. Men noemde het kind van de maagd 'de zoon van
de mens' en dat wil zeggen: de volwassen mens die straks door de bestaande
mensheid, door ons, opgeleverd zal worden. Dat dit kind de zoon van god zou
zijn is veel later door de Roomse kerk verzonnen evenals de onzin dat hij door
zijn goddelijke vader naar de aarde gestuurd zou zijn om de zondige mensen te
verlossen. In dat geval gaat het over de Christus uit het christendom, maar dat
is een bedenksel van op macht beluste priesters uit het oude Rome.
Het verhaal van de maagd met het kind is een
sprookje over de werkelijkheid. En het is een waar sprookje: inderdaad brengt
de werkelijkheid uit zichzelf alle verschijnselen voort en inderdaad zal er op
den duur een mensheid komen die niet langer bezig is zichzelf het leven zuur te
maken met uitbuiting en geweld. Dat zal een realistische mensheid zijn die
zichzelf niet meer kwelt met allerlei verslavende godsdienstige onzin. Want het
sprookje van de maagd met het kind is een volstrekt atheďstisch sprookje
waarin duidelijk gesteld wordt dat er buiten het heelal helemaal niets is. Het
bestaan van een scheppende en besturende macht, een mannelijke verwekkende god,
is volstrekt uitgesloten.
De zaak is eigenlijk bijzonder komisch: men
heeft in zijn onnozelheid de christelijke godsdienst gebaseerd op een sprookje
waarin verteld wordt dat er geen god is en waarin de beschreven gebeurtenissen
onmogelijk plaatsgevonden kunnen hebben.
Het is een verhaal dat stamt uit een
ongodsdienstige matriarchale traditie die lang geleden in het Verre Oosten
ontstaan is, in een tijd dat de mensen nog aanvoelden hoe het zit met de
werkelijkheid. De meeste vrijdenkers zitten op diezelfde lijn. Zij spreken
weliswaar niet meer in termen van een maagd en een kind, want dank zij de
wetenschap zijn zij intussen tot de overtuiging gekomen dat het de beweeglijke materie is die
zichzelf organiseert, maar de strčkking van hun ideeën
komt overeen met die uit het grijze verleden.
En vanuit die atheďstische geestverwantschap
kunnen vrijdenkers het sprookje van de maagd met het kind best waarderen ...
Overtuiging-1 ; Overtuiging-2 ; Overtuiging-3 ; Overtuiging-4 ;
"Vrijheid
van godsdienst is vijheid van wangedrag".
Veiligheid - De Islam - Vrijheid
IDEOLOGIE OF INDIVIDUALISME..?
Uitzending 29 april 1992
Het begin van de negentiger jaren is heel
verwarrend. In zeer korte tijd is de staatkundige indeling van Europa volkomen ingestort
en het laat zich aanzien dat er aan de veranderingen voorlopig nog geen einde
komt. Het was te verwachten: de mensen worden wakker en eisen zelfstandigheid.
Men vindt dat de bestaande machthebbers maar
eens op moeten krassen. Maar helaas is dat iets waar heersers doorgaans niet
vrijwillig toe overgaan. Geweld is dan onontkoombaar. Oost-Europa geeft daarvan
een triest voorbeeld ... Natuurlijk heb je gelijk als je het maar niks vindt
wat daar gebeurt. Nu was de dreiging van het communisme mooi verdwenen en nu
krijgen we dat weer! Toch weer geweld en bloedvergieten, toch weer oorlog ...
En dat allemaal dank zij dat ellendige nationalisme.
Voor nationalisme zijn steeds twee dingen
kenmerkend: ten eerste is er het collectief, de groep, doorgaans berustend op
een besef van etnische verwantschap. In feite is dat een waan, en nog een
primitieve ook: men voelt zich met elkaar verbonden door de banden van het
bloed en de grond. Je kwaliteiten als individueel mens doen er niet toe, het
enige wat telt is de vraag uit welke klei je getrokken bent! Het tweede kenmerk
van nationalisme is de aanwezigheid van een ideologie, een bedenksel dat bij
ieder lid van het collectief ingeprent is en dat macht over de mensen heeft
omdat het door uitgekookte moralisten als een hogere waarde voorgesteld wordt.
Je kunt het er dus best mee eens zijn dat het
nationalisme door bijna iedereen afgekeurd wordt. Er zit echter iets in dat
nationalisme dat ondanks alles heel positief is. Iets dat tegenwoordig overal
in de wereld aan het doorbreken is, maar vooral in de westerse cultuur.
Namelijk het streven van de mensen om zich te verzelfstandigen, zichzelf te
realiseren als iets unieks, als IK. Het nationalisme is eigenlijk een heel
platvloerse vorm van die verzelfstandiging, van dat IK-bewustzijn.
Een verder moment van datzelfde proces is de toenemende onverschilligheid van
de westerse mensen voor de staat, de politieke partijen en dat soort zaken. De
westerse mensen hebben, op wat achterlijke fascistische uitzonderingen na, hun
nationalistische frustraties zo langzamerhand wel uitgeleefd. Bloed en bodem,
de ideologie en het collectief zeggen hun nauwelijks meer iets. Ze zijn nu
bezig met zichzelf: nationalisme is bij hen overgegaan in individualisme.
Daarin heeft men zich niet alleen van de ideologie bevrijd, maar ook nog van
het collectief. Het nieuwe uitgangspunt is dat men als individu met niemand
iets te maken heeft en dat men in de grond van de zaak alleen voor zichzelf
leeft.
De praktijk leert dat dat proces van
verzelfstandiging vaak met agressie en geweld gepaard gaat. Dat ligt voor de
hand, omdat het zich stellen als 'IK' om te beginnen het afwijzen en
buitensluiten van de ŕnder betekent. De ander is
ontkend, geldt als 'NIET-IK'. Dat is helaas voor een aantal sufkoppen voldoende
reden om de messen te slijpen. Vooral bij het nationalisme is dat het geval,
want daarbij speelt de ideologie wel een heel kwalijke rol: zij spiegelt de
mensen voor dat hun eigen groep superieur is en niet alleen recht heeft op
zelfstandigheid, maar zelfs op macht over de anderen, die uiteraard inferieur,
minderwaardig, zijn. Als mensen nog dom genoeg zijn om in zo'n ideologie te
geloven heb je de poppen al gauw aan het dansen! Men voelt zich gerechtigd om
geweld te gebruiken en zijn medemensen uit te roeien…
Het is opvallend dat deskundigen en politici
zelden de schuld geven aan de ideologie als zodanig. In feite doen zij dat
alleen maar als het om een ideologie gaat die zij voor zichzčlf bedreigend vinden.
Zij hebben kennelijk geen bezwaar tegen het
verschijnsel ideologie op zichzelf. Toch is elke ideologie slecht voor de
mensheid, of zij nu politiek of godsdienstig van aard is. Het maakt daarbij
geen enkel wezenlijk verschil of zo'n ideologie zich openlijk agressief
voordoet of juist humaan, democratisch en vredelievend. Elke ideologie mňet van zich uit agressief zijn omdat zij een collectieve hňgere waarde suggereert en diegenen die zich daaraan
onderwerpen een gevoel van superioriteit geeft. Zij hebben dan het gelijk aan
hun kant. Dat leidt onherroepelijk tot het uitroeien van diegenen die zo'n
hogere waarde, zo'n godsdienst of zo'n politiek, niet zien zitten en weigeren
zich bij het daarbij behorende collectief aan te sluiten.
In de westerse democratieën is de innerlijke
agressie van de ideologieën doorgaans zorgvuldig in de partijprogramma's
weggemoffeld. Daardoor lijkt het allemaal heel redelijk, maar in feite gaat het
toch slechts om één ding: WIJ hebben gelijk en daarom hebben WIJ recht op de
macht! Eigenlijk de macht over alle mensen, maar als dat niet gaat, dan maar
over zoveel mogelijk..! Dat betekent dat wij willen dat u uw persoonlijkheid en
uw denken braaf onderwerpt aan de door ons bedachte ideologie en dat u uw
zelfstandigheid gedwee moet prijsgeven aan ons collectief. Ter wille van… juist,
ňnze macht!
Gelukkig gaat dat in de moderne westerse
wereld niet meer zo best. Het is veelbetekenend dat er steeds meer geklaagd
wordt dat de ideologieën aan het verzanden zijn. Wat vindt men dat jammer..!
Maar, geweeklaag of niet, een kind kan zien
dat de mensen de buik vol hebben van die alles omvattende hogere ideeën en
steeds meer hun eigen individuele belang erkend willen zien. Grappig is
overigens dat uitgerekend diegenen die altijd al het meest bedreven waren in
het naar zichzelf toerekenen, op het ogenblik almaar hun beklag doen over 'de
calculerende burger'. De burger namelijk die, helemaal terecht, zijn eigen
welzijn primair stelt. De burger die eindelijk eens ophoudt de belangen van een
maatgevend collectief te dienen. Een dienstbaarheid die uitsluitend als
resultaat heeft dat juist ŕnderen vrijelijk naar
zichzelf toe kunnen 'calculeren'.
De meeste mensen in de westerse wereld zijn
duidelijk al zo zelfstandig geworden dat zij zich inderdaad als individuen gaan
gedragen. Dat doet de vrijdenkers goed: zij hebben altijd al de nadruk op het
zelfstandige en unieke karakter van de mens gelegd. En tegelijkertijd hebben
zij voortdurend elke onderworpenheid aan alle vormen van macht hartstochtelijk ŕfgewezen. Ondergeschiktheid aan ideologieën en collectieven,
het is de vrijdenker allemaal een gruwel! Daar komt nog bij dat die zaken
inmiddels uit de tijd zijn. Het gaat immers niet langer om collectieven, maar
om individuen met inzicht en kennis van zaken! De vrijdenkers staan dan ook
uitermate argwanend tegenover diegenen die opnieuw de mensen bij de politiek
willen betrekken. Sommigen willen oude partijen in een modieus nieuw jasje
steken, anderen willen nieuwe partijen oprichten en allemaal doen ze hun best
de mensen erbij te betrekken. Tevergeefs, want de individualistische
bewustwording vraagt er niet om de mensen bij de politiek te betrekken, maar
daarentegen om de politiek bij de mčnsen te
betrekken. De politici moeten ophouden met het denken in collectieve
ideologieën. Het wordt hoog tijd dat zij in gaan zien dat de mensheid tot een
vrijwillige vereniging van zelfstandige individuen uitgroeit en dat het
verloren gaan van overheersende ideologieën en collectieven een enorme vooruitgang is.
Vanuit het vrijdenken is gemakkelijk te begrijpen dat de evolutie niet in
een collectief, een partij, een groep, een staat, culmineert, maar daarentegen
in een zelfstandig individu, jij en ik, de mens dus die 'IK' zegt en die het
vanzelfsprekend vindt dat de andere mensen ook 'IK' zeggen. En het is de
vrijdenker ook allang duidelijk dat alleen maar die IK-zeggende mensen
vrijwillig met elkaar een maatschappij kunnen vormen, sociaal kunnen zijn, en
dat de gedachte dat een mens van nature ondergeschikt zou zijn aan een groter
geheel op een, de mensen geraffineerd ingeprente, leugen van machtzoekers berust.
"Vrijheid
van godsdienst is vijheid van wangedrag".
Veiligheid - De Islam - Vrijheid
Uitzending 24 juni 1992
Nu men zich er eindelijk van bewust is
geworden dat je onmogelijk kunt leven in een vervuilde en uitgeputte wereld
worden we prompt overspoeld door een vloedgolf van verhalen. Enerzijds zijn er
de theorieën, scenario's en modellen van de milieubewegingen en anderzijds de
betweterige smoesjes van politici die hun macht, en industriëlen die hun
winsten koste wat het kost veilig willen stellen. Politici schreeuwen
tegenwoordig om het hardst dat ze het welzijn van de burgers willen bevorderen
en dat ze altijd al gezegd hebben dat het roer om zou moeten. De stakkerds, ze
waren roependen in de woestijn, die ze overigens
eerst zčlf teweeg gebracht
hebben.
Zelfs een gewetenloze asociaal als President
Bush van de Verenigde Staten hangt de profeet uit en neemt schijnheilig deel
aan de grote milieu conferentie in Rio, uiteraard niet zonder zich er eerst van
overtuigd te hebben dat er geen besluiten genomen zullen worden die schadelijk
zijn voor de economie van zijn heilstaat.
In een belangrijk opzicht zijn de theorieën
van de milieubewegingen niet veel beter dan die van de industriëlen, economen
en politici.
Het is natuurlijk goed dat ze daar recht
tegenin gaan. Ze hebben inderdaad het gelijk aan hun kant. Maar een beetje goedkoop
is het allemaal wel: zelfs een kind kan immers zien dat de vervuiling gestopt
moet worden en dat er een einde moet komen aan de uitbuiting van de aarde. Het
gaat nu echter om de mentaliteit van waaruit plannen worden gemaakt om het tij
te keren. Men wil namelijk van alles afschaffen.
Dat is een behoefte die voortkomt uit
zelfhaat. Een diepgewortelde zelfhaat die in zijn essentie overeenkomt met de
meest griezelige psychologische frustraties die godsdiensten als het
christendom en de islam teweeg brengen. In deze godsdiensten speelt de zelfhaat
van de mens een alles overheersende rol. Dat kan ook niet anders, want men
vindt dat het aardse leven het ware niet is. De aarde is stoffelijk, materieel
en dat is in strijd met het goddelijke. Zo is ook de mens in strijd met het
goddelijke, hij is per definitie zondig en schuldig.
Kortom: hij deugt niet. Iedere gelovige vindt
dat van zichzelf en van zijn medemensen, en dus is iedere gelovige verbeten bezig het kwaad in zichzelf uit te bannen. Daar zit de zelfhaat.
Men haat zichzelf omdat men meent een werkelijkheid te zijn die niet deugt.
In de westerse wereld hebben noch het
christendom, noch de islam, tegenwoordig veel in de melk te brokken.
Toch zit de zelfhaat nog steeds diep in de
westerse mensen ingekankerd en dat is nu net wat het gangbare milieu-denken,
ondanks zijn nuttige waarschuwings-functie, zo gevaarlijk maakt. Je kunt
namelijk opmerken dat men voortdurend de neiging heeft de schuld van de
milieurampen bij de burgers te leggen. Niet diegenen die werkelijk de wereld
verzieken en die onlangs schijnheilig mooi weer speelden in Rio de Janeiro zijn
het mikpunt van verwijten, maar de gewone vrouw en man, de burger, jij en ik.
Kernpunt daarbij is dat die burger een onverzadigbare consument zou zijn, een
consument van het ergste soort. Hij wil immers alles hebben, hij heeft nooit
genoeg, hij is door en door een materialist. Men vindt nu dat hij zo
langzamerhand veel te veel heeft bijeengeschraapt. En men komt tot de
conclusie: afschaffen die handel..!
Het op genoemde zelfhaat gebaseerde denken is,
zoals steeds het geval is bij neuroses, geheel van realiteitszin verstoken. Is
het waar: schaft de burger zich inderdaad zoveel goederen aan? Staat zijn huis
vol met stereotorens, keukenmachines, videorecorders, lederen bankstellen en
dergelijke? Slaat hij grote hoeveelheden brood in en melk en groente en fruit?
Kortom, consumeert hij nu echt zoveel? Natuurlijk niet! Het verwijt dat de
burger teveel consumeert is onrechtvaardig en zelfs discriminerend. Eindelijk
kunnen sommige mensen zich, althans in de westerse wereld, wat spullen
aanschaffen, die de bovenlaag overigens allang heeft, en dan wordt dat wéér
afgekeurd met nu als argument dat het slecht voor het milieu zou zijn! En dit
keer zijn het de milieu-dominees die graag van alles zouden willen verbieden.
Zij baseren hun theorieën op het waanidee van de overconsumptie van de burgers.
En zij trekken prompt de bij dit vooroordeel voor de hand liggende conclusie:
de mensen moeten minder en, er moet van alles afgeschaft worden! Nu is er
inderdaad heel wat op te noemen dat afgeschaft moet worden, want er worden veel
energie en grondstoffen met allerhande flauwekul verspild. Je kunt de
voorbeelden daarvan om je heen zien: wat denk je dat de sierstrip langs de
deuren van de auto aan energie en grondstoffen kost, terwijl hij geen enkel nut
heeft, behalve dan voor de producent, want die kan net doen of hij weer een
nieuw en beter model ontwikkeld heeft. Het spreekt vanzelf: sierstrippen en
dergelijke flauwekul, afschaffen die handel..!
Maar helaas, dat bedoelen de afschaffers niet,
zij hebben in hun hoofd dat een heleboel producten niet meer ter beschikking
van de consument gesteld zouden mogen worden. Ik sprak zelfs iemand die serieus
staande hield dat wij terug zouden moeten naar het levenspeil van de dertiger
jaren! Toen ik hem vroeg of hij de armoede en ellende ook terug wilde hebben
moest hij het antwoord schuldig blijven. Hij had er kennelijk niet aan gedacht
dat afschaffen betekent dat er voor jou en voor mij van alles onmogelijk wordt
gemaakt, maar niet voor een aantal bevoorrechten…
In feite kun je niets afschaffen. Wat de mensen eenmaal uitgedacht hebben is
nooit meer uit hun zelfbewustzijn weg te krijgen. Zelfs als door een toeval
alle geschreven berichten verloren gaan blijft het intellectuele vermogen om de
zaak weer terug te roepen intact.
