1985
Naar het begin en bladwijzers…
atheisme,autoritair,compromis,dialoog,fundamentalisme,fundamentalisten,gelijkhebbers,gelijkzoekers,godsdiensten,
het
gesprek,ieder het
zijne,joden,intolerantie,onverdraagzaam,respect,vooroordelen,waardeoordelen,waarheid,zelfbewustzijn.
Terug naar: de Startpagina
Bladwijzers: “de waarheid" over…
; Hoogmoed ; Politieke
debatten ; twee mensen die niet naar elkaar willen luisteren
; Karel van
het Reve ; Respect
hebben voor de mening van anderen ; Mild ; Onverdraagzaam
; Vietnam ; Het zou allemaal een stuk
gezelliger ; Gekwetst ; Het gelijk van
de godsdienst ; Het gelijk willen hebben ;
Naar andere artikelen: Conditionering ; Robot
denken ; Op de vlucht voor je eigen
denken ; Eenzaamheid en onvrijheid
; Het toenemend belang van het Atheďsme ; Geen God wat dan ; Godsdienst en Geloof
; Evolutie of Creatie ; De fundamentele intolerantie van de Godsdienst
; God bestaat niet ; Bedreiging van het
vrijdenken en het atheďsme ; De verdedigers van de Godsdienst ; Waarom is de Islam als godsdienst tegen de Westerse
Wereld..? zie no. 27. ; Toch nog een Theocratie- zie afl. 18 ; Ongewenst atheďsme- zie afl. 32 ; Verbieden van de godsdienst..?-zie afl. 21
; Hoe zit het
nou met god ; Discrimineert / onderdrukt de Westerse Cultuur..? zie
aflevering 60 / 61 ; Waarom is de Islam als godsdienst tegen de Westerse
Wereld ..? zie no. 27 ; De Islam ; Het staat in
de Koran- zie aflevering 36 ; De heilige wet-De Sjari’a
; Burqa, volg bladwijzer ; Nihilisme ; De
ontwikkeling van het denken ; De Vrede ; Conditionering en De
ontwikkeling van de West Europese Cultuur(zie links: te erg/te veel en
dubbelhartigheid ) ; Behoort Israël tot de Westerse Cultuur- zie aflevering 60…-onderdrukking van de Palestijnen, ; Kunnen Moslims zich invoegen in de Moderne cultuur..? – aflevering no. 37, ; Terrorisme / Taliban ; Hoe zit het nou
met Jahweh, God en Allah ; Een
korte schets van de menselijke sexualiteit
; ● Cultuurfilosofische Opmerkingen-o.a. Verveling,
verlies van houvast, Islam’s succes
"De
ongelooflijke slechtheid van het opperwezen" is de titel van een essay,
geschreven door Karel van
het Reve en verschenen in de serie "Het verschijnsel
godsdienst" van NRC Handelsblad d.d. 20 juli 1985. Dit essay heeft een
heleboel emoties losgemaakt omdat de schrijver een volstrekt ongelovig
standpunt inneemt en van daaruit constateert dat “de god van joden en
christenen alleen zijn evenknie (vindt) in figuren van het soort Idi Amin: hij wil voortdurend
opgehemeld worden en hij haalt voortdurend gruwelijke schurkenstreken
uit". Dat zijn inderdaad niet mis te verstane uitspraken. Het toeval wil
dat onze TV uitzending van 14 september a.s. een welbewuste aanval inhoudt op
de godsdienstige praktijken en de daaraan ten grondslag liggende denkbeelden.
Ongetwijfeld zal een aantal mensen zich hieraan stoten en daaronder zullen ook
vrijdenkers zijn. Moeten wij respect hebben voor de mening van anderen ? En als
wij dat niet hebben, zijn wij dan onverdraagzaam,
eigenwijs en autoritair ?
