Naar het begin en bladwijzers…
Abortus, abortus provocatus, abortus,bewustzijn, euthanasie, evolutie, godsdienst, het strafrecht, moraal, seksualiteit, zelfbewustzijn, zelfmoord, zelfbeschikking, zelfbeschikkingsrecht
Terug naar: de
Startpagina
Naar andere artikelen: Abortus, de christelijke praktijken ; geen god, wat
dan? ; Onvoorwaardelijk RECHT op ZELFDODING/MOORD nr.10 ; hoe zit het
nou met god? ; Godsdienst en Geloof ; God bestaat niet ; De verdedigers van de Godsdienst ; Evolutie of Creatie ; het
zelfbeschikkingsrecht. ; Een
korte schets van de “Menselijke Seksualiteit” ; De
verloedering van de seksualiteit ; Briefwisseling -Incest ; Het toenemend belang van het
Atheďsme ;
EVOLUTIE of CREATIE
; De fundamentele intolerantie van
de Godsdienst ; Bedreiging van het vrijdenken en
het atheďsme ; Toch nog een Theocratie- zie afl. 18 ; Ongewenst atheďsme- zie afl. 32 ; Een grens te ver (Israël) ; Verbieden van de
godsdienst..?-zie afl. 21 ; Discrimineert / onderdrukt de Westerse Cultuur..? zie
aflevering 60 / 61 ; Het zelfbeschikkingrecht ; Waarom is de Islam als godsdienst tegen de Westerse
Wereld ..? zie no. 27 ; De Islam ; Het staat in de Koran- zie aflevering 36 ; De heilige wet-De
Sjari’a ; Burqa, volg bladwijzer ; Kunnen moslims zich invoegen in
de Moderne cultuur..? – aflevering no. 37 ; Is er dan toch nog een GOD..? Hoe zit dat..?
; Individualisering ; Individualisering-Tomeloze verwarring-Collectieve krankzinnigheid_zie nr. 12 ; BRIEVEN AAN BELANGSTELLENDEN - Afl.
18
Bladwijzer(s): Volwassen worden Homofilie Potentieel menselijk leven Euthanasie/zelfmoord
Op zichzelf zou
men het verheugend kunnen noemen dat in dit land een niet materiele zaak als de
abortus zo gewichtig wordt bevonden dat er zelfs kabinetsformaties op stranden.
Men zou kunnen denken dat de zorg voor het zedelijk welzijn van de mens voor
onze bestuurders boven alles gaat en dat
het helaas slechts de verschillen van inzicht zijn die er toe leiden dat het
nog steeds niet tot een goede abortuswetgeving is gekomen. Wij zouden dan
begrip op kunnen brengen voor de gewetensstrijd waaronder enkele
hooggeplaatsten gebukt zeggen te gaan. Maar jammer genoeg gaat het niet om het
zedelijk welzijn van de mensen. Dat blijkt uit het feit dat men bekvecht om
iets dat in wezen helemaal geen publieke zaak is en dat dus zonder enig
voorbehoud uit de wetboeken geschrapt dient te worden. Zolang men inzake
abortus ook nog maar een reglement opstelt is men niet uit op zedelijk welzijn,
maar op dwingelandij en ziet men de mensen als onmondigen aan wie niet
toegestaan mag worden zelfstandig zedelijke beslissingen te nemen. In de praktijk
betekent dit dat elke politicus die niet zonder voorbehoud eist dat het begrip
“abortus provocatus”, radicaal uit onze wetboeken verdwijnt met andere dan
humane normen in zijn hoofd loopt. In dit artikel wil ik laten zien hoe het zit
met het begrip “abortus”, en daarbij zal dan tevens blijken dat de werkelijke
drijfveer bij het reglementeren van de abortus niet is het huichelachtige
“beschermen van het leven”, maar het minachten van het vrouwelijke, de
seksualiteit en tenslotte de vrouw.