Maar belangrijker nog is het feit dat de
verworvenheden van wetenschap en technologie onmiddellijk nadat zij ter
beschikking zijn gekomen een rol in het leven van de mensen gaan spelen. Radio
en televisie, telefoon en fax, automobielen en vliegtuigen, koelkasten en
magnetronovens, eigenlijk alle voorwerpen waarmee de mens zich omringt en die
hij voor allerlei doeleinden gebruikt, zijn allemaal een rol van betekenis gaan
spelen in het leven van de mensen. Dat alles kan niet weggedacht worden, deze
klok is onmogelijk terug te draaien. Het menselijk leven op deze planeet is
volstrekt afhankelijk van wat de mensen doormiddel van hun wetenschap aan de
weet komen en door middel van hun technologie tot stand brengen. Het is dus
onzinnig en dom om in termen van afschaffen te denken. Maar ŕls
je zoiets toch voor mogelijk houdt, dan is het buitengewoon naďef om te
verwachten dat het afschaffen op een sociaal rechtvaardige manier zal gebeuren.
Het kan immers niet anders of een bepaalde bovenlaag van de maatschappij zal
geen last hebben van die afschaffings-programma's, zoals ook steeds blijkt bij
de pogingen van de regering om het autorijden aan banden te leggen door het duurder
te maken, of het idee om een zogenaamde ecotax in te
voeren.
Als je het afschaffings-denken consequent
doorzet kom je terecht bij de primitieve natuurmens. Je zou dan niets meer
mogen doen. Zelfs het maken van een pijl is dan uit den boze, het is verstoring
en vervuiling van de natuur! In feite bereik je natuurlijk niets met dat
denken, behalve dan een toenemende sociale onrechtvaardigheid en discriminatie van de
burger. Want het afschaffings-denken is een asociaal denken dat niet vrij is
gekomen van de waanvoorstelling dat de werkelijkheid te splitsen zou zijn in
een hoger en een lager gedeelte. Dat denken zit vol van de zelfhaat die
voortkomt uit de godsdienstige leer dat de mens tot het lagere behoort en als
zodanig een materialist is. Een materialist die zoveel mogelijk wil consumeren
en die daarom in toom moet worden gehouden.
Het is heel triest dat verreweg het grootste
gedeelte van de milieu-beweging slachtoffer is van
die zelfhaat en daardoor niet verder komt dan de mening dat er afgeschaft moet
worden. Uiteraard kan zij het daarin goed vinden met de godsdienstigen
voor wie de armoede altijd al een moreel ideaal voor de mensheid is geweest.
Vanuit het vrijdenken echter kom je tot een andere conclusie: de gehele
mensheid heeft recht op alle voortbrengselen van wetenschap en technologie en
het is onrechtvaardig om iets aan iemand te willen onthouden. Volgens het
vrijdenken gaat het dan ook niet om afschaffen, maar om een goed gebruik, zowel
van de natuur en de grondstoffen als van de producten en de restanten. De fout ligt daarom niet bij de consumenten, maar bij
diegenen die enerzijds een grote hoeveelheid flauwekul produceren en anderzijds
op grove wijze, terwille van gewin op korte termijn,
misbruik maken van wetenschap en technologie. Als je de technologie van een
productieproces niet van begin tot einde beheerst ben je misdadig bezig.
Voorbeelden van misdadig gebruik van wetenschap en technologie zijn er te over.
Ik zou zeggen: afschaffen die handel..!
Bladwijzers: Discriminatie- nrs.10 en 13
"Vrijheid
van godsdienst is vijheid van wangedrag".
Veiligheid - De Islam - Vrijheid
DE MODERNE MENS ALS WERELDBOUWER
Uitzending 1
oktober 1992
Bladwijzers: Verenigd Europa-1 ; Verenigd Europa-2 ;
Toen lang geleden de mens op aarde verscheen was de evolutie aan
haar einde gekomen. De mens is daardoor een 'dubbelwezen': enerzijds is het het meest sublieme biologische systeem, dat alle andere
levende systemen in verfijning overtreft en anderzijds is het een verschijnsel
dat functioneel niet meer tot de biologische werkelijkheid behoort, het is er
aan voorbij. Dat wil zeggen dat de mens, hoewel hij in feite qua structuur een
dier is, zich niet als zodanig laat gelden. Alles waarmee hij komt, zowel datgene
dat hij als het goede beschouwt als datgene dat hij als het kwade ziet, is, in
tegenstelling tot wat doorgaans gemeend wordt, een manifestatie van dat
'niet-dier' zijn. Alle ŕndere levende wezens echter
zijn onderworpen aan een levensprogramma waarin de evolutie vastgelegd heeft
hoe er op de werkelijkheid gereageerd moet worden. Dat kan onder omstandigheden
leiden tot bepaalde aanpassingen, maar ontkomen kunnen die levende wezens nooit
aan hun levensprogramma. De poes blijft altijd een poes, ook als zij netjes op
de bak gaat…
Zoals gezegd is de mens aan dat geprogrammeerd-zijn voorbij. Dat
heeft twee consequenties. Enerzijds weet hij geruime tijd absoluut niet wat hij
aanmoet met de hem omringende wereld. Zijn lichaam is
ongeschikt om zich in de natuur te handhaven en bovendien mist hij het instinct
om adequaat op zijn omgeving te reageren. Maar gelukkig blijkt hij anderzijds
iets bijzonders te kunnen. Hij kan namelijk de werkelijkheid verŕnderen.
Dat komt doordat zijn denken niet, zoals bij de rest van de
natuur, gebonden is aan een onwrikbaar vastgelegd levensprogramma waardoor het
slechts één kant uit kan. Het denken kan bij de mens ŕlle kanten
uit. Het is vrij, het is creatief. Dit betekent dat het menselijk denken zichzčlf vormt en juist doordat het zichzelf vormt
kan het de wereld hčrvormen. Na verloop van tijd
kunnen de mensen dan ook alle problemen het hoofd bieden. Ik weet niet of het u
wel eens opgevallen is, maar wij lossen de problemen met de werkelijkheid
inderdaad op door haar te verŕnderen. Het resultaat
is tenslotte een door ons geschapen wereld waarin WIJ ons thuis kunnen voelen
en veilig kunnen weten.
De zaak komt hier op neer dat wij mensen wereldbouwers zijn. Wij
zijn, ieder voor zich en tevens met zijn
allen, voortdurend bezig onze wereld te veranderen. Aanvankelijk hadden de
mensen nog niet in de gaten dat alles neerkomt op het opbouwen van de wereld.
Trouwens, ook vandaag nog denken verreweg de meeste mensen dat zij alleen maar
voor zichzelf bezig zijn. Als je de zaak echter in het groot bekijkt zie je dat
al dat particuliere gedoe uiteindelijk toch een bijdrage is aan het grote
proces van het wereldbouwen dat al sinds het verschijnen van de eerste mensen
aan de gang is. Pas zo ongeveer vanaf de tijd van de Verlichting heeft de mensheid
dat in de gaten gekregen. Sindsdien leeft onder de mensen de gedachte dat de
wereld 'maakbaar' zou zijn. In het verlengde daarvan zien wij dat er allerlei
ideologieën uitgedacht worden. Een aantal daarvan heeft hier en daar succes
gehad, maar de resultaten bleken na enige tijd toch zo bedroevend te zijn dat
er al gauw een einde aan kwam. Ieder op zijn eigen wijze zijn liberalisme,
socialisme, communisme en uiteraard ook fascisme en nationaal-socialisme
ten onder gegaan.
Het feit dat op het ogenblik vrijwel alle
ideologieën zijn ingestort, wil niet zeggen dat nu ook de behoefte tot
wereldbouwen verdwenen is. Integendeel, meer dan ooit zijn de moderne mensen
overtuigd van de noodzaak en de mogelijkheid een wereld op te bouwen. Nu men
heeft ingezien dat het langs de politieke weg niet gaat, omdat de politiek de
mensheid nu eenmaal niets te bieden heeft, zijn het de wetenschap, de
technologie, het management, gevoegd bij een vrije markt en een democratische
bestuursvorm, die de wereldbouwers tot activiteiten inspireren. En wederom
weten die wereldbouwers zeker dat het lukken zal, net zoals die overspannen
idealistische fantasten van destijds. Bush begint met honderdduizend Irakese
doden een nieuwe wereldorde op te bouwen en van de Broek spreekt ferme taal als
het over militair ingrijpen gaat.
Toch zal de zaak weer op een fiasco uitlopen.
Zeker, het Verenigd Europa
zal er best wel komen en die nieuwe wereldorde, waarom niet? Het is heel goed
mogelijk dat het etnisch-godsdienstige moorden in onder andere de Balkan al of
niet met geweld gestopt wordt en er een halt wordt toegeroepen aan het
troosteloze sterven in Afrika. Het is immers allemaal een kwestie van de macht
veroveren en anderen je wil opleggen en net zolang drammen en intrigeren tot
iedereen de contracten getekend heeft en vanaf dat moment… net gaat doen of
alles koek en ei is. Inderdaad: net gaat doen, want in feite zullen al die
manipulaties van de wereldbouwers alleen maar tot resultaat hebben dat nog meer
luchtkastelen het uitzicht op een goed opgebouwde wereld belemmeren.
Opmerkelijk is dat die hedendaagse
wereldbouwers het hoofd, de mond en de diplomatenkoffer vol hebben van modellen
en blauwdrukken van een toekomstige, goede en ordelijke wereld. Ze weten
precies hoe het allemaal worden moet, straks, als alle verzet van bekrompen nationalisten
gebroken is. Maar als het gaat over het heden, de realiteit te midden waarvan
zij op dit moment leven en handelen, dŕn blijken
diezelfde, wereld bouwers totaal niets in hun hoofden, monden en koffers te hebben.
Dat is te zeggen, die monden klappen wel voortdurend, maar het is
gemakkelijk vast te stellen dat er alleen maar onzin en leugens uitkomen en die
kletspraatjes zijn als regel ook nog zo oud als de weg naar Kralingen! Het lukt
zelfs niet om leugens te verzinnen die in deze tijd passen en een schijn van
waarheid aan zich hebben. Een vermakelijk voorbeeld is dat van die Van Eekelen die onlangs nog eens kwam verkondigen dat wij toch
wel de dienstplicht zouden moeten handhaven omdat een dienstplichtigenleger een
getrouwe afspiegeling van het Nederlandse volk zou zijn. Dat beweert de
botterik alsof er nooit onderzoek is geweest dat glashelder heeft aangetoond
dat dit pertinent niet waar is. Wij hebben er vorig jaar nog een uitzending aan
gewijd. Een kind kan trouwens ook gemakkelijk zien dat het allemaal
leugenachtige onzin is! Maar de heer Van Eekelen
vindt kennelijk dat zijn toehoorders onnozel genoeg zijn om nňg
eens die leugens op de mouw gespeld te krijgen…
Als je met het heden geen raad weet is je voorstelling van de
toekomst noodzakelijkerwijs ook verkeerd. Je denken over de toekomst begint
immers bij het heden! Als je nu meent dat wetenschap, technologie en management
de instrumenten zijn waarmee een nieuwe wereld opgebouwd moet worden en als je
ook nog in de waan verkeert dat dit opbouwen alleen maar een organisatorische
kwestie is, dan ga je voorbij aan de meest wezenlijke eigenschap van de
mensheid, namelijk dat zij een lčvende, creatief
denkende werkelijkheid is waarvan de toekomstige ontwikkeling niet te berekenen
en te voorspellen is.
De misvatting dat er een blauwdruk van de toekomst gemaakt zou
kunnen worden behoort bij het hedendaagse denken, dat is te zeggen: het gezŕghebbende moderne denken. Volgens dat denken zouden de
processen in de werkelijkheid te voorspellen zijn. In de economie en de
politiek bijvoorbeeld is men daar verschrikkelijk druk mee. Maar het zal u
stellig allang opgevallen zijn dat de voorspellingen van de economen en de politici nooit uitkomen!
Dat wijst er onmiskenbaar op dat zij slechte wereldbouwers zijn. Daarom behoren
juist zij het niet voor het zeggen te hebben, hetgeen tegenwoordig gelukkig aan
steeds meer mensen duidelijk wordt!
Maar, eerlijk is eerlijk: de vrijdenkers hebben dit al lang
geleden in de gaten gekregen, dankzij het feit dat zij het vrije karakter van
het denken zo goed mogelijk tot zijn recht laten komen. Zij weten dan ook dat
je alleen maar voor straks een wereld kunt bouwen door nu creatief met het
heden om te gaan..!
Bladwijzers: Verenigd Europa-1
; Verenigd Europa-2
;
"Vrijheid
van godsdienst is vijheid van wangedrag".
Veiligheid - De Islam - Vrijheid
Uitzending 19
november 1992
Bladwijzers: Verenigd Europa-1
; Verenigd Europa-2
;
In de vorige uitzending heb ik het gehad over de moderne mens als wereldbouwer
.
Ik heb er toen op gewezen dat hij bitter weinig van dat
wereldbouwen terecht brengt. Hij is geobsedeerd door fantastische plannen voor
een toekomstige wereld maar hij weet met het heden absoluut geen raad. Steeds
handelt hij in paniek en pakt de problemen van de verkeerde kant aan. Welnu,
over dat geklungel met het heden wil ik nog wat meer zeggen. En dan vooral over
'het nieuwe fatsoen' van de wereldbouwers.
Zo is het opmerkelijk dat de wereldbouwers erg ontevreden zijn
over de burgers, over ons dus. Ze vinden dat wij teveel op ons eigen belang uit
zijn en dat onze solidariteit met onze medemensen beslist te wensen over laat.
We zijn 'calculerende burgers' geworden en het ontbreekt ons aan 'burgerzin'.
Volgens de wereldbouwers moeten de burgers opnieuw leren dat zij verplichtingen
hebben. Zij moeten socialer worden en elkaar helpen, uiteraard op eigen kosten,
net als vroeger toen ze verrekten van de armoe. Maar let op: dat zeggen nou
juist die wereldbouwers die zelf steeds meer elke sociale betrokkenheid bij de
burgers afwijzen. Het blijkt bijvoorbeeld dat zij de zogenaamde sociale
vernieuwing voornamelijk gebruiken om van de verzorgingsstaat af te komen.
Langzaam maar zeker tasten de wereldbouwers de ene na de andere voorziening
aan. Omdat ze niet erg origineel zijn volgen zij daarbij steeds dezelfde
strategie: eerst maken zij de zaak verdacht door almaar te beweren dat er
misbruik van gemaakt wordt en fraude gepleegd. Vervolgens gaan zij onder de
dekmantel van 'stelselherziening' de zaak afbreken.
Het zijn buitengewoon fatsoenlijke lieden, die wereldbouwers! Zo
deelde Hirsch-Ballin, het knapste jongetje uit de klas, onlangs mee dat hij het
als zijn taak beschouwt de Nederlanders weer fatsoen bij te brengen. Achting
voor hogere waarden, eerbied voor gezag en orde, hij zou dat de burgers wel
eens even inprenten. Dat is hem best wel toevertrouwd. Hij bekeerde zich immers
al op jeugdige leeftijd tot het roomse geloof en inmiddels is hij nog roomser
dan de paus. Dat wil toch zeker wel wat zeggen..!
Emancipatie? Euthanasie? Zelf beschikken over leven en dood? Het
oordeel van artsen serieus nemen? Vrouwen zelf over abortus laten beslissen? Welnee, dat kun je als goed roomse gelovige
toch niet accepteren. En als minister van justitie ben je zelfs moreel
verplicht krachtig op te treden.
Verbieden dus al die duivelse praktijken!
Misschien dacht u wel net als ik dat juist een
minister van justitie een intelligent mens zou zijn. Dat zo iemand redelijk en
onbevooroordeeld op zou treden. Met een blinddoek om, net als Vrouwe Justitia. Nou, dan zit je er dus flink naast! Een
moderne fatsoenlijke minister van justitie drijft zijn eigen bekrompen,
kortzichtige en irrationele frustraties door. En hij gebruikt daarvoor zonder
schaamte de macht die wij hem gegeven hebben. Fijne wereldbouwer is dat! Een
prettige gedachte dat onze toekomst van dat soort figuren afhangt!
Er is trouwens nog meer en dat is zonodig nog schaamtelozer: het brave jongetje heeft in
Rotterdam een lezing gehouden waarin hij als zijn mening te kennen gaf dat het
maar eens uit moet zijn met de verzorging van staatswege. Daar komt de aap uit
de mouw: Maar het meest schofterige is dat zo'n Hirsch Ballin ook nog komt
vertellen dat de kerken weer voor de mensen moeten gaan zorgen. Hij vindt dat
de kerken daar als instituten van naasteliefde het
beste op ingesteld zijn! Je ziet het al voor je, straks maken de dominees en de
pastoors weer uit of je recht hebt op een beetje hulp en bijstand. In een
wereld waarin het door diezelfde wereldbouwers steeds meer onmogelijk wordt
gemaakt jezelf te redden en waarin nota bene twee derde van de mensen niet meer
gelovig is!
Er waren mensen die dachten dat de vrijdenkers
hun strijd gestreden hadden en dat zij zo langzamerhand wel overbodig geworden
waren. Maar dat ziet er op het ogenblik heel anders uit: Het vrijdenken is meer
nodig dan ooit. Was vroeger de godsdienst voor de meeste mensen slechts een
geloofskwestie, thans is hij hard op weg een nieuwe politieke ideologie te
worden. Het fundament voor de wereld van de wereldbouwers. De godsdienstige
waarden als ideologische hoeksteen voor een nieuw Europa bijvoorbeeld. Een
fatsoenlijk Europa uiteraard waarin alleen maar erkende mensen wonen die uitermate
'geloofwaardig' zijn. Tegen zo'n ontwikkeling verzetten de vrijdenkers zich met
alle middelen.
Het kleuterklasje in Den Haag vindt dat wij er
in Nederland mee moeten beginnen: een 'sterk en geloofwaardig' Nederland. Van
de Broek is natuurlijk paraat. In navolging van zijn grote voorbeeld George
Bush loopt hij met een hand in de zak krijgszuchtige taal uit te slaan en hij
maakt het daarbij zo bont dat zelfs de generaals hem tot kalmte moeten manen.
Hij heeft zich al genoeg belachelijk gemaakt! Hoopgevend hč, zo'n wereldbouwer!