De werkelijkheid waarvan de mensen zich
bewust zijn is net zo gevarieerd als de mensen zelf. Er zijn dus net zoveel
werkelijkheden als er mensen zijn. Maar, dat zijn allemaal zelfbewuste
werkelijkheden waarvan het nog maar de vraag is in hoeverre die met de
feitelijke werkelijkheid overeenstemmen. Omdat die vraag er ligt én omdat het
een zaak is van ons zelfbewustzijn, die wij door middel van ons denken
formuleren, onder woorden brengen, kan het niet anders dan dat de mens
aangewezen is op de dialoog, het tweegesprek met zichzelf en met andere mensen.
In die dialoog wordt steeds een antwoord gezocht op de vraag: hoe zit
het nu eigenlijk ? De mensen praten met elkaar over de meest wezenloze
dingen, maar desondanks kan men opmerken dat zij steevast in dat gepraat een
soort "waarheid"
zoeken. Het mag dan “de waarheid" over de prijs van de koffie zijn,
of “de waarheid" over de politiek van de russen, maar voortdurend zoekt
men iets. Je kunt rustig stellen dat de dialoog, het gesprek al of niet met
anderen - de weg is waarlangs men langzaam maar zeker tot een bepaald weten
komt. “Een weten" desnoods dat, vanuit een aantal ingeburgerde
waardeoordelen, niet veel om het lijf heeft, maar dat toch voor de mens als
"weten" gaat gelden. Als we dit in aanmerking nemen kunnen we stellen
dat het respect voor elkaars mening niet alleen redelijk is, maar zelfs
noodzakelijk om met elkaar in gesprek te blijven en op de lange duur wat wijzer
te worden. Het bij voorbaat veroordelen van andermans mening staat gelijk met
het onmogelijk maken van het gesprek en dus ook van het door denken over de
zaak waarom het gaat. Maar:
het respect- hebben behoeft in geen geval betrekking te hebben op de
inhoud van iemands mening. Dat is geheel afhankelijk van het feit dat iemands
mening ook nog in ons weerklank moet vinden. Soms heb je een groot respect voor
iemands mening, vaak heb je dat helemaal niet en dan kan hét je overkomen dat
je tenslotte geen zinnig gesprek meer met elkaar kan voeren. Ik zou dus van het
respect hebben voor elkaars mening het volgende willen zeggen: respect
hebben voor het feit dat iemand een mening heeft zou vanzelfsprekend moeten
zijn, maar respect hebben voor de inhoud van iemands mening spreekt helemaal
niet vanzelf, dat is maar net hoe het valt.
Als de dialoog inderdaad de weg is
waarlangs we de dingen aan de weet komen, dan volgt daaruit dat het voor de
menselijke ontwikkeling noodzakelijk is dat de mensen hun "weten" ter
discussie stellen. Het bespreekbaar zijn van zaken is dan een eis, die je
zonder meer in alle redelijkheid kunt stellen en zelfs moet stellen. Ook al
weet ik voor mezelf iets nog zo zeker, ter discussie moet het blijven staan.
Gewoonlijk wordt dit door de mensen ervaren als onzekerheid, als een
voortdurend in twijfel verkeren, afhankelijk zijn en geen raad weten. Maar dat
komt omdat we opgegroeid zijn in en geconditioneerd door een cultuur die de
pretentie heeft de werkelijkheid te kunnen begrijpen als een vaststaand stelsel
van zekerheden. Binnen die cultuur is de zekerheid van eminent belang, zonder
dat is alles waardeloos en niet de moeite waard. Het in alles doorwerken van
die hang naar zekerheid maakt het de mensen onmogelijk een juist inzicht te
krijgen in de verhouding tussen zekerheid en onzekerheid en daardoor vinden zij
het maar matig als je je "weten" telkens weer nadrukkelijk ter
discussie stelt. Zij hebben er veel meer begrip voor als je met alle middelen
probeert de juistheid van je "weten" te bewijzen met behulp van een
zo groot mogelijke hoeveelheid zogenaamde feiten, "hardmaken" noemen
we dat tegenwoordig. Op grond van de hierboven genoemde hang naar zekerheid
zijn wij in een wereld beland waarin in principe niets meer ter discussie
staat, een wereld vol van zekerheden die allemaal hoog gewaardeerd worden,
terwijl tegelijk de onzekerheid als een zwakte wordt beschouwd. Maar de
onzekerheid behoort nu net wel tot de meest fundamentele kwaliteiten van de
werkelijkheid. En als zodanig zou ze juist positief beoordeeld moeten worden.