Wij kunnen het begrip “abortus” niet verstaan zonder de
verhouding tussen de vrouw en haar kind te doorgronden. Als wij uitgaan van het
moment dat de vrouwelijke eicel met de mannelijke zaadcel versmolten is, en er
dus iets is ontstaan wat ik kortweg de “vrucht” zou willen noemen, dan kunnen
wij in principe een drietal onderscheidingen maken:
a) De “vrucht” en
de vrouw zijn één en daarbij is de vrucht de inhoud van de vrouw. Die “vrucht”
is wel van de vrouw te onderscheiden, maar hij is niet van haar af te scheiden.
Verbreken wij toch die eenheid zoals bij de abortus het geval is - dan gaat dat
ten koste van die vrucht. Want deze is geen op zichzelf staande zaak, hij is
inhoud van de vrouw, en als zodanig is hij op een andere wijze haar lichaam.
b) Het kind en dat is
de “vrucht” nadat de geboorte heeft plaatsgevonden - vormt met de vrouw een
eenheid. Het kind is niet meer in het lichaam van de vrouw, het is een op
zichzelf staand lichaam geworden. Maar het is niet zonder meer onafhankelijk
van de vrouw. Bij het “vormen” van een eenheid spelen meerdere grootheden een
rol, en die grootheden zijn, hoewel afhankelijk van elkaar, toch ook
zelfstandig ten opzichte van elkaar. Wij hebben nu te doen met de grootheden
“vrouw” en “kind”. Voor de laatste betekent deze afhankelijke zelfstandigheid:
een afnemend op een andere wijze de vrouw zijn, en dus een afnemende
afhankelijkheid, tegelijk met een toenemende feitelijke zelfstandigheid. Dit volwassen worden
betekent dat meer en meer het kind bezit wordt van zichzelf.
c) De “volwassene”
is volkomen bezit van zichzelf; hij heeft zich vrijgemaakt van de
afhankelijkheid van de vrouw uit wie hij is voortgekomen. Wij spreken nu over
“hij” omdat wij op de algemeenheid “de mens” doelen, welke algemeenheid in het
gangbare spraak- en denkgebruik nog steeds ten onrechte als mannelijk gesteld
wordt. In de praktijk geldt het bezit zijn van zichzelf natuurlijk voor zowel
de vrouw als de man.
Het zal duidelijk zijn dat wij inzake het vraagstuk van
de abortus alleen te maken hebben met het onder a) gestelde, maar alvorens
daarop dieper in te gaan moeten wij eerst iets anders bespreken, en wel:
Het “bezit zijn van zichzelf” geldt voor iedere
volwassene en dus heeft het ook te gelden voor zover er tussen volwassenen een
betrekking is. Dat wil zeggen dat de één voortdurend heeft te laten gelden dat
de ander onder alle omstandigheden bezit van zichzelf is, net zo goed als de
ander dat ten opzichte van de één heeft te laten gelden. Deze verhouding tussen
de volwassenen wordt geregeld in het recht. De juridische verhouding tussen de
mensen heeft tot nu toe een beschermend karakter omdat de mensen er nog steeds
niet in geslaagd zijn in te zien dat het vanzelf spreekt dat ieder mens bezit
is van zichzelf, zodat zij zich telkens weer aan elkaar vergrijpen. In ons
recht gaan wij er van uit dat de mensen elkaar een wolf zijn en daarom
beschermen wij onszelf en elkaar. Maar de tijd zal komen dat wij elkaar niet
meer behoeven te beschermen en dat wij positief kunnen laten gelden dat een
ieder bezit is van zichzelf. Dan heeft ook het recht zijn ware inhoud gekregen.