Maar de rest is al niet beter. Ze proberen je een Verenigd Europa door de strot te duwen terwijl
niemand precies weet wat er daar in Maastricht bekokstoofd is.
Maar zeker is dat zij een puur economische samenzwering
op touw gezet hebben. Goed voor hun economie, maar gegarandeerd niet goed voor
de burgers. Sterker nog: alles wijst er op dat wij danig in de boot genomen
worden en er flink op achteruit zullen gaan.
Ze zijn daar trouwens al lang mee bezig. Het
is al bijna zover dat er helemaal niets meer kan. Je mag blij zijn als de
postbode nog langs komt. De kwaliteit van het onderwijs holt achteruit en de
universiteiten moeten zich als bedrijven in de concurrentieslag staande zien te
houden. Het wordt almaar slechter. Ik zei het al: de opgeblazen wereldbouwers
weten met het heden geen raad. Er is
tegenwoordig meer geld dan ooit, maar dat
wordt allemaal, bij miljarden, verkwist aan een toekomstfantasie. Het wordt
weggegooid naar een luchtkasteel: zoiets als Manhattan aan de Maas. De noden
van de burgers van vandaag, hier en in de rest van de wereld, daar weten ze
geen raad mee.
Dat is het nieuwe fatsoen. Het is daarmee
gesteld als met alles in onze westerse cultuur. Het wordt je van bovenaf
opgelegd door kleuters die knus bij god of een van zijn zetbazen op schoot
zitten.
Voortdurend word je van allerlei onbehoorlijks
beschuldigd, nooit is het goed, maar je moet wel steeds tegen de een of andere
idioot 'dank je wel' zeggen. En je plicht moet je ook doen. De christenen, gek
als ze zijn op plichten, willen zelfs een sociale dienstplicht instellen.
Dan kun je voor een hongerloontje in de
'Arbeidsdienst' , net als in de tweede wereldoorlog. Het vuile werk doen in een
wereld waar je helemaal niet naar uit zit te kijken omdat die toch al bij
voorbaat verkwanseld is aan de economen en de banken.
Het kost weinig moeite om in te zien dat ook dič moderne wereld op een fiasco uitloopt. Als je stevig op
de sociale voorzieningen bezuinigt komt Manhattan aan de Maas natuurlijk wel
van de grond. Maar het is weggegooid geld want de burgers hebben geen behoefte
aan dat product van grootheidswaan. Juist nu er mogelijkheden zijn om dčze samenleving op orde te brengen gaan al die
wereldbouwers over de toekomst fantaseren. Terwijl ze van deze samenleving
volstrekt niets begrepen hebben. Zo denken ze bijvoorbeeld dat ze het
ontwakende zelfbewustzijn van de mensen de kop in kunnen drukken. Dat de mensen
zich weer machteloos laten maken in een collectiviteit, met er bovenuit de
dienaars van god, kerk en staat en uiteraard een uiterst fatsoenlijk
normstelsel. Ze willen dat burgers weer gehoorzaam worden, met de pet in de
hand staan en afwachten wat er over hen beslist wordt. En zo zijn er een
heleboel dingen die zij in hun verblinding denken en er is nauwelijks iets
verstandigs bij. Het is allemaal retoriek, gebakken lucht, gewichtigdoenerij
van lieden die reddeloos achterlopen. Zij beschouwen ons nog als mensen uit de vorige eeuw.
Maar die zijn allang ten grave gedragen!
De hedendaagse mens is heel anders dan zij
denken. Daardoor wordt het niets met die nieuwe wereld, zelfs niet met het 'Verenigd Europa'. Daarna
krijgen eindelijk de burgers de kans om de zaken nu eens realistisch en echt
democratisch aan te pakken…
Bladwijzers: Verenigd Europa-1 ; Verenigd Europa-2 ;
"Vrijheid
van godsdienst is vijheid van wangedrag".
Veiligheid - De Islam - Vrijheid
NIET ZEUREN ... GOD BESTAAT NIET!
Uitzending 8 april 1993
De vrijdenkers staan er van oudsher om bekend
dat zij onverbiddelijke atheďsten zijn, godloochenaars van het zuiverste water.
Sterker nog, zij vinden dat het geloof een ernstige kwaal is, een levensgevaarlijke
waanvoorstelling die de mensen in onoverkomelijke moeilijkheden kan brengen.
Voor de vrijdenker staat vast: het geloof is een groot kwaad. Dat klinkt niet
zo vriendelijk, maar het is helaas wel de realiteit.
In naam van god permitteert menigeen zich de
meest gruwelijke opvattingen en gedragingen. Daarbij is god steeds de
rechtvaardiging van discriminatie,
moord, verkrachting en roof, als regel dč manier om
god in de praktijk te dienen…
Vrijdenkers weten dat er helemaal geen goden
gediend kunnen worden. God bestaat niet, hij is een verzinsel van de mensen
zelf en helaas lang niet het beste. Het behoort tot de negatiefste gedachten
waarop mensen ooit gekomen zijn. Door zijn beroep op iets hogers is het
namelijk een rechtvaardiging om hun eigen zin door te drijven, om anderen te
onderwerpen en macht over ze uit te oefenen. Doormiddel van zijn god dient de
mens uitsluitend zichzelf en geeft daarbij toe aan zijn laagste driften.
Daarbij komt nog dat die dienstbaarheid aan
god pure verdraaiing van de feiten is. Je kunt namelijk gemakkelijk vaststellen
dat de gelovigen zich volstrekt niet als 'dienstknecht des heren' gedragen.
Zij keren steeds de rollen om: god is hun
dienstknecht, hij moet ervoor zorgen dat zij rijk worden, de oorlog winnen, niet
voortijdig dood gaan, dat de kinderen niet ziek worden enzovoort. God is
onmiskenbaar het sloofie van zijn dierbare
volgelingen en hoe fijner van draad die zijn, hoe ondergeschikter
hun god. Als hij zich niet of niet goed van zijn taak gekweten heeft wordt hij
vaak zelfs de laan uitgestuurd. Voor hem een ander, wegwezen dus. Vandaar die
ontelbare sekten! Daarom zeg ik: ze moeten niet zeuren, die godsdienstigen,
ook voor hen bestaat god niet en daar kunnen zij beter rond voor uit komen.
Je staat ervan te kijken met wat voor onzin de
godsdienstigen de wereld in rep en roer kunnen
brengen. Zo komt daar onlangs de een of andere seniele prelaat uit het Vaticaan
zijn mening geven over de in ons land geldende regeling
inzake euthanasie. Wat niemand durft, waar iedereen zich zwaar voor zou
generen, doet zo'n schurk zonder enige reserve: moderne burgers beschuldigen
van nazi-gedrag als in de tijd van Hitler. Zelfs tegenstanders van onze euthanasie-regeling weten dat de zaak niets met die nazi-misdaden te maken heeft, er juist bescherming tegen
biedt. Zij halen het dan ook niet in hun hoofd een dergelijke vergelijking te
maken. Maar wie doen dat schaamteloos wel? Juist, vertegenwoordigers van god in
het Vaticaan en in het Roomse Spanje. Zij moeten nodig wat zeggen, het Vaticaan
heeft kilo's boter op het hoofd. Tijdens de tweede wereldoorlog hadden ze zo
kritisch moeten zijn!
En onze eigen Simonis, die toch zeker beter
moest weten, deed ook nog een duit in het zakje. Hij had het over een
'betwistbare' uitspraak. Hij is het er dus mee eens. En dat geldt ook voor die
gereformeerde onruststoker die gezegd heeft er bang voor te zijn dat er een
'euthanasie-tourisme' van uit het buitenland zal
ontstaan. Wel ja, de mensen gaan een euthanasie feestje bouwen! Zoiets kan alleen
een godsdienstige bedenken. Zo iemand heeft nu eenmaal per definitie geen
vertrouwen in zijn medemens. God heeft immers gezegd dat zijn eigen schepping,
de mens, slecht is! Je vraagt je verbijsterd af, waarom luistert er nog iemand
naar het gezeur van zulk soort lieden, god bestaat immers niet!
Tegenwoordig moet je begrip en respect hebben
voor de godsdiensten. Je mag daar niet langer tegen te keer gaan, want de
godsdiensten zijn plotseling tot 'cultuur' gepromoveerd. Dat geldt vooral voor de
niet christelijke. Welnu, de vrijdenkers hebben voor de individuele gelovigen
alle begrip, maar dat belet hen niet hun godsdiensten net zo negatief te
beoordelen als het christendom dat zij al anderhalve eeuw bestrijden. Wat een
gezeur, de 'cultuur' van een godsdienst! God bestaat immers niet! Ook in religies als de Islam en
het Hindoeďsme, het Boeddhisme en
wat er nog meer voor malligheden bestaan, zijn alle goddelijke uitspraken
afkomstig van mensen, mensen die voor zichzelf en hun kliek macht zoeken en een
rechtvaardiging voor hun immer voortdurende onverdraagzaamheid.
Priesters dus en hun kwalijke handlangers. Nu hebben ze weer om uitlevering van
Salman Rushdie gevraagd, want het doodvonnis, eenmaal uitgesproken, blijft van
kracht. Rushdie moet dood. En waarom? Wel, omdat hij onaardige dingen over de
Islam gezegd zou hebben. En dat kan Allah niet goedvinden, wat zeg ik, dat
kunnen zijn vertegenwoordigers in deze wereld niet goedvinden. Hoe die lui
duidelijk te maken dat zij er beter aan doen eens op te houden met zeuren? God
bestaat immers niet!
Vreemd eigenlijk: mensen bedenken dat er een
hoog verheven principe moet bestaan, een god die leiding geeft aan een mensheid
die anders stuurloos zou zijn, zonder besef van goed en kwaad en zonder doel.
Ze vinden van hun goddelijke bedenksel dat het de geest van het goede moet
ademen, helderheid moet uitstralen en troost moet bieden aan al die ellendige
stakkerds op deze wereld. Prachtig nietwaar? En waarmee komen ze dan? Met een
tiran die geen enkel mededogen kent, die zo ongeveer al het menselijke als
verkeerd en zondig afkeurt, die beste maatjes is met het machtige tuig van deze
wereld en die elke tegenspraak met een onverzoenlijke haat afstraft. Wat is de
godsdienstige mens toch intelligent om zo iets te bedenken!
Je bent geneigd te zeggen: laat hem dan maar
in zijn sop gaar koken. Maar dat gaat niet in een moderne tolerante wereld. Je
moet die gelovige intellectueel als een gelijke behandelen, met hem in gesprek
blijven en van gedachte wisselen. Alsof zijn godsdienstige waanvoorstellingen
gelijkwaardig zijn aan logisch beredeneerde, door wetenschappelijke theorieën
bevestigde en door de ervaring en filosofie van tientallen eeuwen gestaalde
zekerheden. Je moet dus een intellectueel gelijkwaardig gesprek voeren met
iemand die ernstig in de war is. Hoe doe je dat? Dat gaat immers niet! De
vrijdenkers zijn al meer dan een eeuw geleden begonnen met zulke gesprekken en
zij zijn gemoedelijk genoeg om er telkens weer aan te beginnen. Maar wat is het
resultaat? Volstrekt niets! Nee, sterker nog, zelfs bij geestverwanten als de
humanisten vinden zij steeds minder gehoor. Die willen qua levensbeschouwing
voor vol worden aangezien en zijn er dus op uit met de godsdienstigen
goede maatjes te worden. Sommigen gaan zelfs zover dat zij het atheďsme van de
vrijdenker niet meer 'relevant' vinden. Men vindt dat het geen betekenis meer
heeft. Dus, een realistische beschouwing van de werkelijkheid, als een spontaan
zichzelf voortbrengende organisatie van vluchtige energetische materie, moet
wijken voor de waandenkbeelden die infantiele mensen overgenomen hebben uit een
duister verleden. Nog even en het enig juiste inzicht in de werkelijkheid,
namelijk dat je niet moet zeuren omdat god niet bestaat, wordt verboden, net
zoals dat lang geleden het geval was in de westerse wereld en op het ogenblik
in de islamitische wereld. Zo langzamerhand is met recht te zeggen dat de
wereld gek geworden is en de onzin de maat.
De doelstelling van de vrijdenkersvereniging
De Vrije Gedachte is te proberen de mensen eindelijk zover te krijgen dat zij
zich van hun waanideeën gaan bevrijden. Het gaat de vrijdenkers er om de echte
werkelijkheid te leren kennen. Zij dringen er daarom op aan om te gaan
vrijdenken. Zij kunnen daarvoor geen voorschriften geven, er bestaat geen
'theorie van het vrijdenken' en ook is er geen 'handleiding'.
leder moet het voor zichzelf uitzoeken. Daarom
veroordelen de vrijdenkers de godsdienstige individuele mensen niet. Ieder
gelooft maar wat hij wil. Maar de vrijdenkers hebben wel het recht zo'n geloof
op zichzelf gevaarlijke onzin te vinden, ertegen te waarschuwen en het met
argumenten te bestrijden. En dat betekent in de eerste plaats dat de
representanten van godsdiensten kunnen rekenen op nimmer aflatende tegenstand
van de zijde der vrijdenkers…
Bladwijzers: Discriminatie- nrs.10
en 13
; Boeddhisme – 13
en Onwetendheid – 18
"Vrijheid
van godsdienst is vijheid van wangedrag".
Veiligheid - De Islam - Vrijheid
VRIJHEID ... WELKE
VRIJHEID .. ?
Uitzending l0 Juni 1993
In
de westerse cultuur staat de vrijheid hoog aangeschreven. Te pas en te onpas
wordt er, vooral door politici, op gewezen dat wij in een vrije wereld leven.
Omdat men voortdurend schermt met het begrip vrijheid is het leerzaam om eens
na te gaan wat de betekenis daarvan is. Natuurlijk moet je dan in de eerste
plaats naar onze maatschappij kijken, want die geeft een beeld van de praktijk.
Wat allerlei denkers, politici en andere regelaars over de vrijheid zeggen is
in dit verband nauwelijks interessant. Hun opvattingen worden immers gekenmerkt
door een hoge mate van wereldvreemdheid. Bijna altijd hebben zij het over een
wereld die helemaal niet bestaat! Zo leven Zij bijvoorbeeld in de waan dat
jongeren met het oog op hun toekomst volop keuzes kunnen maken. Zij menen dat
die jongeren zomaar aan het werk kunnen gaan, dat het werk voor het opscheppen
ligt en dat er voor dat werk behoorlijk betaald wordt.
En
als die jongelui niet aan het werk zijn, dan kan dat volgens die bijdehante fantasten alleen maar hun eigen vrije keuze
zijn! In feite echter hebben zij nauwelijks enige keuze. Dat weet iedereen die
geen denker, politicus of regelaar is.
Het
werk ligt lang niet voor het opscheppen en van een redelijke betaling is al
helemaal geen sprake meer. Kortom, ze weten niet waarover zij het hebben. Van
de politici is dat overigens al lang bekend, maar dat de denkers en regelaars
ook aan dit euvel lijden mag wellicht verbazing wekken.
Er
is in de westerse wereld een weergaloze ónvrijheid. Dat ontdek je als je nu
eens niet op de mooie verhalen van die wereldvreemde bovenlaag let, maar gewoon
en onbevangen naar de praktijk kijkt. Je ziet dan dat ons hele leven vastgelegd
is in talloze formulieren. Wij hebben die formulieren zelf ingevuld, onder
bedreiging van de meest gruwelijke sancties. Wij zijn namelijk verplicht alle
informatie over ons leven te verschaffen. En zo kan men alles nagaan en men kan
controleren of wij ons aan de voorschriften houden. Dat die voorschriften
zogenaamd door onszelf, via het democratische systeem, zijn opgesteld doet er
nu even niet toe. We moeten hoe dan ook gehoorzamen. Bovendien is het niet
waar, wij hebben ze niet zelf opgesteld. Maar, laten we afzien van dit kleine
detail: men controleert onze gehele handel en wandel en daaraan valt met geen mogelijkheid
te ontkomen.
Als
de overheid een regel uitvaardigt kun je je in allerlei bochten wringen, maar
gehoorzamen zŕl je en als je dat toch maar liever
niet doet weten ze je te vinden, uiteraard met behulp van de informatie die je
zelf argeloos verstrekt hebt!
Dat
is niet altijd zo geweest.
Het
is heel typisch, maar bijna iedereen gelooft het verhaal van de deskundigen dat
de mensen vroeger, zeg maar in de middeleeuwen, veel onvrijer zouden zijn
geweest dan wij thans. Geen sprake van! Doordat er nauwelijks informatie over
de individuele burgers voorhanden was konden die bijzonder moeilijk opgespoord
worden en daardoor konden zij onder heel wat dwangmaatregelen uit. Zo had
destijds Karel de vijfde de grootste moeite om van de rijke Vlaamse steden geld
los te krijgen voor zijn oorlogen. Hij heeft grof geweld moeten gebruiken en
dan nog kon hij alleen maar proberen een bepaalde groep aan te pakken zodat
menig individu de dans wist te ontspringen. Zo zijn er talloze voorbeelden die
wijzen op ruime mogelijkheden om in de praktijk aan de vorstelijke plunderaars
te ontkomen. Maar voor ons is dat volstrekt uitgesloten. Over welke vrijheid
heeft men het dan?
Men
heeft het over geestelijke vrijheid. In de door mij geschetste dagen van weleer
werd er voortdurend geprobeerd de geesten van de mensen te onderdrukken. Het
waren natuurlijk vooral de godsdiensten die daarmee op alle mogelijke manieren
bezig waren. Trouwens, dat proberen ze nog steeds. Niet dat het veel uithaalt,
want de geest is nu eenmaal iets ongrijpbaars dat niet van buitenaf
gecontroleerd kan worden. Zolang iemand zijn mond niet opendoet of de pen ter
hand neemt kunnen ze hem weinig maken. Het enige wat goed mogelijk is, en wat
nog steeds gedaan wordt, is van jongs af aan iemands voorstelling van de werkelijkheid
verdraaien. De mensen laten zich vrij gemakkelijk een illusie voortoveren en
vaak verkiezen zij een onwaarschijnlijk verhaal boven de nuchtere realiteit.