De werkelijkheid is immers een en al beweging, voortdurende verandering en
vernieuwing ! De werkelijkheid kan onmogelijk in zekerheden gevat worden. Zij
is beweging en dat feit laten wij gelden als wij met hart en ziel bereid zijn
ons "weten" steeds weer opnieuw ter discussie te stellen. Dat is geen
bewijs van zwakte en twijfel, maar juist een teken van sterkte en begrip van de
werkelijke situatie van de mensen in de kosmos.
Mensen, die afhankelijk zijn van
zekerheden, willen altijd gelijk hebben. Daardoor kunnen
zij het niet laten aan anderen hun zekerheden op te dringen; zij willen anderen
overtuigen van hun gelijk en zij worden kwaad als dit bij gelegenheid
niet zo goed wil lukken. In feite zijn zij totaal niet in staat een gesprek te
voeren en datgene dat zij zo fraai “een dialoog" of “een discussie"
noemen is in wezen niets anders dan een soort van twistgesprek dat desnoods terwille van de redelijkheid in een mooi en beschaafd jasje
gestoken wordt. Bij politieke debatten bijvoorbeeld kun
je opmerken dat de politici helemaal niet naar elkaar luisteren, zich niet op
een idee wensen te laten brengen en uitsluitend reageren op
"trefwoorden" in het betoog van de ander. Daardoor ontstaan er
telkens ruzies over de vraag of iemand al of niet iets bepaalds gezegd heeft,
terwijl over de inhoud van het gezegde niet verder nagedacht wordt. Het
hooggewaardeerde "compromis", dat men, naar het schijnt, nu eenmaal
in de politiek sluiten moet, is in feite niets anders dan een wapenstilstand
tussen twee vechtenden, die ondanks die wapenstilstand toch elkaars vijanden
zullen blijven. “Het compromis" is het gevolg van een botsing tussen twee
mensen die niet naar elkaar willen luisteren, geen gesprek willen voeren
omdat zij eigenlijk gelijk willen krijgen. Maar iemand die in de gaten heeft
hoe het zit met de werkelijkheid wil geen gelijk hebben. Zo iemand wil met de
ander over de zaak nadenken en gezamenlijk proberen er enige klaarheid in
te krijgen. Als dat niet mogelijk is - en dat is in onze cultuur bijna altijd
het geval - blijft er niets anders over dan zwijgen of aantasten. Dat laatste
klinkt weliswaar niet zo erg vredelievend maar je komt, temidden
van de gelijkzoekers, nu eenmaal telkens voor
situaties te staan waarin zwijgen een misdaad zou zijn, zowel tegenover jezelf aIs tegenover de anderen. Je moet je dan wel laten horen en
omdat niemand wil luisteren worden je uitspraken en gedragingen een aanval, in
de hoop nog iemand wakker te schudden, tot luisteren en een werkelijk gesprek
te bewegen. De gelijkzoekers kunnen, als zij het te
bont gaan maken, alleen nog maar aan de kaak gesteld worden zodat hun
geborneerdheid althans nog aan enkele mensen duidelijk wordt. Een weldenkend
mens zit er niet op te wachten om tot de aanval over te gaan. Een weldenkend
mens verlangt naar het gesprek en daarom kun je hem niet van agressiviteit of
intolerantie beschuldigen als hij in laatste instantie tot de aanval overgaat.