Voorzover ook voor het kind geldt dat het bezit is van zichzelf valt het onder
de rechtsverhouding. Dit betekent voor het kind dat het door niemand aangetast
mag worden: ook de moeder heeft hiertoe geen enkel recht. Maar wel kan zij - in
afnemende mate - over het kind beschikken, namelijk voor zover het kind op
andere wijze de vrouw is. Dit beschikken over het kind is echter geen
juridische kwestie omdat dit niet gegrond is in het zichzelf bezitten van het
kind. Het is een gezinskwestie waaraan gelukkig de meeste mensen wel beseffen
dat die buiten het terrein van het recht valt.
Als het gaat over de
“vrucht” zal het duidelijk zijn dat we nimmer met een juridische zaak te doen
kunnen hebben. Het bezit zijn van zichzelf is voor de vrucht uiteraard helemaal
niet van kracht terwijl het voor de vrouw bovendien zo is dat zijzelf en de
vrucht één zaak zijn, zodat er geen verhouding is tussen die twee die ruimte
laat voor het geldende “recht”. Dit betekent dat niemand ter wereld het recht
heeft om ook maar in de geringste mate aanspraak te maken op zeggenschap. Het
is een persoonlijke zaak van de vrouw en zij kan niet verplicht worden om
tegenover wie dan ook tekst en uitleg te geven. Er is zelfs geen morele
verplichting om deze zaken met vriend of echtgenoot te bespreken. Zij beslist
persoonlijk over het wel of niet krijgen van een kind en ook over het wel of
niet ondergaan van een abortus. Dat wetgevers en regeringen zich hiermee
bemoeien is een treurige zaak die nooit goedgepraat kan worden met een beroep
op “bescherming van het leven”. Het is trouwens niet alleen over de vrucht in
de moederschoot dat wij (want het zijn niet alleen de wetgevers) willen
bedisselen. Uit de hierboven gestelde gedachte dat de mens bezit is van
zichzelf volgt ook dat het buiten de rechtsbevoegdheid van andere mensen valt
om een mens te verbieden zelfmoord
te plegen of euthanasie
te laten toepassen of zichzelf doormiddel van een verslaving ten gronde te
richten. Het staat de mens vrij op welke wijze dan ook over zijn eigen leven te
beschikken. Hij behoeft daarover aan niemand verantwoording af te leggen. U
moet er wel op letten dat ik nu spreek over rechten die mensen ten opzichte van
elkaar zouden hebben. Maar mensen hebben geen rechten ten opzichte van elkaar:
er IS recht als alle mensen bezit zijn van zichzelf. Vanuit deze
situatie is het heel wel denkbaar, en zelfs niet te vermijden, dat mensen hun
eigen beslissingen met elkaar bespreken, maar juist dit met elkaar bespreken
kan pas dan werkelijk zinvol zijn als de grondsituatie is dat er recht is. Het
gaat nu evenwel niet om datgene dat mensen wel of niet met elkaar bespreken,
maar om het feit dat mensen menen rechten op andere mensen te hebben. En dat
hebben ze niet, of ze nu wetgevers zijn, regeerders of vrienden.
Abortus kan geen juridische kwestie zijn en nog minder een
politieke terwijl het al helemaal geen godsdienstige zaak kan zijn. Wij kunnen
slechts vragen naar een menselijke visie op de abortus. Want wij zijn er niet
mee klaar als wij uitgerekend hebben dat het een uitsluitend persoonlijke zaak
van de vrouw is. We kunnen ons immers nog afvragen of de vrouw die tot een
abortus besluit als mens eigenlijk wel deugt. Een ieder zal beamen dat je in
het algemeen kunt stellen dat men van het leven heeft af te blijven, dat het
leven als onaantastbaar heeft te gelden. Hoewel we het hier over eens zijn
moeten we ons toch wel afvragen: over welk leven spreken we nu eigenlijk? Want
wij doden planten en dieren om ons tot voedsel te dienen en niemand zal
hiertegen een moreel bezwaar inbrengen - afgezien van de vraag of het noodzakelijk
is hiervoor dieren te doden. Wij kunnen dus niet stellen dat wij van het leven
dienen af te blijven; gesteld kan slechts worden dat het menselijk leven ons
heilig dient te zijn. In het geval van de abortus is het dan ook niet de vraag
of het leven aangetast wordt, maar het is de vraag: wordt het menselijk leven
aangetast. Voor zover wij het leven van de vrucht binnen het lichaam van de
vrouw kunnen zien als potentieel menselijk leven, kunnen we heel idealistisch
zeggen: ja, het is menselijk leven. Maar desondanks is de praktijk dat dit
leven potentieel is en in een stadium verkeert dat nog niets menselijks heeft.