Als zo'n verhaal maar een belofte inhoudt, een beetje houvast geeft en wat
troost biedt, dan is het natuurlijk bijzonder aantrekkelijk. Te begrijpen is
dat wel enigszins, de realiteit is doorgaans niet zo leuk, de ene ramp volgt de
andere op en van rechtvaardigheid is al helemaal niet te spreken.
Maar
goed, officieel is dat geringeloor met de menselijke
geest verleden tijd. De westerse mensheid is tot het inzicht gekomen dat je van
de menselijke geest af moet blijven en dat hij vrij is om te zijn zoals hij is.
Dat lijkt heel wat, maar in feite is het je reinste boerenbedrog, want die
geest kan in een moderne wereld toch niets uitrichten. We zijn immers allemaal
in administratieve slavernij gebracht! Het is dus zonder risico om luide te
verkondigen dat de moderne westerse mens vrij is. Je kunt in je hoofd elke
keuze maken. Je kunt in je hoofd alle kanten uit en je mag daarvan nog melding
maken ook. Zeg maar wat je wilt, heb maar kritiek, wijs maar af wat je niet
bevalt, haal intellectueel de onzin van politici, regelaars en geestelijken
naar hartelust onderuit, je doet maar. Je vrijheid
wordt niet aangetast en men zal je rustig laten demonstreren, protesteren,
dreigen en mopperen. Geluisterd wordt er toch door niemand: ieder heeft immers
recht op zijn eigen gedachten, iedereen is immers in de geest volkomen vrij!
Maar
is dat waar het om gaat, ons handelen, ons leven ook vrij? Verre van dat.
Werkelijke vrijheid, vrijheid in de praktijk is er niet. Onze vrijheid is
alleen maar theoretisch, een hersenspinsel. Dat kun je goed bemerken aan de
afschuwelijk neerbuigende wijze waarop de politici over het leven van de
burgers praten. Als het alleen maar over zakelijke regelingen zou gaan zou je
daar desnoods nog overheen kunnen stappen. Maar het gaat juist over essentiële
dingen, dingen die de kwaliteit van ons leven direct aangaan. Dat zijn
bijvoorbeeld zaken als abortus en euthanasie. Er zijn er nog wel meer, zoals de
verplichting mensen op bevel te doden, maar ik houd het even op de genoemde
twee: abortus en euthanasie.
Men
stelt het steeds zo voor dat het daarbij gaat om juridische kwesties, om zaken
die om een regeling vragen omdat er anders verkeerde dingen zouden kunnen
gebeuren. Een ongeboren mens zou vermoord kunnen worden bij een abortus en een
hulpeloos en ziek mens zou bij euthanasie naar de andere wereld worden
geholpen. Daartegen moet men waken, zo zegt men. Vooral de christenen zijn
hierover uitermate bezorgd. Daarbij doen zij het voorkomen dat zij 0 zo begaan
zijn met het lot van de medemens. Die moet beschermd worden, moet veilig zijn
en alle kansen hebben. Opmerkelijk is natuurlijk wel dat diezelfde menslievende
christenen zich niet generen om bij alle mogelijke gelegenheden als eersten aan
te dringen op militair optreden. De meest krijgslustige taal komt uit die hoek.
Heb je ze onlangs weer gehoord over het handhaven van de dienstplicht en over
militaire interventie in Suriname?
Het
is natuurlijk duidelijk, men doet alsof men de mensen wil beschermen, maar in
feite gaat het maar om één ding: de mensen mogen volstrekt niet vrij zijn.
Waarom het gaat is gehoorzaamheid. Gehoorzaamheid aan hogere machten en de
vertegenwoordigers daarvan. In laatste instantie natuurlijk gehoorzaamheid aan
god en diens zetbazen.
Al
het geregel onder het mom van een noodzakelijke juridische orde IS in feite het
uitleven van een hoogmoedige frustratie: jij bent helemaal niet vrij, jij hebt
te doen wat er gezegd wordt en jij hebt niets zelf te beslissen. Jouw lichaam
en jouw leven zijn er terwille van iets hogers en
daarom heb je ze niet in eigen hand. En omdat wij door gods
genade en allerlei manipulaties op een hogere plaats zijn terechtgekomen kunnen
wij uitmaken wat jij wel en wat jij niet mag doen.
Vrijdenkers
staan op de bres voor een volledige vrijheid van alle mensen. Hun vrijdenken
heeft tot de conclusie geleid dat een harmonische wereld niet kan bestaan als
de mensen van tevoren door reglementen van hogerhand onvrij gemaakt worden,
maar alleen als iedereen in volle vrijheid zichzelf kan zijn en dus ook over
eigen lichaam en leven kan beschikken.
Niemand
heeft daar iets mee te maken, zeker geen windbuilen die zichzelf, ten koste van
onze vrijheid en integriteit, gewichtiger, hoger, edeler en wijzer vinden. Bent
u dezelfde mening toegedaan en vindt u dat dat veel vaker gezegd moet worden,
neem dan contact op met de vrijdenkers.
"Vrijheid
van godsdienst is vijheid van wangedrag".
Veiligheid - De Islam - Vrijheid
Aangezien de filosofie er
niet is voor enkele bevoorrechten, maar juist voor alle mensen, is het citeren
uit de artikelen zonder meer toegestaan. Bronvermelding wordt echter wel op
prijs gesteld. Jan Vis, creatief
filosoof (JV)
UITGAVE van:
Stichting
Uitgeverij De Vrije Gedachte
Postbus
1087, 3000 BB Rotterdam
Tel:
010 - 452 89 78
1996
Uitzendingen
9 september 1993 t/m 28 juni 1995 (8 voordrachten)
Televisieteksten
geschreven
en uitgesproken
door
JAN VIS, creatief
filosoof
VOORWOORD
In mei 1995 besloot het Commissariaat voor de Media
geen zendtijd op Radio en Televisie meer te verlenen aan de
vrijdenkersvereniging De Vrije Gedachte.
Dat betekende dat op 28 juni van dat jaar de
laatste uitzending op televisie plaats vond. Daarmee kwam een einde aan een
lange reeks van causerieën die ik voor de vrijdenkers heb mogen geven. Op
enkele uitzonderingen na heb ik namelijk alle programma's zelf verzorgd, reden
waarom ik ze in een aantal bundels onder mijn eigen naam als schrijver heb
gepubliceerd, uiteraard wel als uitgaven van De Vrije Gedachte.
De laatste teksten, die u in dit bundeltje
aantreft, hebben betrekking op uitzendingen in de periode van 9 september 1993
tot 28 juni 1995. De voorgaande bundels, namelijk Tekst en
Uitleg, Drie Jaar Televisie en Nieuwe
Televisieteksten beslaan het tijdvak van 1986 tot 1993.
Ik stel er prijs op de vrijdenksters en
vrijdenkers in en buiten De Vrije Gedachte te bedanken voor het onbeperkte
vertrouwen dat zij mij al die jaren hebben geschonken en de bijval die ik
steeds heb ontvangen. Het is precies dat wat voor mij reden is geweest de
teksten niet aan de vergetelheid prijs te geven ...
Jan Vis, 28 februari 1996
INHOUD:
17-Het vuur dat niet te blussen is
20-Mensen zijn geen kuddedieren
21-Is godsdienst met wetenschap te bestrijden?
22-De geschiedenis herhaalt zich
Een uitgave van:
Stichting Uitgeverij De Vrije Gedachte Postbus
1087
3000BB Rotterdam
Uitzending: 9 september 1993
Overtuiging-1 ; Overtuiging-2 ; Overtuiging-3 ; Overtuiging-4 ;
Als je het hebt over 'vrijdenken' spreekt het vanzelf dat het over
ons denken gaat. Op de een of andere manier moet dat denken 'vrij' worden, zich
ergens van bevrijden oftewel 'ergens van los komen'. Nu zal u dat niet vreemd
in de oren klinken, want al in de 18e eeuw is men in het westen tot de slotsom
gekomen dat denken onafhankelijk moet zijn, niet verduisterd door individuele,
morele, godsdienstige en politieke vooroordelen. Het denken moet in alle
opzichten 'vrij' zijn. Je zou dus kunnen menen dat het vrijdenken eigenlijk een
beetje overbodig is geworden voorzover het
tegenwoordig nog steeds de nadruk legt op die onafhankelijkheid. Goed, zo'n
130 jaar geleden was het een bittere noodzaak te strijden voor dat
onafhankelijke denken. Toen waren er nog van allerlei instanties die het denken
van de mensen graag onder controle wilden krijgen en houden. Vooral de
godsdiensten maakten daar fanatiek werk van, maar in een aantal andere
ideologische stelsels wist men er ook goed raad mee.
Tegenwoordig lijkt dat allemaal niet meer zo nodig. In ieder geval
is het wetenschappelijke denken zo langzamerhand goeddeels bevrijd van godsdienstige
en ideologische poespas. 'Objectiviteit' is een algemeen aanvaard beginsel
geworden.
Wat willen die vrijdenkers dan nog met hun denken? Hun taak is
toch volbracht?
Het blijkt dat dit niet het geval is. Er is namelijk iets
misgegaan met die onafhankelijkheid van het denken. De zaak is finaal op hol
geslagen en in zijn tegendeel veranderd. Het zich binnen het denken bevrijden
van alle mogelijke vooroordelen is gaandeweg overgegaan in een zich zo vrijblijvend
mogelijk opstellen in de praktijk van het leven. De mening heeft langzaam maar
zeker postgevat dat je je in het leven zo 'neutraa1' mogelijk moet opstellen.
Wel, voor het moderne vrij denken is inmiddels duidelijk geworden
dat dat andere uiterste, namelijk die volstrekte onverschilligheid, die volledige
vrijblijvendheid ook niet goed is.
Je kunt en mag niet “neutraal” zijn. Dat is in strijd met de aard
van de mens die immers een onderdeel van de werkelijkheid is. Als het denken
van de mensen niet samenhangt met en niet van toepassing is op het dagelijkse
leven, op de 'existentie', is het letterlijk een 'slag in de lucht', een
spelletje voor een regenachtige vakantiedag. Het is dan geen zinvolle
aangelegenheid, geen zaak die de werkelijkheid begrijpelijk maakt en die
betekenis heeft voor het leven. Wie dat al heel vroeg en buitengewoon helder
heeft ingezien was de grote vrijdenker Anton Constandse,
aan wie dit programma gewijd is. Hij verklaarde:
"Ik heb een sterke behoefte om autonoom te zijn, zelfbeschikkend. En dat wordt voortdurend belaagd door
al die dingen waar ik mij tegen keer. Wat ik doe is niet een pure intellectuele
oefening, een genoegen. Het is heel sterk verbonden met een stuk
levensinstinct. Ik sta tegenover niets neutraal. .. ".
Het zal niet gemakkelijk zijn een uitspraak te vinden die beter
dan dit citaat onder woorden brengt wat de moderne vrijdenkers tot hun levenshouding
inspireert. Naast de wil om qua denken autonoom te zijn is er tegelijk het
besef van een onverbrekelijke samenhang met de gehele werkelijkheid, een besef
dat het onmogelijk maakt van een afstand, onbewogen, als een zogenaamd neutrale
waarnemer deel te hebben aan het leven. Als een soort 'levensinstinct' blijft
het dubbele gegeven van de samenhang čn de autonomie
in een vrij denkend mens wroeten en hem inspireren tot een geheel eigen
oordeelsvorming over zichzelf en de wereld.
Wat betreft Anton Constandse: aanstaande
zaterdag, 11 september wordt de zevende Anton Constandselezing
gehouden, in het Vrijdenkerscentrum in het Rotterdamse Humanitas
gebouw aan de Pieter de Hoochweg 110. U bent daar 's
morgens om half elf van harte welkom. De Vrije Gedachte organiseert de Anton Constandselezingen als een hommage aan deze vrijdenker.
Het woord is dit jaar aan de filosoof Professor Wim van Dooren.
Hij zal het hebben over Anarchisme en ethiek, een thema dat Constandse na aan het hart heeft gelegen. Hij heeft
zichzelf immers steeds 'anarchist' genoemd!
Destijds, in de Spaanse burgeroorlog heeft hij zich, zij het als
verslaggever, bij de anarchisten gevoegd. Hij heeft toen al ingezien en duidelijk
gemaakt dat het niet alleen de fascisten zijn die de wereld verzieken, maar ook
de communisten. Bovendien had hij geen goed woord over voor de sociaal
democratie.
Steeds weer zal die de burgers verraden, zo zei hij. Vooral
vandaag de dag blijkt hoezeer hij daarin gelijk had..! Waarin hij evenwel geen gelijk had,
volgens eigen zeggen, was dat hij het anarchisme en dus een maatschappij zonder
overheid en regering verwachtte als resultaat van een revolutie. Na de tweede
wereldoorlog kwam hij tot de overtuiging
dat de zichzelf besturende anarchistische mens alleen maar geleidelijk zou
kunnen groeien. Een revolutie zou hem immers weer onder de knoet van een
machtssysteem brengen!
Over het algemeen hebben de vrijdenkers veel sympathie voor het
anarchisme, maar voor hen spant het atheďsme toch de kroon. Constandse
heeft zich daarmee veel en vaak bezig gehouden. Zo schreef hij onder andere Grondgedachten
van het atheďsme. Dat boek is nog altijd actueel, het is bij De Vrije
Gedachte te bestellen. In het kader van deze uitzending is het natuurlijk niet
te bespreken, maar in verband met het tegenwoordige geflirt van veel
intellectuelen met de godsdienst is het volgende citaat wellicht interessant:
"Het atheďsme is niet alleen negatief werkzaam, omdat het het zijn van een god ontkent. Het is veeleer positief. Het
ontkent het denkbeeldige wezen gods om het werkelijke
wezen van de mens te črkennen. Het vernietigt de
hemel om de aarde te veroveren. In zijn geestdrift voor de waarheid, ook al
gaat god daaraan ten gronde, openbaart het atheďsme een levendig enthousiasme
voor de vrijheid en het geluk van de mensen. Dood zijn nu alle goden - opdat de
mensen leven. Want wat heden op het spel staat is het léven van de mens.
De verwildering van de geest door de verwarring van realiteit en
verbeelding, de stijging van de economische nood, de bewapening en de sociale
wanorde hebben ons op de rand gebracht van een afgrond waarin ons hele geslacht
dreigt verpletterd te worden onder de last van het verleden. Hier redt ons
slechts de mobilisering van ŕlle vermogens van de
mens, de wegwenteling van het doemenswaardige
resultaat van een ontzind geloof..”
Nog een goed citaat, dat bijvoorbeeld onze minister van Justitie,
Hirsch Ballin, zich zou kunnen aantrekken:
"De legende dat de godsdienst het egoďsme zou bestrijden kan
afdoende weerlegd worden. Want inderdaad berust de godsdienst juist op niets anders
dan op onbeperkt egoďsme. De mens wil zijn gelukzaligheid, zijn heil, zijn
redding. In de godsdienst meent hij deze niet zčlf te kunnen verwerkelijken en dus
begeert hij de hulp van een buitengewoon machtig wezen. Alles echter wat van
dit goddelijk wezen wordt verwacht heeft betrekking op het geluk van de mens en
speciaal op dat van de gelovige. God moet dus wensen verhoren, de gebeden
beantwoorden met goede daden. In dit egocentrische denken berust alles op eigen
geluk, desnoods in de hemel…”
Ik heb nu vooral de nadruk gelegd op het atheďsme en het
anarchisme. Dat zijn inderdaad de belangrijkste thema's voor Anton Constandse geweest. Maar daarnaast was hij een kenner van
de literatuur, van de Europese geschiedenis, de politiek, de zeden en gewoonten
en nog veel meer. Op de Constandse-lezing van
aanstaande zaterdag staan, zoals gezegd, het anarchisme en de ethiek centraal.
Overtuiging-1 ; Overtuiging-2 ; Overtuiging-3 ; Overtuiging-4 ;
"Vrijheid
van godsdienst is vijheid van wangedrag".
Veiligheid - De Islam - Vrijheid
Uitzending: woensdag 3 november 1993
Bladwijzers: BETERE
WERELD-1 ; BETERE WERELD-2
Wij leven in een tijd waarin het zogenaamde maken van beleid beschouwd
wordt als het belangrijkste instrument om vooruitgang te bevorderen. Daarmee
zijn niet alleen deskundige beleidsmakers bezig, nee, eigenlijk is zo ongeveer
iedereen op zijn eigen terrein druk in de weer om beleid te maken. Gebeurt dat
niet op hoog niveau, in een directiekamer of op een departement, dan is het
toch wel in de huiskamer of de kroeg. Iedereen heeft wel een idee van 'hoe het
moet' en wie dat dan zou moeten doen - en vooral: wie dat per se niet zou mogen
doen.
Gelukkig is bijna niemand in de gelegenheid om zijn 'beleid' in
daden om te zetten. En een troost is ook dat diegenen die daartoe wel de macht
en de kans krijgen er bijna nooit wat van terecht brengen. Steeds blijft het
bij vormen van zelfoverschatting met de daarbij behorende loze praatjes.
Je kunt al die flauwekul maar het beste naast je neerleggen, je
moet er maar niet naar luisteren. Hoewel… het is toch leerzaam om er een enkele
keer eens wčl naar te luisteren. Je komt dan tot een
eigenaardige ontdekking!
Opvallend is namelijk dat vrijwel iedereen ontevreden is over
iedereen. Wij deugen geen van allen en allemaal schieten wij in de ogen van de
anderen tekort. Want wij beantwoorden niet aan het beleid dat die anderen, op
een ministerie, in een kroeg of gewoon thuis, voor ons uitgestippeld hebben.