Bovendien is die aanval niet bedoeld om gelijk te krijgen, maar om de zaak los
te maken en toegankelijk voor de dialoog. Dat is heel iets anders dan het
onderlinge getwist van de gelijkzoekers.
De godsdiensten bieden de mensen de meest
starre zekerheden die denkbaar zijn. Het is waar dat de traditionele
wetenschappen ook zekerheden bieden, zodat zij maatschappelijk vaak als
godsdiensten functioneren, maar toch behoort het tot het wezen van de wetenschappen
om zichzelf voortdurend te corrigeren en tot nieuwe inzichten te komen. De
godsdiensten echter corrigeren zichzelf nooit en de ontwikkeling naar diepere
inzichten is ten enenmale uitgesloten, omdat dit (overigens terecht) beschouwd
wordt als een gevaar voor het godsdienstige stelsel. Sterker nog: steeds doet
zich het verschijnsel voor dat godsdienstigen terug
willen naar oude waarden en normen en daarbij een ieder met moderne opvattingen
verketteren. Het telkens weer opduikende "fundamentalisme" is een
kenmerk van alle godsdiensten; in tegenstelling tot wat velen menen is het geen
incidentele terugval naar het oude en oorspronkelijke, maar een continu
streven, terwille van het behoud van de godsdienst.
Zou dat streven er niet zijn, de godsdiensten waren al lang vervluchtigd tot
atheďsme. Ik ben trouwens van mening dat dit "onder de oppervlakte",
en dus zo dat de meeste mensen zich er nauwelijks van bewust zijn, toch wel
gebeurd is en dat dit de verklaring is voor het feit dat de herleefde
godsdienstige stromingen een zo ontstellend banale geestelijke inhoud hebben.
Die inhoud gaat amper verder dan wat dwingende voorschriften voor het leven van
mensen die weinig anders in hun hoofd hebben dan de tegenwoordig gebruikelijke
mode-conditioneringen. Daarvan geven de Amerikaanse godsdiensten een duidelijk
bewijs: de aanhangers van “de elektronische kerken" behoren tot het
gemiddelde Amerikaanse "dollarpubliek", vol van vooroordelen en met
een heilige eerbied voor de keiharde economische succes formule. Bovendien een
publiek dat alle kenmerken van een heersersfrustratie vertoont, zoals de
behoefte “de eer" van het land hoog te houden, het traumatiseren van een
geleden nederlaag (Vietnam), het
zichzelf verheffen tot het uitverkoren volk en een sentimentele liefde voor het
eigen land (America the beautiful).
En op die oppervlakkige mensen maakt het banale gebruik van een godsdienstige
kretologie diepe indruk. Met een overtuiging, laat staan een inzicht in de
werkelijkheid, heeft dit alles niets te maken. Niet alleen aan het gedoe van de
Amerikanen blijkt de leegheid van de godsdienstige uitingen, ook bij ons valt
een "modetrend" waar te nemen om bij een kerk te behoren. Ik ken
verschillende mensen die rooms zijn geworden om niet uit de toon te vallen in
bepaalde intellectuele en artistieke kringen. Alsof de godsdienst een jasje is
dat je aan en uit kunt trekken, of eigenlijk: de godsdienst is inderdaad
een jasje dat aan en uitgetrokken kan worden, juist omdat er in feite
nauwelijks meer geloof is. Ondergronds heeft zich de ontwikkeling naar atheisme doorgezet. Bijgevolg treden de fundamentalisten
verbetener op dan ooit. Vaak heb ik het gevoel dat deze mensen doortrokken zijn
van haat tegen hun andersdenkende medemensen als zij je op straat aanklampen en
fanatiek toesissen: "god bless you, meneer !". Een ramp zou het zijn als deze mensen
het nog meer voor het zeggen zouden krijgen dan nu reeds het geval is bij
frustraten als Ronald Reagan en zijn godsdienstige trawanten. Met gelijkhebbers valt niet te praten, de dialoog, die
voorwaarde is voor elke vooruitgang in het denken, is bij voorbaat uitgesloten.