Ook het groeiende menselijke lichaam maakt stadia door, ongeveer overeenkomstig
de evolutie van de planten- en dierenwereld tot de mens. We kunnen dan ook de
volgende stadia onderscheiden:
a) De mens als
“plant”, waarbij het opmerkelijke het niet-beweeglijke is en het nog ontbreken van
bewustzijn. Dit laatste natuurlijk bedoeld in menselijke zin; wij zien nu af
van een mogelijk plantaardig bewustzijn.
b) De mens als
“dier”, en daarbij valt op dat het in beweging is. Bovendien is er nu te
spreken van een (dierlijk) bewustzijn.
c) De mens als
“kind”, waarbij wij opmerken dat er zich naast het bewustzijn ook een
zelfbewustzijn ontwikkelt.
d) De mens als “volwassene”,
die geacht wordt werkelijk zelfbewust te zijn en die in begin en beginsel kan
denken.
Aangezien een abortus plaats vindt voor de geboorte van
een kind komen voor onze beschouwing twee stadia in aanmerking, namelijk die
van de plant en die van het dier. Wat dit laatste stadium betreft, hier
bevinden wij ons op glad ijs, omdat dit stadium overgaat naar dat van het kind,
en wie zal ons zeggen wanneer die overgang plaats vindt. Zoals gebruikelijk met
“overgangen” is het nooit met zekerheid te zeggen wanneer het het één is en
wanneer het ander. En dus is abortus in een laat stadium een griezelige
aangelegenheid waaraan geen enkel weldenkend mens plezier zal beleven. Als
zoiets niet gebeurt vanwege ernstig levensgevaar van de moeder, ligt het echt
wel in de rede om van mensen die zoiets normaal zouden vinden geen hoge dunk te
hebben. Desondanks blijft het een zaak van de vrouw, al kunnen wij die moreel
afkeuren. Het zal intussen duidelijk zijn dat dit probleem niet optreedt in het
“plant” stadium. En over het algemeen kunnen wij zeggen dat de bezwaren tegen
abortus tot vrijwel nul teruglopen naarmate wij dichter bij het moment van de
bevruchting komen. Hoe meer de vrucht nog in een plantaardig stadium verkeert,
dus hoe vroeger de abortus plaats vindt, hoe beter het is. Dit gaat niet alleen
in morele zin op, maar ook in medische en vooral in psychische zin.
Wij leven in een maatschappij
waar abortus wordt afgekeurd; waarin de abortus zelfs wordt gerekend tot de
misdaden tegen het “leven”. En het is opmerkelijk dat zelfs diegenen die
abortus niet als een misdaad zien en die op grond daarvan de wet veranderd
willen hebben, toch nog de behoefte gevoelen een aantal belemmeringen tegen de
abortus op te werpen. Dit wordt doorgaans verpakt in de totaal overbodige eis
dat de ingreep “op medisch verantwoorde wijze” dient plaats te hebben, hetgeen
in de praktijk betekent dat er in laatste instantie voor de arts een weg open
ligt om nog te proberen iemand tot andere gedachten te brengen. Het “op medisch
verantwoorde wijze” is een zeer rekbaar begrip, vooral als we bedenken dat de
meeste mensen nog een heilig ontzag hebben voor de autoriteit die de dokter is.