Wij hadden de dingen altijd anders moeten doen dan wij ze gedaan hebben. Er
deugt geen moer van ons gedoe…
Je kunt die ontevredenen ruwweg in twee groepen verdelen. Ten
eerste zijn er natuurlijk de regeerders, de lui die denken het recht te hebben
voor ons uit te maken wat goed en wat slecht is. Ik denk dat het niet nodig is
met bewijzen te staven dat in de ogen van die regeerders ieder ander mens per
definitie niet veel meer dan een kind is. Een onzelfstandige onvolwassene die
voortdurend op het rechte pad gehouden moet worden, omdat hij vanuit zichzelf
onmogelijk kan weten waarheen hijzelf en de mensheid op weg zijn. Daarvoor zijn
er regeerders en dat zijn onvermijdelijk figuren die van zichzelf vinden dat
zij op de een of andere manier op een hogere plaats staan dan u en ik. Lieden
eigenlijk die van de hoogmoed hun levenshouding hebben gemaakt.
Ten tweede zijn daar de idealisten, mensen dus die, bijna altijd
in navolging van er op los fantaserende dromers uit de vorige eeuw, een nieuwe
wereld voor ogen staat. Uiteraard is dat een goede wereld, een waarin het onrecht
uitgebannen is en als het even kan het kapitalisme met wortel en tak
uitgeroeid. Want kapitalisme schijnt de
oorzaak van alle ellende te zijn! Voor die nieuwe, mooie wereld moet hard
gewerkt worden. Hij ontstaat niet zomaar, vanzelf. En het is natuurlijk niet
de bedoeling dat enkelen dat doen, nee: iedereen moet van harte en met volle
inzet meewerken. Zonder die medewerking wordt het niets. Maar gelukkig is het
toekomstbeeld van die nieuwe wereld zo mooi dat eigenlijk niemand kan weigeren
er zijn uiterste best voor te doen. En omdat dat het geval is is iedereen moreel verplicht zich volledig in te zetten.
Zo ongeveer zit die droom in de hoofden van de idealisten. Beroerd
voor hen is alleen dat bijna iedereen het laat afweten en helemaal niet meedoet
met het uitvoeren van het heilzame beleid dat voor hen uitgestippeld is. Dat is
natuurlijk niet zo best, vinden die idealisten: je kunt eraan zien dat de
mensen nog lang niet goed bij hun hoofd zijn en hoognodig opgevoed moeten
worden. Het komt uiteraard niet in hen op zich af te vragen of zij misschien zčlf niet helemaal goed bij het hoofd zijn om voor anderen
een dergelijk beleid te verzinnen en zulke vergaande eisen te stellen. Neen,
die ŕnderen zijn fout, ze denken niet na, ze zijn
materialistisch en apathisch en te beroerd om zich voor het heil van de
mensheid in te zetten. Ze zitten liever met een krat bier bij de televisie naar
RTL-4 te kijken. En bovendien willen zij hun rijkdom niet kwijt. Zij willen
niet delen met hun medemensen .. !
Zonder zelf in onaangenaam gekanker te willen vervallen wil ik
vanavond op een verschijnsel wijzen dat in alle opzichten rampzalig is voor de
wereld waarin wij thans leven.
Het gaat namelijk hierom: zowel de regeerders als de idealisten
blijken onbewust een hartgrondige haat te koesteren jegens hun medemensen.
Vanuit hun waan boven de anderen te staan, de regeerder vandaag, de idealist
morgen, menen zij het recht te hebben die anderen te veroordelen. Die anderen
willen eigenlijk almaar niet deugen! Die hoogmoedigen
willen en kunnen maar niet begrijpen dat de ander zich helemaal niet aan hun
voorschriften kŕn houden omdat iedereen zijn eigen
leven moet leiden en daarin absoluut geen keuze heeft. Omdat regeerders en
idealisten niet in staat zijn dat te begrijpen ontkomen zij er niet aan te
vinden dat alle anderen in principe niet deugen. Gevolg daarvan zijn haatgevoelens.
Omdat in onze cultuur iedereen op min of meer onbestemde wijze
meent boven de anderen uit te gaan is er dat 'beleid maken', vervolgens de
veroordeling van de anderen omdat zij voortdurend tekort schieten en tenslotte
een onbewuste, maar diepgewortelde en doorgaans onverzoenlijke haat. Eigenlijk
haten in onze cultuur ŕlle mensen elkaar. Niet alleen
dat wij naast elkaar staan en vrijwel volledig langs elkaar heen leven, maar
vooral dat wij elkaar haten, van elkaar vinden dat wij eigenlijk geen recht van
bestaan hebben. Gelukkig merk je dat niet aldoor. De meeste mensen gaan in de
praktijk tamelijk aardig met elkaar om, maar toch is die haat steeds latent
aanwezig en af en toe breekt hij in volle hevigheid door.
In oorlogssituaties zoals destijds in Vietnam en op het ogenblik
in het vroegere Joegoslavië kan hij zich natuurlijk ongeremd uitleven. Hoewel
er in beide gevallen van een 'oorlog' gesproken wordt is daarvan qua
mentaliteit nauwelijks sprake. In een oorlog voeren onnozele soldaten uit wat
regeerders willen, doorgaans zonder er zelf veel zin in te hebben. Maar in
Vietnam, Joegoslavië, Somalië en dergelijke ligt dat totaal anders: een niets
ontziende moordlust drijft de gewone mensen tot de meest gruwelijke daden en
daartegen is, zoals inmiddels wel gebleken is, niets te doen. Het is treurig
maar waar: zo'n moorddadig vuur moet gewoon helemaal uitbranden…
Maar als je in zogenaamd normale toestanden de regeerders hoort
praten over de burgers klinkt de haat ook duidelijk door. Alleen al het
veelvuldige gebruik van het begrip 'maatregel' en de ongeremde arrogante eigenzinnigheid
van het 'beleid maken' bezorgen je de koude rillingen als je er eens goed op
let. Voeg daar dan ook nog bij de hooghartigheid waarmee die regeerders
weigeren inlichtingen te verstrekken over de duistere plannetjes die zij uit
lopen te broeden zoals dat in Maastricht gebeurd is. En denk eens aan de
gewetenloosheid waarmee zij weigeren om de overlevenden van de ramp in de
Bijlmer inzage in de onderzoeksrapporten te geven. Als je die dingen tot je
door laat dringen dan zie je ook hier de haat in levende lijve voor je staan.
De hoogmoedige die de lagere haat…
Eigenlijk is het tragisch dat ook de idealisten niet vrij zijn van
haat. Je zou toch van hen verwachten dat zij, vanwege hun voorstelling van een
goede wereld, van een dergelijke houding ten aanzien van hun medemensen
verstoken zouden zijn. Maar helaas is dat niet het geval. Zij doen vaak niet
onder voor de regeerders, ook al lijkt het net of zij elkaars tegenpolen zijn.
Het is zelfs geen uitzondering dat zij nog onverdraagzamer zijn dan de
regeerders en met een nog fellere en openlijker haat tegenover hun medemensen
staan, of die nu geestverwanten zijn of tegenstanders. Het is niet overdreven
om te zeggen dat hun haat overeenkomsten vertoont met de haat die fanatieke godsdienstigen laten gelden tegenover andersgelovigen.
De vrijdenkers behoren over het algemeen ook tot die mensen die
zich op de een of andere manier inzetten voor een betere wereld. Daardoor verkeren zij vaak in het
gezelschap van idealisten die over hun medemensen net zo haatdragend praten als
de regeerders dat doen. En steeds weer blijkt dat daaraan bijna niet te
ontkomen is. Toch is het zaak te begrijpen vanwaar die haat komt.
Zoals gezegd is het denken in hogere en
lagere waarden de oorzaak van alle ellende. Bij een dergelijke scheiding van
waarden is het onvermijdelijk dat het hogere als de absolute maat voor alles
wordt gesteld en dat het lagere op zichzelf geen recht van bestaan heeft,
tenzij het zich aan dat hogere onderwerpt en zich dus aan de genade van het
hogere uitlevert. Deze kwalijke dynamiek beheerst de hele westerse wereld. Hij
bepaalt de politiek, wie de vijand is en wie niet. Wie er wat te vertellen
heeft en wie niet, wie rijkdom en voorrechten toe zullen vallen en wie niet. En
zelfs bepaalt die dynamiek het karakter van de westerse godsdiensten, zowel het
christendom als de islam. Ook dat karakter wordt gekenmerkt door waardeoordelen
in termen van hoger en lager: god en zijn dienaren staan hoger dan de gewone
mensen.
Moreel hoogstaande mensen zijn diegenen die zich boven het
gepeupel verheven hebben en in de maatschappij gaat het om de hoogste posities.
Lui die zich daarop bevinden worden met ontzag behandeld en dat gaat zelfs
zóver dat de lager geplaatsten eigenlijk alleen maar mogen bestaan terwille van de hogeren. In feite zijn de lageren dus de
slaven van de hogeren. Natuurlijk mag dat niet waar zijn in een beschaafde
wereld. Maar iedereen kan constateren dat bijvoorbeeld op het ogenblik alle
zogenaamd noodzakelijke hervormingsmaatregelen ten koste gaan van de lageren en
ten voordele zijn van de hogeren, die er overigens flink wel bij varen en
steeds meer in aantal groeien.
Al kunnen de vrijdenkers niet altijd aan het denken in hoger en
lager ontkomen, toch is het vrij denken zčlf
volstrekt en letterlijk in strijd met zo'n wijze van denken. Voor het
vrijdenken bestaan er wezenlijk geen waarden die hoger of lager zijn, geen
mensen van lager of hoger allooi. En dus is het vrijdenken voor iedereen in
deze wereld een effectieve remedie tegen de haat en de daaruit voortvloeiende
agressie tegen medemensen. Het leert verdraagzaamheid, verwerpen van normen die
op machtsverhoudingen gebaseerd zijn en solidariteit met mens en dier. Probeer
je daarom ook te bevrijden van die haat door eindelijk eens vrij te gaan denken
en begin ermee allerlei botte vooroordelen van je af te zetten…
Bladwijzers: BETERE WERELD-1
; BETERE WERELD-2
"Vrijheid
van godsdienst is vijheid van wangedrag".
Veiligheid - De Islam - Vrijheid
HET VUUR DAT
NIET TE BLUSSEN IS ...
Uitzending: woensdag 22 december 1993
Onlangs zijn ze weer bijeen geweest, de heren die over het lot van
het vroegere Joegoslavië beschikken. En weer hebben ze zitten bekvechten over
stukjes grond die nauwelijks groter zijn dan volkstuintjes. Weer hebben zij net
gedaan of de problemen enkel maar draaien om 'Lebensraum', een begrip dat
menigeen in die streken niet vreemd in de oren zal klinken. En de westerse
diplomaten hebben zich wederom als echte professionals gedragen.
Gewoontegetrouw hebben zij zich het air aangemeten op de hoogte te zijn van de
problemen, alle aspecten daarvan in de gaten te hebben en vooral heel goed te
weten wat de oplossing is en hoe je die bereiken kunt. De vloer van de
vergaderzaal kraakte zogezegd onder de gewichtigheid van de superieure westerse
politici.
Daarbij vergeleken zijn die Bosniërs, Kroaten, Moslims en Serviërs
maar lichtgewichten. Lui die nauwelijks weten waarover het gaat, maar die toch nčt bijdehand genoeg zijn om de indruk te wekken dat er in
Joegoslavië een 'oorlog' gaande zou
zijn, en dat het daarbij om de gebruikelijke economische motieven zou gaan.
Wie krijgt de beste stukken grond, wie een uitweg naar zee, wie de zeggenschap
over de bodemschatten enzovoort. En bovendien doen zij net of zij over al die
vechtenden iets te vertellen zouden hebben, of er ook maar iemand is die gehoor
geeft aan hun opdrachten. Hoe vreemd dat ook lijkt, het is te begrijpen. Het
behoort immers bij hun zorgvuldig opgepoetste imago van rechtschapen heren die
hooggeplaatst en integer genoeg zijn om onderhandelingen te voeren en die
uiteraard ook de macht hebben om gehoorzaamheid af te dwingen. Zo hoort dat
volgens de boeken en de geleerden, zo liggen volgens de westerse tradities de
verhoudingen. Wie onderhandelt heeft vanzelfsprekend macht en wie macht heeft
komt zonder meer in aanmerking om onderhandelingen te voeren. Simpel toch..!
Die Joegoslavische onderhandelaars passen dus geheel in het beeld
dat de moderne mens heeft van de politieke werkelijkheid. En dat beeld wordt čn door die zogenaamde onderhandelaars en door de pers
zorgvuldig in stand gehouden en gekoesterd. Iemand mocht eens denken dat er een
bijeenkomst van de mafia is! Iemand mocht het wčrkelijke gedoe van de 'heren' eens aanzien voor een samenzwering van gewetenloze misdadigers! Dat moet te allen
tijde vermeden worden! Toch is het allemaal één grote leugen…
Ten eerste moet opgemerkt worden dat er niemand is die in feite
enige macht heeft. De westerse politici niet, want die durven hun eigen ferme,
krijgshaftige taal niet in daden om te zetten. Bovendien werken de militairen
tegen. Je kunt daar eigenlijk best blij om zijn want oorlog voeren in een land
als Joegoslavië is voor niet tot partizaan opgeleide, op hun manier
fatsoenlijke, westerse soldaten bij voorbaat een verloren zaak. Maar, zo vraag
je je af, waarom door die politici dan zo ferm gesproken, als ze hun
dreigementen toch niet uitvoeren? Waarom zegt zo'n Relus
ter Beek dan zomaar, uit de losse hand, een heel legeronderdeel toe? Iedereen
weet toch dat dat beetje wacht lopen, patrouille varen en vliegen niets
voorstelt. De zogenaamde blokkades waren al doorbroken voordat ze goed en wel
ingesteld werden. De blokkade van de Donau bleek meteen al zo lek als een
mandje. Waarom dan toch die ferme taal? Wel, omdat het in het beeld past. De
moderne mens, en dan vooral de politicus, meent oprecht dat hij zo op behoort
te treden. Hij verbeeldt zich dat alleen maar dŕt op
den duur tot resultaten leidt. En dus gaat hij onverdroten voort met dat
wereldvreemde en domme gedoe…
Hebben de westerse politici geen macht doordat zij volstrekt
wereldvreemd zijn, die zogenaamde politici uit Joegoslavië hebben geen macht
omdat moordlust, eenmaal uitgebroken, zich niet gezeggen laat en een eigen
leven leidt. Daarmee ben ik aan het tweede punt aangeland. Dat houdt in dat er
eigenlijk helemaal niet van een oorlog gesproken kan worden. Inderdaad,
er wordt geschoten, er rijden tanks en pantserwagens - waar halen ze die
trouwens vandaan? - er liggen overal mijnen en bovenal: er vallen aan de
lopende band doden… rare uitdrukking overigens, want doden 'vallen' niet maar levenden
vallen en kreperen vervolgens.
Er wordt letterlijk gekrepeerd bij het
leven… Al die verschijnselen evenwel, die op het eerste gezicht de indruk
wekken oorlogshandelingen te zijn, vormen de buitenkant van wat er werkelijk
gaande is. En dat is dat enkele groepen van mensen hartstochtelijk bezig zijn
elkaar uit te moorden, omdat
zij elkaar het leven misgunnen, elkaar niet het recht geven ook te bestaan. Dat
heeft in wezen niets te maken met het veroveren van stukken grond of het
veroveren van economische voordelen. Het komt ook niet overeen met wat wij,
moderne mensen, onder oorlogvoeren verstaan.
Hoe verschrikkelijk een oorlog ook is, enerzijds vanwege de
onvoorstelbare wreedheid van het kreperen maar
anderzijds vooral vanwege de idiote mentaliteit die eruit spreekt, je kunt toch
opmerken dat de zogenaamde beschaafde landen tot bepaalde onderlinge
overeenkomsten zijn gekomen. Uiteraard hebben zij daarbij niet de oorlog ŕfgeschaft, maar wel hebben zij geprobeerd hem een redelijk
tintje te geven. Er zijn gedragsregels opgesteld die aangeven wat er allemaal
niet toegestaan is. Belangrijk is dat er duidelijk is vastgesteld dat de
burgers buiten schot moeten blijven. Verkrachten, roven, brandstichten en
plunderen zijn ten strengste verboden. Het bombarderen en beschieten van
zogenaamde 'open' steden ook. Hoe dan ook, men heeft eigenlijk zo goed mogelijk
uitgesloten dat persoonlijke wederzijdse wraakgevoelens vrij spel kunnen
krijgen en uitgeleefd kunnen worden.
Hoe krankzinnig het ook is, voor moderne zogenaamd beschaafde
mensen is de oorlog iets zakelijks geworden. "We have a job to do", zeiden de Amerikaanse soldaten toen zij zich
voorbereidden op de Golf-oorlog. Welnu, van dit alles
is in het huidige Joegoslavië geen sprake. Zoals gezegd proberen de politieke
hotemetoten verwoed de indruk te wekken dat er wčl
een oorlog gaande is, maar dat is zonder meer een leugen. In feite hebben de
laagste hartstochten vrij baan gekregen, elke rem op het smerigste in de mens
is weggevallen. Dat smerigste is de moordlust. Die is gegrond op de
allerlaagste trap van het individualisme. Daarvoor geldt namelijk dat mijn bestaan
dat van een ander in principe uitsluit. Waar ik ga en sta kan jij
absoluut niet gaan en staan. In tegenstelling tot de dieren kunnen alleen
mensen met die gesteldheid komen, omdat de mens het vermogen heeft letterlijk ŕlles te ontkennen. Voorzover een
mens die gesteldheid zonder meer laat gelden is hij het prototype van de moordenaar.
Die moordenaar kan in vrijwel elke mens opgeroepen worden door hem
met een collectieve waan gek te maken. Breng die alsnog primitieve individualist
onder in een collectief waarin hem voorgespiegeld wordt dat hij een echt
volwaardig individu is, zeg maar een Übermensch, en hij gaat er prompt toe over
alle anderen te minachten omdat die minderwaardig zijn. Als je dat vuurtje
bekwaam opstookt komt de moordenaar zonder veel moeite naar boven en kan het
feest beginnen.