Netzomin als het je gelukt een rijdende tram tegen
houden, gelukt het je met de godsdienstigen tot een
redelijk gesprek over hun geloof te komen. Het is daarom naďef om te menen dat
het mogelijk zou zijn om op voet van gelijkheid met elkaar om te gaan. Steeds
weer zal de godsdienstige, in de zekerheid van het "Gott
mit uns", proberen je
zijn wil op te leggen met het argument dat het godswil zou zijn. En tegenover
deze tirannieke gesteldheid is niets anders te stellen dan geen respect
hebben en belachelijk maken. Dat is vaak onvriendelijk naar een aantal
aardige en goedwillende godsdienstige mensen toe, maar ik zie geen andere
mogelijkheid. Het zou allemaal een stuk
gezelliger liggen als er aan godsdienstigheid geen machtswil
mee zou komen, maar dat is nu eenmaal wel het geval. De wil van god is onder
alle omstandigheden een "hogere" wil en hij kan dus nimmer buiten het
machtsbegrip vallen. De eerste niet-machtzoekende
godsdienstige moet nog geboren worden. Inderdaad komen zij zo af en toe met een
vriendelijke, menslievende, macht vol goede bedoelingen, maar macht is het
toch. Dat zou pas kunnen verdwijnen als zij zich niet meer op “het hogere"
beriepen.
Omdat de godsdiensten gebaseerd zijn op
zekerheden en daardoor onvermijdelijk het gelijk aan hun kant hebben is het in
principe onmogelijk dat zij tolerant zijn. Een andere opvatting over de
werkelijkheid, of een afwijkende opvatting, is per definitie verwerpelijk en
degene die zo'n opvatting huldigt is een beklagenswaardige zondaar die dreigt
verloren te gaan als hem geen hulp geboden wordt. Men kan zich best indenken
dat hij verleid is tot de slechte weg en men heeft daarom deernis met hem. Met
liefderijke zorgen wordt hij vervolgens omringd in de hoop hem van zijn
dwalingen te genezen. En de godsdienstige is er heilig van overtuigd dat hij
een grenzeloze en onvoorwaardelijke tolerantie ten toon spreidt. Maar als wij
dit begrip “tolerantie” eens nader bekijken, dan blijkt dat het gaat over de
medelijdend neerbuigende gesteldheid van de hoogmoed, over iets wat ik
graag “de leger des heils gesteldheid" noem. Men is er alleen maar op uit
het verdwaalde schaap te redden en dat ook nog terwille
van de eigen bevrediging. Van enige ruimte voor de opvattingen van dat
verdwaalde schaap is hoegenaamd geen sprake, laat staan van de bereidheid om
een dialoog aan te gaan. De godsdienstige tolerantie gaat niet verder dan het
besef dat je iemand niet zonder meer kunt laten vallen als hij van het rechte
pad afgedwaald is en dat hij er recht op heeft geholpen te worden. Met echte
tolerantie heeft dit alles natuurlijk niets te maken en dat blijkt dan ook
overduidelijk als een ongelovig mens eens ongezouten van zijn eigen opvattingen
getuigt, zoals Karel van
het Reve deed. Dan is plotseling Leiden in last, dan worden er
godsdienstige gevoelens gekwetst, dan
wordt de ongelovige intolerantie verweten, hij heeft geen eerbied betoond voor
de geloofsovertuiging van de ander. Er worden zelfs vragen gesteld in de Kamer.