In onze moderne tijd is er niemand die met een verwonding naar de barbier gaat,
zoals vroeger, en net zo min zal er één vrouw te vinden zijn die een louche
zeepsopspuitster verkiest boven een deskundige arts. De eis “op medisch verantwoorde
wijze” is een onzinnige eis omdat er iets geëist wordt dat voor iedereen
vanzelfsprekend is. De belemmeringen, opgeworpen tegen een vrije abortus,
dammen de abortuspraktijk niet in en leiden haar niet in goede banen, zoals de
moralisten ons voorhouden, maar maken haar juist tot een probleem. Dat de
laatste jaren de officieuze klinieken een overstelpende toevloed van “cliënten”
te verwerken hebben gekregen, duidt niet op een verwildering van de zeden, maar
is juist een bewijs voor het feit dat belemmeringen de zaak tot een probleem
maken. De heren van het CDA moesten eigenlijk eens beseffen dat zij beide,
leven en moraal, dienen door het abortusprobleem weg te nemen. Als men de
christelijke moralisten hoort spreken dan lijkt het er op dat zij ons willen
doen geloven dat er een “abortusfeest” losbreekt als de zaak uit het
strafrecht gehaald zou worden. Zo er iets is dat wijst op een lage dunk omtrent
de mensen, dan is het dit wel. Voor geen enkele vrouw kan een abortus een feest
zijn omdat er toch potentieel menselijk leven ontkend wordt, en ook
omdat de ingreep nu niet direct een pretje is.
En de gedachte dat abortus
als een “nabehoedsmiddel” zou gaan fungeren is al even absurd... maar als een
vrouw zo dom is om abortus toch als zodanig te zien, wel, dan is het nog haar
zaak. Het christelijk standpunt is niet alleen juridisch onjuist, en het is
niet alleen dom omdat het in de praktijk averechts werkt, maar het is ook nog
uitermate schijnheilig. Wie waagt het “het leven” hoog in het vaandel te
schrijven als het gaat om een leven dat nog geen menselijk leven is, terwijl
het werkelijke menselijke leven reeds vanuit de grondprincipes van de
godsdienst tot een farce wordt gemaakt? Het is de godsdienst die telkens weer
de aantasting van de mens met wijwater en zegen rechtvaardigt; het is de
godsdienst die altijd weer de kant van de tirannen en de gewelddadigen kiest en
het is de godsdienst die, als de vos de passie prekend, met zoete beloften de
mensen in horigheid brengt. Die horigheid gaat in de roomse godsdienst zelfs zo
ver dat de gelovigen gehouden zijn het Vaticaanse recht te eerbiedigen, ook als
dit in strijd is met de rechtsopvattingen van het land waartoe zij behoren. Mr.
Dr. J.C. de Meyere schreef hierover in “Het Vaderland” : wordt deze kerk
geacht een instelling van goddelijk recht te zijn. Uit haar goddelijk karakter
wordt afgeleid, dat de R.K. kerk over de objectieve waarheid beschikt en de
objectieve morele ordening opstelt. Hiernaar moeten alle wereldlijke overheden
zich richten. Geen wetten mogen gemaakt worden die hiermee in strijd zijn. Dat
betreft dan door de kerk te bepalen gebieden zoals huwelijk, opvoeding, abortus
provocatus. Het Kerkelijke Wetboek straft in canon 2350 met de zwaarste vorm
van excommunicatie al wie abortus provocatus veroorzaakt, de moeder zelf niet
uitgezonderd. Geen R.K. mag een wet volgen of begunstigen, die rechtstreeks
gewilde abortus toelaat. Ook de laatste vier pausen hebben in alle gevallen
abortus verboden, zelfs als het zeker is dat door nalaten daarvan de moeder zal
sterven. Alle onderdanen van de paus hebben hieraan te gehoorzamen, ongeacht
hun privé opvatting, want de Kerk beheerst de gewetens”. Het gedrijf van de
christenen om de abortus als misdaad te blijven zien berust niet alleen op de
wil om de mensen te onderwerpen aan het goddelijk recht. Het is bepaald niet
toevallig dat het geringeloor zich nu op de abortus richt : steeds gaat
het over zaken die met het vrouwelijke en de seksualiteit te maken hebben.