Vrijwel overal op de wereld zie je dat op het ogenblik gebeuren en
de bij het patroon behorende ingrediënten zijn ook onmiskenbaar aanwezig. Er is
een ontwakende individualiteit, een ontwakend ik-bewustzijn. Dat blijkt
uit de overal gevoelde behoefte zich te bevrijden van elke vorm van
overheersing. Maar er is daarnaast ook het ondergaan in collectieven, in
een soort stamverbanden, waarvoor de een of andere ideologie het bindmiddel is.
Gevolg : onder het mom van bevrijding, van ontwikkeling en meegaan in "de
vaart der volkeren" wordt elke persoonlijke frustratie, elke persoonlijke
agressie, op de meest gruwelijke manier uitgeleefd. Voorbeelden geven is
moeilijk, niet omdat zij zeldzaam zijn, maar juist omdat zij bijna overal
voorkomen. Het is niet alleen Joegoslavië, het is Angola, Somalië, Ierland,
Koerdistan, in de Kaukasus, Palestina, Cambodja, enzovoort. En overal is het
proces niet te stoppen met redelijke middelen…
Wat Joegoslavië betreft: het wegvallen van Tito
heeft het bindmiddel tussen de verschillende groepen opgelost en nu kan de
moordlust zich vrijelijk uitleven. En ik vrees dat ook hiertegen geen kruid
gewassen is en eigenlijk kan dat ook niet anders. Moordlust moet zich uitleven
als hij niet onmiddellijk en doormiddel van groot geweld onderdrukt wordt. Nu
dat laatste onmogelijk is gebleken blijft alleen de verschrikking van het
grote sterven over. Dat is geen opwekkende gedachte, maar hij is wel reëel.
Dat wordt trouwens zo langzamerhand zelfs voor een ieder duidelijk.
Als vrijdenker blijft er niets anders over dan wat hulp te bieden
aan de slachtoffers, die, ook al zijn zij zelf hartstochtelijk aan het moorden
geweest, toch in de grond van de zaak onschuldig zijn. Zij kunnen er immers
niets aan doen dat zij mentaal nog niet volwassen zijn en zich nog niet tot čchte individuen ontwikkeld hebben. Het is daardoor dat het
onmenselijke gedoe van hogere machten, van hogere mčnselijke
machten wel te verstaan, de kans krijgt de mensen tot beesten te maken. Beesten
die tot voor kort als mensen vredig naast en met elkaar leefden…
En verder? Behalve die altijd tekort schietende hulp kun je alleen
nog maar je hoofd schudden en erop blijven hopen dat al die mensen ooit nog
eens zover zullen komen dat zij de werkelijke inhoud van hun eigen
individualiteit inzien, waartoe behoort dat mijn bestaan dat van de ander niet
langer uitsluit, maar juist volledig en onvoorwaardelijk insluit. Het
vrij denken leidt tot dat bevrijdende en vredelievende inzicht, maar helaas, je
kunt dat de mensen niet opdringen.
Vrijdenken is nu eenmaal geen ideologie, maar een persoonlijke
levenshouding, gedragen door je eigen individuele verantwoordelijkheid en
onbevooroordeelde denken.
"Vrijheid
van godsdienst is vijheid van wangedrag".
Veiligheid - De Islam - Vrijheid
Uitzending: 1 juni 1994
Overtuiging-1 ; Overtuiging-2 ; Overtuiging-3 ; Overtuiging-4 ;
In de moderne westerse wereld heeft de laatste tijd de mening
postgevat dat het niet langer nodig is de godsdienst te bestrijden. Sterker
nog, de godsdienstige opvattingen, de theologie en de godsdienstige moraal worden
meer dan ooit als waardevolle richtlijnen voor het maatschappelijke en
persoonlijke leven gezien. De godsdienst mag weer en volgens sommigen moet hij
zelfs weer!
Als je eens gaat kijken welke argumenten men gebruikt, dan blijken
een tweetal opvattingen de boventoon te voeren. Ten eerste vindt men dat over
het algemeen de godsdiensten in hun maatschappelijke werking vrijwel geen
kwaad meer doen, waarbij men gemakshalve godsdienstig fundamentalisme maar als
een vervelende uitzondering ziet, en ten tweede is men tot de overtuiging gekomen dat
een ieder recht heeft op zijn eigen overtuigingen en dat niemand het recht heeft die te bestrijden
en te verbieden. "Ieder het zijne" zegt het huidige post-moderne denken.
Zou het waar zijn dat godsdienstige ideeën in onze moderne wereld
geen kwaad meer kunnen en dat de uitspraak "Ieder het zijne" betekent
dat alles even goed is? Dat alles dus zonder meer als volwaardig mee kan doen en
dat het daarentegen van onverdraagzaamheid getuigt als je sommige zaken ŕfwijst, zelfs na zorgvuldig kritisch onderzoek? Laat ik
eens een betrekkelijk willekeurige keuze maken uit verschijnselen die je vandaag
de dag op deze wereld zoal tegenkomt. Je ziet dan de meest merkwaardige
dingen.
Zo is daar een man die zich voortdurend languit ter aarde werpt,
niet omdat hij dekking moet zoeken voor kogels en granaten die, zoals nog
steeds gebruikelijk, almaar door het luchtruim vliegen, maar omdat hij vol eerbied
is voor een heilig gebouw. Hij kweekt bij zichzelf nederigheid aan, want hij
vindt dat nodig om iets goddelijks deelachtig te worden - dat helemaal niet
bestaat. Hij wordt er dan ook alleen maar smerig van…
En hier zitten kinderen te mediteren, keurig als een oranje
collectief. Zij willen het lijden overwinnen en zij willen van hun onwetendheid af komen.
Een rare manier om kennis te verwerven, je zou zeggen dat dit gedoe de onwetendheid juist
bevordert. Zou je op deze manier echt wat aan de weet komen waarmee je jezelf
en je medemensen een stukje vooruit kunt helpen en een eind maken aan ziekten,
armoede en onderdrukking?
Of moet je thuis een heiligdom inrichten en vervolgens enige tijd
onder het prevelen van duistere teksten in aanbidding temeer zitten?
Misschien helpt het als je met zijn allen gaat bedelen, uiteraard
op de juiste wijze uitgedost om uiting te geven aan de diepzinnigheid van je
ideeën. Werken voor de kost moet je natuurlijk nooit doen, want dat bevordert
het lijden van de mensheid.
Het heilige vuur wil ook wel eens een verhelderende werking
hebben, mits je het op de juiste wijze aanbidt. De mensen die Zoroaster aanhangen zijn de voorlopers van de christenen,
want zij geloven in een redder van de wereld die door een profeet bij een maagd
verwekt is. Maar die redder zal in feite niets redden. Hij zal over iedereen
oordelen, waarbij er heel wat veroordeeld zullen worden - op zichzelf nog niet
zo erg gek! Er zijn er in deze wereld inderdaad wel een paar die je beter kwijt
dan rijk kunt zijn…
Moslims komen bij honderdduizenden naar Mekka teneinde zevenmaal
om de heilige steen te lopen. Waarom doen zij dat? Wel, zij denken daarmee hun
god te eren en zelf een beter mens te worden. Nou ja, een gehoorzamer mens…
Kun je niet bij zo'n heilige steen komen, dan kun je je altijd nog in de
woestijn ter aarde werpen. Dat allemaal omdat men in de waan verkeert dat er
een god is die gediend moet worden. Overigens belet al die heiligheid je niet
om voor de zekerheid toch maar wat vertrouwen in je Kalashnikow
te stellen…
En dan hebben we natuurlijk ook nog de christenen onder leiding
van de paus. Zoals bekend kunnen die er ook wat van. Anderen laten zich dopen
in een rivier om het goddelijke deelachtig te worden; laten zich uitvoerig
zegenen, tegenwoordig zelfs door een dame; eten een ouweltje omdat men dan het
lichaam van Christus in zich opneemt.
Hoe krijgen ze het verzonnen! Moet je nu echt respect hebben voor
een dergelijk intellectueel getob? Bijvoorbeeld voor het in aanbidding bijeenzijn
bij kaarsjes, hetgeen ook weer een reinigende werking schijnt te hebben? Je
kunt er zelfs een show van maken en de lijdensweg van Christus zo natuurgetrouw
mogelijk naspelen en waarom zou je niet, als je de Joodse godsdienst toegedaan
bent, voor de klaagmuur gaan staan bidden alvorens
het militaire handwerk voort te zetten? De meest verlichte geesten houden zich
op hun eigen wijze met het wel en wee van de wereld bezig. Zou het echt helpen?
Zouden zij niet beter de handen uit de mouwen gaan steken?
Misschien doe je er goed aan je bij deze verlichte geesten te
voegen. Zij weten hoe ze zichzelf buiten het leven van alledag kunnen plaatsen
en hoe je de mensheid rust en vrede kan voorspiegelen. Zij staan immers in
rechtstreekse verbinding met god. Zij zijn het goddelijke middenkader. Maar,
natuurlijk kun je het ook zelf proberen volgens de theorieën van de New Age.
Maak maar een piramide van tentstokken, dan trek je de kosmische energie naar
je toe. Daar knap je natuurlijk reuze van op.
Dan zijn er ook nog de televisiedominees die je de weg naar het
heil wijzen, voornamelijk door je van je centjes af te helpen. Dat is trouwens
iets waarin alle door god gezegenden uitblinken..!
Zo kun je nog een hele tijd doorgaan. Het is een wereldwijde gekte
die volkomen haaks staat op alles wat wij tegenwoordig weten en alles wat wij
doen. Kun je nu stellen dat die gekte aan invloed ingeboet heeft en dat je je
er dus niet langer druk om behoeft te maken? Volgens de vrijdenkers in geen
geval! Het gaat namelijk niet om de vraag of de godsdienstige instituten, de op
collectieven gebaseerde instellingen, aan macht ingeboet hebben, maar het gaat
om de vraag wat een dergelijke gekte teweegbrengt in het denken van de
individuele mensen. Zij hebben uiteraard recht op hun eigen zin en onzin, maar
het is nu juist de godsdienstige onzin die zich niet beperken kŕn tot de individuele mens.
Anders gezegd: godsdienst kŕn geen privé-zaak zijn. Dat zit hem in het feit dat het tot het
wezen van elke godsdienst behoort zichzelf als absoluut te beschouwen. Dat
betekent dat zijn normen en waarden van kracht zijn voor ŕlle
mensen, of die er nu in geloven of niet. Godsdienst heeft dus nooit genoeg aan
zichzelf. Hij wil de maat zijn voor alles. Daardoor brengt hij een bepaald
soort van arrogantie in de godsdienstige teweeg. Die arrogantie leidt tot
tiranniek gedrag dat onvermijdelijk onverdraagzaam is naar de medemens omdat
die uiteraard altijd tekortschiet en dus schuldig en zondig is. Alle modieuze
redelijkheid, aanspreekbaarheid en tolerantie poetsen deze feiten niet weg.
De godsdienstige mens, van welke godsdienst dan ook, is in zijn
hart een Übermensch die zijn eigen geestelijke waanideeën op slinkse wijze,
maar zonder enige schroom, als de maat stelt voor zijn medemensen. De leepheid
gebiedt hem weliswaar zich nederig voor te doen en onmiddellijk in zijn schulp
te kruipen als hij zich wat al te duidelijk als Übermensch manifesteert, maar
intussen gaat het hem wel daarom. Wat dacht u, Hirsch-Ballin vindt wel degelijk
dat zijn christelijke waarden en normen superieur zijn aan ŕlle
andere en dat een wereld zonder die superieure normen een misdadige chaos is.
En Lubbers kan heel mooi en redelijk praten, zoals trouwens alle Jezuďeten,
maar hij bedoelt dat de maatschappij weer christelijk moet worden en dat God
weer als de absolute maat gesteld moet worden.
Jammer dat over het algemeen niemand er over valt dat die twee
heren bij herhaling grondwettelijk zwaar fout zitten. Beiden, zowel HirschBallin als Lubbers, zijn namelijk in dienst van een
burgerij die nauwelijks nog godsdienstigen telt en in
ieder geval staan zij voor een staat die per se niet theocratisch is. Toch
vinden zij dat zij het recht hebben, in functie nota bene, godsdienstige onzin
te propageren. Er is geen sprake van dat zij hun waanidee als een privé-zaak beschouwen.
Maar, stel je eens voor dat vrijdenkers op zo'n manier hun
radicale atheďsme zouden propageren! Diep beledigd zouden de godsdienstigen en hun goden zijn, gediscrimineerd zouden
zij zich voelen en zij zouden er met overtuiging op wijzen dat atheďsme een, overigens kwalijke,
privézaak is en als zodanig binnenskamers moet blijven!
Zoals uit die paar voorbeelden blijkt is de wereld nog steeds in
ernstige mate doortrokken van godsdienstige gekte. De vrijdenkers peinzen er
dan ook niet over hun al anderhalve eeuw durende strijd tegen de godsdienst te
staken. Sterker nog, zij intensiveren deze omdat de godsdienstigen
zich steeds vaker voordoen als redelijke mensen en daardoor minder goed te
herkennen zijn als vertegenwoordigers en voorvechters van een fictieve, maar
absolute hogere macht. Zo heeft de zich 'paus' noemende figuur onlangs op
listige wijze erkend dat zijn kerk heel wat misdaden begaan heeft en dat de
tijd gekomen is het 'Mea Culpa' uit te roepen. Als je niet beter wist zou je
denken dat ze daar in Rome wakker geworden zijn, maar in feite is het de
zoveelste poging zich als een redelijke zaak voor te doen. En, helaas met
succes bij heel wat goedwillende lieden! Het is čcht
nodig dat daartegen tekeer gegaan wordt.
Daarom, als het ook maar even kan, voeg u bij de vrijdenkers.
Overtuiging-1 ; Overtuiging-2 ; Overtuiging-3 ; Overtuiging-4 ; Boeddhisme – 13 en Onwetendheid – 18
"Vrijheid
van godsdienst is vijheid van wangedrag".
Veiligheid - De Islam - Vrijheid
Uitzending: 7 september 1994
Nog niet zo erg lang geleden waren er een heleboel intellectuelen
die absoluut niets van godsdiensten moesten hebben. Zij waren ervan overtuigd
dat godsdiensten alleen maar slecht voor de mensen zijn. Omdat zij op een waan
berusten die op een gevaarlijke wijze de wereldbeschouwing van de mensen
verduistert. Liberalen, humanisten, anarchisten, socialisten en nog een menigte
wetenschappers en andere intellectuelen kwamen rond voor hun atheďsme uit en
zij beschouwden elke vorm van bovennatuurlijkheid als een kortzichtig en
uitermate infantiel hersenspinsel.
Uiteraard verkeerden ook de vrijdenkers in dat atheďstische
gezelschap. Sterker nog, zij zijn zelfs al sinds halverwege de vorige eeuw de
gangmakers. De mensen van de toenmalige Dageraad bestreden consequent het
geloof en de godsdienst. Uit principe deden zij dat op wetenschappelijke
gronden, maar zij maakten ook dankbaar gebruik van het nieuwe bijbelonderzoek.
Dat bracht onder andere aan het licht dat de verhalen van bijbel, koran en
andere zogenaamd heilige geschriften op oude mythen berusten. Die werden in het
gehele cultuurgebied van het Oosten al eeuwenlang verteld zonder dat iemand ze
als de woorden van god beschouwde.
Deze inzichten, gevoegd bij de resultaten van onafhankelijk
wetenschappelijk onderzoek, werden door vrijwel alle intellectuelen gedeeld.
En die staken hun opvattingen niet onder stoelen of banken! Graag voegden zij
zich bij de vrijdenkers om de godsdiensten aan de kaak te stellen.
Maar tegenwoordig is dat niet meer zo! Er heeft zich een
dramatische omwenteling voltrokken die hierop neerkomt dat genoemde
intellectuelen, liberalen, humanisten, anarchisten, socialisten, wetenschappers
en anderen, fervente verdédigers van de godsdienst zijn geworden. Op het ogenblik
is het al zover gekomen dat je met recht kunt stellen dat de godsdiensten nog
nooit zulke overtuigende pleitbezorgers hebben gehad! En de vrijdenkers zijn
zelfs min of meer alleen komen te staan.
Nog onlangs heeft De Vrije Gedachte in een TV -uitzending laten
zien hoeveel malligheden er aan de godsdiensten over de gehele wereld meekomen.
Allemaal gebruiken, rituelen en psychische manipulaties die, nuchter beschouwd,
alleen maar belachelijk, misleidend en dom zijn. Daarmee waren talloze kijkers
het natuurlijk roerend eens, maar zo niet een aantal intellectuelen. Die
moderne intellectuelen hebben namelijk bedacht dat het maar eens uit moet zijn
met de suprematie van het westerse denken.
Zij hebben bedacht dat alle culturen recht hebben op hun eigen
levensbeschouwing en dat niemand het recht heeft iets negatiefs daarvan te
zeggen, zeker de westerse mens niet, die volgens hun al genoeg de baas heeft
lopen spelen in de wereld. "Ieder het zijne" is het moderne quasi
ruimhartige standpunt. En vanuit die ruimhartigheid wordt de godsdienst niet
meer op zijn inhoud beoordeeld.
Natuurlijk hebben wij in feite niet te doen met ruimhartigheid,
maar met een ernstige vorm van intellectuele lafhartigheid: Dat blijkt
zonneklaar uit de gebruikte argumentaties. Men vindt het tegenwoordig namelijk
heel zinvol dat mensen godsdiensten aanhangen en zelfs is het volgens dat
moderne denken zo dat godsdiensten via hun gezag en rituelen een gunstige
inwerking op de mensen kunnen hebben. Ze zouden de mensen houvast bieden en
ook een toekomstperspectief, terwijl zij bovendien ethisch van grote waarde
zijn, zo beweert men.
Maar hoe zit het dan met de cruciale vraag of er eigenlijk wel
goden bestaan? Wel, die wordt afgedaan met de laffe dooddoener dat kennis
omtrent god en het goddelijke buiten ons denken valt en dat wij er daardoor
niets van kunnen weten! Mooi zo: omdat wij dus niet kunnen wéten of god bestaat
is het plotseling niet erg als iemand onzin loopt uit te kramen en op te
dringen aan anderen. Het geloof is kennelijk een vrijbrief voor niet te
bedenken absurditeiten! Inderdaad, dat is nog waar ook! Maar, de moderne
intellectuelen komen tot overmaat van ramp ook nog met het argument dat het al
of niet bestaan van een god er eigenlijk helemaal niet toe doet. Het zou in de
praktijk gaan om de psychische en morele inwerking van de godsdienst op het
individu. Toe maar! Zo lust ik er nog wel een paar!
Ze hebben er natuurlijk gelijk in dat je de mensen hun ideeën niet
af mag nemen. Dat kan trouwens niet eens! Maar als je die ideeën niet meer
kritisch en nuchter mag beoordelen, waar blijven we dan? Moeten we het dan maar
heel genuanceerd goedpraten dat er jonge meisjes verminkt worden omdat een
aantal gefrustreerde mannen ooit bedacht heeft dat zo'n verminking de kuisheid
van jonge vrouwen bevordert? Of moeten wij er achter staan dat schrijvers,
zoals nu weer Taslima Nasrin,
onwettig ter dood veroordeeld worden omdat hun uitspraken over de Islam niet in
goede aarde vallen bij enkele op macht beluste godsdienstige fanaten? En moeten
wij het normaal vinden dat een minister van justitie van een niet-theocratische
staat als de onze ervan uitgaat dat de christelijke normen de enig juiste en
betrouwbare zijn? Christelijke normen nota bene die het zelfbeschikkingsrecht
van de mensen ontkennen en die vooral de vrouwen tot zombies maken. Moeten wij
dat echt allemaal goedpraten? En bedekken met de 'mantel der redelijkheid' van
onze moderne intellectuelen die zich wel liberaal, humanistisch, anarchistisch
en dergelijke noemen, maar die in de praktijk alleen maar blijk geven van een
treurige geestelijke lafheid?
Het is op het ogenblik al zover gekomen dat vroegere
geestverwanten van de vrijdenkers thans van oordeel zijn dat diezelfde
vrijdenkers tot de meest verstokte 'fundamentalisten' gerekend moeten worden.
Ja, je hoort het goed, fundamentalisten! En, in vertrouwen gezegd: als het
begrip fundamentalisme niet zo besmet was door de wandaden van godsdienstige
geestdrijvers zou je het bijna als een geuzennaam gaan beschouwen!
Het is overigens inderdaad een feit dat de vrijdenkers zich bij
alles de vraag stellen "Hoe zat het ook alweer?". Uiteraard vragen
zij daarbij niet, zoals alle godsdienstige fundamentalisten, naar duistere
dogmatische uitspraken en voorschriften die lang geleden door overspannen
tobbers zijn opgetekend en die voor de goddelijke waarheid moeten doorgaan, maar
zij vragen steeds weer naar de uitkomsten van hun eigen logische denken. Dat
voortdurend terugvallen op het eigen unieke vermogen om de werkelijkheid te
begrijpen en daarbij geen enkel bovennatuurlijk hersenschimmig gezag te
erkennen is typerend voor de vrijdenkers. De vraag ňf
en in hoevčrre dat gelukt doet eigenlijk niet terzake.
Waarom het gaat is dat je niet je toevlucht neemt tot door fanaten
verzonnen waandenkbeelden of tot lafhartige intellectuele onverschilligheid,
overgoten met een sausje van verlichte redelijkheid en modieuze genuanceerdheid…
Hoe ruimhartig je ook erkent dat de mensen recht hebben op hun
eigen godsdienstige gekte, toch blijft steeds overeind staan dŕt het een gekte is. Ook als zo'n gekte bij een aantal mensen
heilzaam schijnt te werken is dat geen excuus om dan maar vrijelijk met de
godsdienstige instituten en hun machthebbers mooi weer te gaan spelen en te
doen alsof de gelovige prietpraat op hetzelfde niveau zou staan als het door
logisch nadenken en objectief onderzoek onderbouwde moderne denken.
Men wil het tegenwoordig maar liever niet openlijk toegeven, maar
in de maatschappelijke praktijk blijkt steeds weer dat de oordeelsvorming van godsdienstigen onnavolgbaar en willekeurig is, nauwelijks
enige houdbare grond heeft, maar wel met een onvoorstelbare arrogantie als de
maat der dingen gesteld wordt. En vaak doen de gelovigen zich daarbij uiterst
redelijk voor, wel wetende dat zoiets het goed doet bij de moderne
intellectuelen. Maar als de een of andere vrijdenker, of zomaar iemand die zijn
hersens gebruikt, daar niet intrapt en zich kritisch uitlaat over god en de
godsdienst ontsteken diezelfde 0 zo
redelijke godsdienstigen in grote woede en laten
hysterisch weten dat zij 'ernstig geschokt' zijn en dat men henzelf čn god 'diep beledigd' heeft. En ze schreeuwen om het
hardst: "Dat zou verboden moeten worden! We gaan kamervragen
stellen! "
Over het feit dat vrijdenkers en andere ongelovigen bij
voortduring beledigd en geschokt worden praat men niet en helaas wordt men
daarin tegenwoordig gesterkt door de moderne intellectuelen! Die komen ons
wijsmaken dat alle godsdiensten in wezen verschrikkelijk tolerant zijn en dat
godsdienstige fundamentalistische arrogantie, agressie en onverdraagzaamheid
slechts tot de uitwassen behoren. Vreemd is het dan wel dat je met die
tolerantie zelden te maken krijgt, maar wel steeds meer met die uitwassen!
"Vrijheid
van godsdienst is vijheid van wangedrag".
Veiligheid - De Islam - Vrijheid
Uitzending:
22 februari 1995
Je hoort vaak beweren dat mensen kuddedieren zijn. Ze kunnen
alleen maar in groepen leven. Dan wijst men er niet alleen op dat de mensen
elkaars gezelschap opzoeken vanwege de behoefte aan geborgenheid zodat ze zich
veiliger voelen, maar men bedoelt ook en vooral dat zij elkaars gedrag
overnemen. Zij gaan een groepsgedrag vertonen en het is in de eerste plaats
daarop dat de uitdrukking 'kuddedieren' slaat. Zo zijn er filosofen die met
stelligheid beweren dat je de mens alleen maar goed kunt leren begrijpen als je
ervan uitgaat dat er eigenlijk geen afzonderlijke mensen bestaan, maar slechts
groepen. Sommigen spreken in dit verband zelfs enigszins laatdunkend van
'horden' en 'massa's'. Het individu moet dan beschouwd worden als de kleinste
eenheid van zo'n massa, zo'n horde.
Uiteraard moeten alle eigenschappen van het individu dan afgeleid
worden van de eigenschappen van de horde. In feite betekent dit dat het
individu in zijn of haar gehele doen en laten bepaald wordt door iets van
buitenaf. Een eigen inbreng is niet mogelijk. Iedereen is een 'kloon' van het
standaard groepstype. Natuurlijk bestaan er wel kleine verschillen tussen de
klonen, maar echt ontkomen aan het standaardtype is uitgesloten. De
collectieve norm van de horde is en blijft volgens deze opvatting de maat.
Als je kijkt naar het gebruikelijke gedoe van de mensen zie je
inderdaad iets dat aan kuddedieren doet denken. Als de vakantietijd weer is
aangebroken trekt de hele horde naar dezelfde bestemmingen om zich daar
allemaal met hetzelfde onledig te gaan houden. Ook als de een wat anders kiest
dan de ander is het toch steeds een keuze die binnen het kader van het gangbare
'normale' aanbod blijft. En wat de kleding betreft zie je ook dat het
collectief de maat is. Men houdt zich aan datgene dat de mode voorschrijft. Uit
de toon vallen wordt afgekeurd. Met de inrichting van de woningen is het al
niet anders. Het lijkt wel of er een soort van ongeschreven wet is die als een
publiek geheim bij een ieder bekend is maar die nooit hardop uitgesproken
wordt.
Maar deze dingen zijn nog niet eens het ergste. Veel ingrijpender
zijn de onuitgesproken collectieve wetten die het denken bepalen. Op de een of
andere duistere wijze denken de mensen allemaal eender, komen met dezelfde
opvattingen, geloven in dezelfde dingen en huldigen dezelfde moraal.
Bijvoorbeeld bij discussies hoor je steeds dezelfde gedachten verkondigen. Ook
als soms iemand met een andere opvatting komt is dat er een die naadloos binnen
het kader van het collectieve denken valt. De normen en eigenaardigheden van de
groep zijn uiteindelijk steeds bepalend voor de individuele mensen. Het ligt
bijvoorbeeld tegenwoordig in het collectieve denken dat de arbeid bepalend is
voor de kwaliteit van de maatschappij. Prompt zie je dat iedereen zijn
levensgeluk van het hebben van werk af laat hangen, ondanks het feit dat je
tegenwoordig ook zonder werk niet verkommert. Toch vindt men dat je met een
uitkering 'je hand op moet houden'. Alsof je mčt werk
niet ook je hand op moet houden en maar afwachten of er nog iets voor je
overschiet. Het liefste betaalt men je immers helemaal niets uit. De lonen
vallen nog steeds onder de onkosten! Maar daarover gaat het nu niet.
Het gaat er om dat iedereen bevangen is in dezelfde voorstelling.
Het is dan ook geen wonder dat men, kortzichtig als altijd, tot de conclusie is
gekomen dat wij ons als kuddedieren gedrŕgen omdat
wij van nature kuddedieren zijn. Uiteraard hebben sommigen dat wat fijnzinniger
onder woorden gebracht, bijvoorbeeld door te stellen dat de mens een 'groepswezen'
is of, volgens anderen, een 'sociaal dier'. En dan heb je er ook nog die het
hebben over 'gods kinderen' of over 'met het al
verbonden delen van het geheel'. Allemaal fraaie termen en religieuze
sentimenten die met elkaar gemeen hebben dat de individuele mens afgeleid wordt
uit het collectief, de horde, de groep of de gemeenschap. Eerst is er dat
collectief en vervolgens komen jij en ik daaruit voort. Zonder dat we iets
wezenlijk eigens bezitten…
Het is verklaarbaar dat men op zo 'n manier de individuele mens
bekijkt, maar er deugt absoluut niets van. De mens is helemaal geen kuddedier!
Je zult er nooit iets van begrijpen als je van dat waanidee uitgaat. Dat blijkt
op minstens twee manieren. Ten eerste is daar het feit dat juist de meest
bewonderenswaardige mensen volkomen afwijken van elke collectieve norm. Zij
vallen volstrekt uit de toon. Bovendien laat de cultuurgeschiedenis zien dat
de mensen zich steeds meer in de richting van de eigen unieke persoonlijkheid
ontwikkelen en helemaal niet in de richting van een groepsmodel. De mensen zijn
kennelijk niet op weg naar het uniforme, maar juist naar het individuele, het
eenmalige en unieke. Vooral de laatste tijd is dat goed waar te nemen. Het is
dan ook meelijwekkend als je ziet hoe vooral van het collectief afhankelijke
politici en bestuurders zich uitsloven om het tij te keren, uiteraard terwille van hun eigen machtsposities. Maar het is bij
voorbaat al een verloren gevecht…
Het verschijnsel mens is uniek omdat het nergens eenzijdig bij
behoort. Ondanks het feit dat wij stoffelijk zijn voelen wij ons niet thuis in
de stoffelijke wereld, maar wij behoren ook niet tot een geestelijke werkelijkheid
die niet materieel is. Als gevolg hiervan zijn wij niet van nature onderworpen
aan bepaalde programma's zoals alle overige levende wezens. Maar ook aan geestelijke
instanties zoals goden, geesten en andere hogere machten zijn wij niet
onderworpen. Je kunt met recht zeggen dat wij mensen vrij zijn, aan niets
gebonden. Wij zijn dus ook niet aan horden, groepen, collectieven en andere
instanties gebonden. Wij behoren uitsluitend onszčlf
toe!
Diegene die zegt dat mensen kuddedieren zijn weet absoluut niet
welke plaats de mens in de werkelijkheid inneemt.
Omdat mensen in principe nergens aan gebonden zijn moeten zij
alles zelf doen. Zo moeten zij bij voorbeeld zelf hun relaties tot andere
mensen en de rest van de natuur regelen. Die relaties liggen dus niet bij
voorbaat vast zoals dat in een kudde het geval zou zijn, maar zij moeten al
doende ontstaan. Zo ontstaat er op den duur een samenleving waarin men vrij is
om naar eigen goeddunken te leven en er ontstaat tegelijkertijd een maatschappij
waarin men vrij is te handelen, dingen te doen.
Maar dat alles gaat niet van de ene dag op de andere. Zoals alles
wat leeft begint de mensheid ook onvolwassen. De mensen verkeren om te beginnen
in de waan dat zij wel ergens bij behoren, met als gevolg dat zij zich als
kuddedieren gaan gedrŕgen, hoewel zij in wezen geen
kuddedieren zďjn. Ook hun denken over de wereld en
zichzelf is aanvankelijk niet veel soeps. Het is een
soort van robot-denken dat angstig binnen de bekende en vertrouwde kaders
gehouden wordt. In grote trekken komt iedereen met dezelfde verhalen en dat is
zelfs heel vaak in de wetenschappen het geval…
Wat is nu het belang van het vrijdenken? Geen ander dan dit dat
het bij jezelf de waan van de menselijke ŕfhankelijkheid
doorbreekt en je gaandeweg doet inzien dat alles draait om je eigen
individualiteit. Het is in het leven niet de vraag hoe je omgaat met
collectieve zaken, hoe mooi ook voorgesteld, maar hoe je omgaat met je eigen
individualiteit. Want daarin ligt de maat voor je verkeer met de andere mensen
en de natuur. Eerst moet je jezelf ontwikkelen en naarmate je daarin slaagt
gelukt het je ook sociaal te zijn. En dan ben je dat met hart en ziel. Geen enkele
modieuze psychische of geestelijke therapie en geen enkele godsdienst of occult
ritueel kan zoiets in je bewerken omdat al dit soort zaken je juist afhankelijk
maken! Zij werken averechts! Je eigen denken bevrijden, vrijdenken dus, heft de
waan van de afhankelijkheid op den duur op.
Omdat er voor vrij denken geen regels en voorschriften bestaan is
je verworven onafhankelijkheid blijvend. Je vervalt niet weer in slavernij! Dat
is voor jezelf en voor je omgeving een hele verademing…
"Vrijheid
van godsdienst is vijheid van wangedrag".
Veiligheid - De Islam - Vrijheid
IS GODSDIENST MET WETENSCHAP TE BESTRIJDEN?
"Achter
de quarks zit god"
Uitzending:
19 april 1995
Overtuiging-1 ; Overtuiging-2 ; Overtuiging-3 ; Overtuiging-4 ;
Sinds de Verlichting omstreeks het einde van de 18e eeuw zijn er
in de westerse wereld een heleboel idealisten die er van overtuigd zijn dat de
wetenschap in staat is de sprookjes van de godsdienst te ontmaskeren. Zij
denken dat het fataal voor de godsdienst is als de mensen op een wetenschappelijke
manier gaan denken of in ieder geval onderwijs krijgen dat aan objectieve
wetenschappelijke kriteria voldoet. Modern onderwijs
dus en met name géén onderwijs dat bestaat uit het inprenten en opzeggen van
heilige teksten of spreuken, zoals dat in de Islam en in veel Oosterse religies
gebeurt, maar onderwijs waarin 'twee keer twee is vier' de maat is. Op zichzelf
is dat een voor de hand liggende gedachte. Vooral omdat sinds de Verlichting de
wetenschappelijke grondslag voor de westerse cultuur algemeen aanvaard is, al
zou je dat vaak bepaald niet zeggen..!
Bovendien, het eind is zoek als je van de logica af gaat wijken en
zomaar wat in de ruimte kletst…
Toch is het maar voor een heel klein gedeelte waar dat de
wetenschap de godsdienst kan verdringen. Je behoeft bepaald geen diepgaand
onderzoek te plegen om er achter te komen dat de godsdienst zelfs nog onder
heel wat wetenschappers populair is, hetzij dat zij er zčlf
volop aan doen, hetzij dat zij er welwillend tegenover staan. En ook kun je
gemakkelijk constateren dat onder de bevolking de godsdiensten nog steeds
welig tieren. Weliswaar niet in de vorm van kerkelijke instituten, maar als min
of meer duistere genootschappen. Hier en daar vormen die zelfs in toenemende
mate een bedreiging voor de democratie en de rechtsstaat. Denk wat dit betreft
aan bepaalde vormen van de Islam. Daarbij zijn kriteria
van recht en rede niet de maat, maar de regels en voorschriften die in een ver
verleden door godsdienstige fanaten zijn bedacht.
Dat geldt trouwens ook voor christelijke groeperingen die terugwillen naar gods woord,
alsof ook dat niet door overspannen geestdrijvers uitgebroed is. Dan heb je ook
nog evangelisatie bewegingen die, vaak met succes, proberen de natuurwetenschappen
voor hun karretje te spannen om ons ervan te overtuigen dat god het allemaal zo
geregeld heeft. Kortom, je zou eigenlijk helemaal niet zeggen dat overal op de
wereld de wetenschappen doorgedrongen en voor het denken maatgevend geworden
zijn.