Bovendien zaken die op zichzelf elke mannelijke, autoritaire, dwang uitsluiten.
Deze zaken liggen op een terrein dat buiten de mannelijke wil tot beheersen en
ordenen valt. Niet alleen dat de man geen recht heeft beslissingen te nemen
inzake abortus. Hij heeft ook geen recht beslissingen te nemen inzake het
tegenovergestelde, de vraag of een vrouw al dan niet een kind wenst. Ook wat
betreft de seksualiteit is het een door onze mannelijke cultuur ingegeven
misvatting dat de man de gang van zaken zou bepalen. Iedere eerlijke minnaar
weet dat dit geenszins het geval is. Het zou in het bestek van dit artikel te
ver voeren hierop uitvoerig in te gaan, maar ik kan toch niet nalaten te
stellen dat wij bij het verzet van de christelijken tegen abortus, tegen vrije
seksualiteit, tegen geboortebeperking en tegen homofilie te doen hebben
met onmiskenbare uitingen van een aan het vrouwelijke vijandige cultuur. Dat
alle bovengenoemde zaken in het verleden in onze wetboeken zijn terechtgekomen
laat zich hieruit verklaren, maar het wordt nu de hoogste tijd om deze erfenis
van een walgelijk verleden eens radicaal op de mesthoop te smijten. Het wordt
de hoogste tijd om onze wetboeken - voor zover wij die nog nodig menen te
hebben - eens grondig te herzien in het licht van het ware recht van de mens:
bezit te zijn van ZICHZELF...
No. 79 - oktober 1977
Naar andere artikelen: Abortus, de christelijke praktijken ; geen god, wat
dan? ; Onvoorwaardelijk RECHT op
ZELFDODING/MOORD nr.10 ; hoe zit het nou
met god? ; Godsdienst en Geloof ; God bestaat niet ; De verdedigers van de Godsdienst ; Evolutie of Creatie ; het
zelfbeschikkingsrecht. ; Een
korte schets van de “Menselijke Seksualiteit” ; De
verloedering van de seksualiteit ; Briefwisseling -Incest ; Het toenemend belang van het
Atheďsme ;
EVOLUTIE of CREATIE
; De fundamentele intolerantie van
de Godsdienst ; Bedreiging van het vrijdenken en
het atheďsme ; Toch nog een Theocratie- zie afl. 18 ; Ongewenst atheďsme- zie afl. 32 ; Een grens te ver (Israël) ; Verbieden van de
godsdienst..?-zie afl. 21 ; Discrimineert / onderdrukt de Westerse Cultuur..? zie
aflevering 60 / 61 ; Het zelfbeschikkingrecht ; Waarom is de Islam als godsdienst tegen de Westerse
Wereld ..? zie no. 27 ; De Islam ; Het staat in de Koran- zie aflevering 36 ; De heilige wet-De
Sjari’a ; Burqa, volg bladwijzer ; Kunnen moslims zich invoegen in
de Moderne cultuur..? – aflevering no. 37 ; Is er dan toch nog een GOD..? Hoe zit dat..?
; Individualisering ; Individualisering-Tomeloze verwarring-Collectieve
krankzinnigheid_zie nr. 12 ; BRIEVEN
AAN BELANGSTELLENDEN - Afl. 18 ;
Bovenstaande tekst is
geschreven:
Door Jan Vis, creatief
filosoof.
Artikel werd geplaatst in de
uitgave "IN NIETS NEUTRAAL" van De Vrije Gedachte te
Rotterdam.(oktober-1977)
Aangezien de filosofie er
niet is voor enkele bevoorrechten, maar juist voor alle mensen, is het citeren
uit dit artikel zonder meer toegestaan.
Bronvermelding wordt echter
wel op prijs gesteld.
Terug naar: de
Startpagina
|