Blijkbaar is de wetenschappelijke kennis een niet zo erg effectief
werktuig om de waan van de godsdienst te doorbreken. Dat is eigenlijk wel verwonderlijk
als je bedenkt dat de wetenschap en de technologie op zichzelf buitengewoon
succesvol zijn. Ze hebben in niet geringe mate ons gehele leven beďnvloed en
zonder enige twijfel veel meer mogelijk gemaakt. Hoe je de wetenschappelijke
praktijk ook beoordeelt en hoezeer je ook beducht bent voor allerlei
ontwikkelingen die het leven in ernstige mate kunnen gaan bedreigen, toch is
datzelfde leven niet mogelijk zonder de verworvenheden van wetenschap en
techniek. Het wordt gemakshalve wel eens vergeten, maar zelfs het planten van
gewassen op een lapje grond, het bereiden van het voedsel, het vervaardigen van
beschermende kleding en al onze dagelijkse handelingen zijn vormen van
wetenschap en techniek. En juist in het licht van dat feit is het verwonderlijk
dat zoveel mensen daaruit geen consequenties trekken en nog in de waan van de
godsdienst bevangen zijn gebleven…
Nu is het gelukkig niet zo dat de wetenschap helemaal geen effect
heeft op de godsdienst. Dat echter is meer te danken aan primitieve voorstellingen
en domme uitspraken binnen de verschillende godsdienstige theorieën zelf dan
aan de overtuigingskracht
van de wetenschap. Zo was er destijds de bespottelijke theorie dat de zon en
andere hemellichamen om de aarde zouden draaien en dat dit logisch was omdat de
aarde met daarop de mens het slotaccoord en
hoogtepunt van gods schepping zou zijn. Het heette
dat het gehele universum aan de mens en de aarde ondergeschikt was. Dom om
zoiets te beweren! Zo'n theorie heeft namelijk betrekking op concrete
verschijnselen die gemakkelijk te controleren zijn. Het is eigenlijk een soort
van natuurwetenschap, zij het primitief, onjuist en totaal mislukt. Maar juist
daarom kon het niet uitblijven dat bepaalde vrijgeesten de zaak gingen
onderzoeken en controleren. Gallilei en anderen
toonden zonder veel moeite aan dat er niets van deugde en na verloop van tijd
moest de kerk toegeven dat haar theorieën op dat punt onzinnig waren.
Zo zijn er tal van voorbeelden van theologische voorstellingen en
uitspraken die door wetenschappelijk onderzoek gelogenstraft zijn. Vooral
sinds de Verlichting is er heel wat onzin uit de weg geruimd. Maar steeds gaat
het daarbij over controleerbare concrete zaken.
Voortdurend worden dič successen van de
wetenschap naar voren gebracht als bewijs dat de wetenschap de godsdienst kan
overwinnen. Dat is jammer, want het is niet juist. Het gaat namelijk bij de
godsdienst per definitie helemaal niet om controleerbare concrete zaken. De
essentie van de godsdienst is juist dat het over abstracties gaat, over dingen
die men niet zien kan en die dus niet op de gebruikelijke manier te controleren
en te bestrijden zijn.
Het enige wat je kunt controleren is dat je die zogenaamde
onzichtbare hemelse dingen nooit tegenkomt, dat de verhalen daarover in alle
opzichten volkomen ongerijmd zijn en dat je nooit enig bewijs van hun bestaan
vindt. En wčl is aan te tonen dat die hemelse dingen
door mensen verzonnen zijn. Je zou denken: reden genoeg om de hele zaak naar
het land der fabelen te verwijzen. Was dat maar voor iedereen waar en niet
alleen maar voor die ongelovige vrijdenkers!
De realiteit is daarentegen dat de godsdiensten zich steeds met
groot raffinement terugtrekken op die abstracte posities. Elke keer als natuurkundig
onderzoek aantoont dat de grond van de werkelijkheid goddeloos, concreet en
materieel is komen de theologen ons vertellen dat die feiten weliswaar niet te
ontkennen zijn, maar dat god nu juist ŕchter die
feiten zit. God zit een laag dieper, achter de elementaire deeltjes, hij zit
zogezegd 'achter de quarks'. Daarbij gebruiken die theologen een uiterst
uitgekookt argument dat hier op neerkomt dat de schepper zelf niet geschapen
kan zijn. Men stelt dat er achter de verschijnselen een 'eerste oorzaak' moet
zitten en dat die eerste oorzaak op zichzelf niet veroorzaakt kan zijn. En nu
is het beroerde dat die ŕrgumenten op zichzelf nog
juist zijn ook! Aan de basis van de werkelijkheid moet inderdaad iets liggen
dat nergens door veroorzaakt is. Dat is moeilijk voor te stellen, maar er is
toch niet aan te ontkomen.
Die eerste oorzaak valt natuurlijk buiten alle andere dingen die wčl ergens door veroorzaakt zijn. Koren op de molen dus van
de theologen. In dat gat
springen zij maar al te graag! Zij komen ongegeneerd beweren dat god, als
zijnde die eerste oorzaak, buiten alle veroorzaakte dingen valt en dus ook
buiten alle wetenschappelijke kennis. De wetenschappers mogen bijgevolg uit
hoofde van hun wetenschap helemaal geen uitspraken over god doen!
Die redenering leidt ertoe dat wetenschap en godsdienst rustig
naast elkaar kunnen blijven bestaan. Zolang het maar niet over concrete zaken
gaat bijten zij elkaar niet. En dat vinden een heleboel wetenschappers ook. Er
zijn er die zich niet schamen om bij bepaalde gelegenheden zčlf
godsdienstige onzin uit te kramen. En anderen kruipen lafhartig in hun schulp
en beweren dat zij 'agnosten' zijn. Met andere woorden: zij weten het niet,
want, zo zeggen zij, de zaak valt buiten ons denken.
Als vrijdenker kun je om dit alles alleen maar lachen en het als
één grote grap beschouwen. Want voor de agnost valt god inderdaad buiten het
denken, dat wil zeggen: buiten zijn denken! Dat is immers onmiskenbaar een
lafhartig denken. Hij spaart de geit en de kool en houdt zich mooi op de vlakte.
En inderdaad valt de god van de gelovige geheel buiten de concrete
en controleerbare werkelijkheid. Dat blijkt namelijk dagelijks als je de onzin
hoort die uitgekraamd wordt: met behoorlijk en helder denken heeft dit
onwaarschijnlijke gefantaseer niets te maken!
Hoe je het ook wendt of keert, het is en blijft een
waanvoorstelling die de mensen in zijn ban houdt. En die waan kan nauwelijks
door onderzoek en kennis doorgeprikt worden. Je kunt alleen maar hopen en
verwachten dat de groei naar volwassenheid die waanvoorstelling gaandeweg zal
doen oplossen. Immers, met het benaderen van die volwassenheid komen de mensen
steeds meer bij zichzelf terecht en dat houdt in dat hun denken vanzelf vrij
wordt. En het is dat vrijdenken dat als enige in staat is de waanvoorstellingen
op te lossen.
Overtuiging-1 ; Overtuiging-2 ; Overtuiging-3 ; Overtuiging-4 ;
"Vrijheid
van godsdienst is vijheid van wangedrag".
Veiligheid - De Islam - Vrijheid
Uitzending:
woensdag 28 Juni 1995
De Vrije Gedachte had lang voor de oorlog al zendtijd. De
toenmalige Dageraad behoorde tot de oudste officieel erkende omroepen van Nederland,
al vanaf 1926. Dat was eigenlijk wel vreemd, want de overheid was nu niet zo
heel erg gecharmeerd van die goddeloze, eigenzinnige en vrijheidslievende
vrijdenkers. Maar men kon er niet onderuit, want men had zelf een wet gemaakt
die onder andere voor De Dageraad de weg naar de ether opende. Die kersverse
omroepwet verleende namelijk zendtijd aan geestelijke genootschappen zonder
daarbij het ledental of zelfs de achterban als de maat te nemen. Je zou zeggen:
niet zo handig van de overheid. Maar men had dat natuurlijk uit eigenbelang zo
geregeld, want de toentertijd oppermachtige godsdiensten moesten toch de
schijn van een democratische gezindheid ophouden. Zendtijd verlenen aan
tegenstanders betekende een extra rechtvaardiging voor de eigen buitensporige
eisen.
Dat die hele gang van zaken inderdaad erg vreemd was mag wel
blijken uit het feit dat diezelfde confessionele regering al spoedig, in 1930,
een strenge censuur-vooraf instelde door de beruchte Radio Controle Commissie.
En in 1933 besloot men het lidmaatschap van De Dageraad te verbieden voor alle
ambtenaren en overheidspersoneel. In het vooroorlogse Nederland was er dus
bepaald niet veel sympathie voor mensen die hun verstand wilden gebruiken en
die niet bereid waren, terwille van wie dan ook,
water in de wijn te doen.
Vooral de kerken haatten de vrijdenkers, maar ook in de politiek
ontstond er een steeds sterkere weerstand tegen De Dageraad. Het waren namelijk
de vrijdenkers van De Dageraad die in die dagen de euvele moed hadden voor de
radio tekeer te gaan tegen de schandelijke praktijken van Mussolini, tegen de
misdaden van Franco en de lafheid van de westerse politici, maar vooral tegen
de in Duitsland steeds meer bewust aangewakkerde Jodenhaat. Werkelijk niemand dorst het in die
dagen in het openbaar voor de radio voor de vervolgde joden op te nemen, maar
de vrijdenkers, onder leiding van Jan Hoving, staken hun opvattingen niet onder
stoelen of banken en waren ook niet bereid in te binden vanwege goede relaties
met een 'bevriend staatshoofd', zoals de heer Adolf Hitlef.
Voor hun moed werden de vrijdenkers door de Nederlandse overheid, onder druk
van de NSB, royaal beloond: zij raakten per 1 januari 1937 hun zendtijd kwijt!
Het heeft 30 jaar geduurd, namelijk tot 1967, eer zij hun
radiozendtijd terugkregen en het was pas in 1971 dat er 1 uur TV-zendtijd per
jaar bijkwam. Letterlijk tot op de dag van vandaag is het bij dat ene uur
gebleven, maar nu is er dan toch verandering in gekomen. Het is de
confessionele krachten, broederlijk samenwerkend met de moderne managers die
immers al geruime tijd proberen de hele maatschappij in hun macht te krijgen,
eindelijk gelukt die ongezeglijke vrijdenkers uit de ether te werken. Het is
duidelijk: de geschiedenis herhaalt zich, zij het met andere spelers en andere
motieven. Wederom zijn de atheďsten uit de ether verbannen!
Om dat voor elkaar te krijgen heeft men de meest vergezochte
argumenten bij elkaar geschraapt. Op enkele daarvan zal ik wat nader ingaan:
heel mooi is deze dat de verdeling van zendtijd over godsdiensten en genootschappen
op geestelijke grondslag op zo eerlijk en zo realistisch mogelijke wijze
geschied is.
Als u nu eens met mij naar dit overzicht kijkt, dan ziet u dat men
het als een realistische verdeling beschouwt als de Humanistische Omroep
Stichting, dat is net als De Vrije Gedachte een 'geestelijk genootschap', maar 39
uur zendtijd op televisie krijgt, terwijl de godsdienstigen
bij elkaar 2641/2 uur mogen
uitzenden. En dan heb ik het nog niet eens over dat immer voortdurende
godsdienstige gewauwel waaraan je je bij de KRO, de NCRV en vooral de EO kunt
ergeren. De EO die trouwens, naar het schijnt, ook nog eens een deel van de op
dat lijstje voorkomende Zendtijd voor Kerken gaat verzorgen. Dus: hoewel
Nederland tot de meest ongelovige naties ter wereld behoort en er allang een
scheiding tussen kerk en staat ingesteld is, is er een gigantische overheersing
van godsdienstig gedoe op de media. En het is echt zo dat men dit nog
vanzelfsprekend en redelijk vindt ook! Welnu, wij vinden dat helemaal niet
redelijk!
Ook schitterend is het argument dat ons ene uurtje televisie per
jaar versnipperend werkt, terwijl je zo zonder meer al minstens 8 verschillende
godsdienstige splinters hebt. Ver voor de oorlog al, in maart 1931, hield de
filosoof Leo Polak voor de microfoon van De Dageraad een causerie over het
onderwerp: Eenheid boven geloofsverdeeldheid. Hij legde daar onder andere in
uit dat er steeds meer verdeeldheid binnen de godsdiensten heerst en dat dit
haat en nijd, agressie en onverdraagzaamheid teweeg brengt. Uiteraard schrapte
de censuur daar van alles in want de waarheid mag immers niet gezegd worden,
althans niet als het over de godsdienst en de kerken gaat.
En dan is daar nog het fraaie argument van de zogenaamde
achterban. De godsdiensten mogen zonder meer zo ongeveer de hele wereld als
achterban claimen, maar als het over De Vrije Gedachte gaat verwisselt men
stiekem het ledenaantal met de achterban en beweert staalhard dat wij slechts
een achterban van ongeveer 3000 vrijdenkers en atheďsten zouden hebben. Het
christendom, het jodendom, de islam en het hindoeďsme worden als
hoofdstromingen beschouwd, maar het atheďsme, dat al zo oud is als de mensheid
zelve, zou plotseling geen hoofdstroming zijn. Dat is natuurlijk klinkklare
onzin: over de hele wereld zakken de mensen door de godsdienst heen, ondanks de
vertwijfelde pogingen van fanaten dit tegen te houden. Maar, het ligt in de
logica dat de secularisatie een onstuitbaar proces is, dus niet alleen in
West-Europa, maar over de gehele wereld.
Het kan tegelijkertijd niet ontkend worden dat de atheďstische
vrijdenkers nauwelijks een georganiseerde achterban hebben en dat ook hun
ledental niet zo erg indrukwekkend is. Maar dat is niet zo moeilijk te
begrijpen: het is nu eenmaal een feit dat het vanzelfsprekende zich niet
organiseren laat. Voor de meeste moderne mensen is het ongeloof namelijk een zo
vanzelfsprekende zaak dat zij zich op grond daarvan niet verenigen. Dat feit is
echter geen houdbaar argument voor de bewering dat wij geen achterban zouden
hebben. Zo'n bewering is een volslagen slag in de lucht. Het zijn juist
diegenen die zich forceren om in god te geloven die niet buiten een organisatie
kunnen, omdat zij noodzakelijk macht moeten zien te veroveren. Dat is dan ook
precies wat je op het ogenblik op tal van terreinen ziet gebeuren. Met het in
hoog tempo slinken van de godsdienstige aanhang neemt bij de gelovigen de
verbetenheid toe waarmee men aanspraak denkt te kunnen maken op allerlei
machtsposities. In een tijd dat die machtsposities nog nauwelijks bedreigd
werden, dus in de twintiger en dertiger jaren, dorst men De Dageraad wel wat
zendtijd te geven. Men dacht dat dit niet zoveel kwaad kon, wat overigens al
spoedig bitter tegen bleek te vallen. Maar vandaag de dag beschouwt men
vrijdenken zonder meer als een gevaar, voornamelijk voor de godsdienst als
hoedster van de moraal, maar ook voor de managersmaatschappij
in zijn algemeenheid. Natuurlijk geeft men dat niet openlijk toe, maar
toenemend fundamentalisme enerzijds en agressie tegen ongelovigen en zogenaamd
'onaangepaste' eigenzinnige mensen anderzijds spreken wat dit betreft een
duidelijke taal. En we zullen het wel nooit kunnen bewijzen, maar het is wel
heel opmerkelijk dat het uitgerekend een atheďstische vrijdenkersomroep is die
het veld moet ruimen. Een omroep die, hoe klein ook in vergelijking met de
godsdienstige omroepen, terug kan zien op een roemrijk verleden als de enige
atheďstische omroep ter wereld. Hebben niet grote voorgangers als Multatuli,
Bolland, Domela Nieuwenhuis, Leo Polak, Jan
Hoving en recentelijk ook Anton Constandse hun
ideeën bij de vrijdenkers verwoord, de laatste drie ook voor de microfoon van
de vrijdenkers? En is die omroep niet zonder ook maar enige smet de
oorlog doorgekomen? Je zou denken, alleen dat roemrijke verleden zou al een reden
moeten zijn niet over 'samenwerking', 'versnippering', 'achterban',
'hoofdstroming' en dergelijken te praten.
En dan is daar ook nog die modieuze managers-theorie van het
Commissariaat over samenwerken met het Humanistisch Verbond. Dat slaat toch
nergens op! Met het Humanistisch Verbond werken wij al vanaf de oprichting in
1946 samen, maar op het terrein van de media moeten wij nu eenmaal zelfstandig
zijn. Daarvoor is onze boodschap te eigenzinnig. Trouwens, de humanisten hebben
een humanistische omroep, maar wij maken aanspraak op een atheďstische omroep,
en dat is in feite heel wat ŕnders! De verhoudingen
zijn in medialand helemaal zoek: een vergelijkbare godsdienstige omroep,
namelijk het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap, heeft er twee uren
televisie bij gekregen. Dat gunnen wij hen van harte. Maar wij smeken al jaren
om slechts één uurtje erbij en wat krijgen wij? Wij mogen opkrassen!
Wie verzint er toch zoiets? Is dat nou pluriformiteit, is dat nou
democratie?
Het spreekt vanzelf dat wij het er niet bij laten zitten. Dat
wordt ons trouwens ook van alle kanten aangeraden. Enerzijds zullen wij een
juridische procedure starten, maar anderzijds kunt ů ons de helpende hand
bieden, door namelijk massaal bij het Commissariaat voor de Media te
protesteren en daaraan tegelijkertijd zoveel mogelijk ruchtbaarheid te geven. U
kunt uw protesten richten aan het Commissariaat voor de Media.
Dit was naar wij vertrouwen nog lang niet de laatste uitzending
van de vrijdenkers. Wilt u zich bij hen aansluiten of wilt u nadere
inlichtingen, schrijf dan een kaartje naar… De Vrije Gedachte, Postbus 1087,
3000BB Rotterdam. Laat ons dan maar zeggen: tot de volgende keer!
"Vrijheid
van godsdienst is vijheid van wangedrag".
Veiligheid - De Islam - Vrijheid