" of dit nu zo maar straffeloos kan
en wat de minister denkt er aan te zullen doen". Dat de ongelovige
dagelijks overspoeld wordt met opdringerig godsdienstig gepreek via de media,
dat je aan je huisdeur en op de hoeken van de straten voortdurend lastig
gevallen wordt door godderige fanatici die zelfs niet
schromen je " de aids" toe te wensen als je van hun gedoe niet
gediend bent, dat alles behoort tot "het goede recht" van de godsdienstigen en geeft geen aanleiding tot vragen in de
Kamer. Bovendien, de geschiedenis laat tot op de dag van vandaag zien dat het
als regel de godsdienstige mensen zijn die de anderen het leven zuur maken.
Ik denk niet dat het nodig is aan
vrijdenkers voorbeelden hiervan te geven. De geschiedenis van het vrijdenken
staat bol van de slechte ervaringen met de godsdienstigen
en de kwalen, die in de loop der tijd de vrijdenkers zijn toegewenst, zijn
ruimschoots voldoende om de gehele bevolking bedlegerig te maken. Aan gebroken
botten, uitgestoken ogen, verkrachte vrouwen en kinderen en eeuwig schroeien in
het hellevuur is bepaald geen gebrek. De ergste nazigruwelen zijn nog te mild
voor de vrijdenkers en deze vriendelijke wensen doet men ons nog bijna
dagelijks toekomen ! Ik vind dan ook dat niemand aan boord moet komen met
"je redelijk opstellen", het "goede voorbeeld geven" en wat
dies meer zij, want het wordt hoog tijd dat de ongelovigen eens wat vierkanter
tegenover de godsdienstige dwingelandij gaan staan.
Tot slot nog enkele aardige citaten uit
het essay van Karel van
het Reve. Hij haalt de veelgehoorde bewering aan, dat godsdienst samen
zou hangen met een gebrek aan kennis van de natuurwetten (welke bewering door
mij altijd bestreden is) en dan zegt hij : "zelfs de primitiefste Papoea
kent verscheidene natuurwetten, zoals dat je nat wordt als je in de regen loopt
of dat een steen verder vliegt naarmate je hem met meer kracht wegslingert.
Omgekeerd is er geen natuurkundige die kan verklaren waarom een boek (om het
even welk boek: de bijbel, Marx, een boek over Nieuw-Guinea), over de rand van
mijn schrijftafel geschoven, op de grond dondert. Ik heb geen flauw idee wat
onweer eigenlijk is. Toch ben ik niet godsdienstig. Menig gelovige weet meer
van de natuurwetten af dan ik". Inderdaad, de doorbraak van de
wetenschappen heeft niet geleid tot een massale geloofsafval. De gelovigen zijn
gewoon mee gaan doen met de wetenschappelijke ontwikkeling. Hun verbazing over
de natuurfenomenen heeft zich niet gericht op de natuur zelf, maar op “de
wonderbare werken gods". Enige jaren geleden
wist een filosoof, die zich had toegelegd op het hersenonderzoek, te melden dat
de menselijke hersenen het bewijs leverden dat de wereld en de mensen door god
geschapen moesten zijn omdat zij zo intelligent in elkaar steken . Dat noemt
zich filosoof! En een ander deelde in een diepzinnige bui mee dat het geloof
buiten het denken zou vallen - een waarheid als een koe, die elke dag weer door
de dominees en priesters duidelijk gemaakt wordt. Het enige dat de wetenschap
ten aanzien van de godsdienst bereikt heeft is dit, dat zij een aantal
godsdienstige uitspraken ontzenuwd heeft. Maar dat tast de godsdienstigheid op
zich niet aan. Het toegenomen al of niet bewuste atheďsme komt niet voort uit
de wetenschap als zodanig, maar uit de geleidelijk toegenomen helderheid van
het denken zélf. Dat denken beslaat een
veel breder terrein dan dat van de wetenschap - het omvat het gehele menselijke
zelfbewustzijn. En met de toenemende helderheid daarvan vervluchtigt het
geloof, terwijl de godsdienst, als intellectuele formulering van het geloof,
doorgaans nog lange tijd in stand gehouden wordt, uiteraard met een steeds
banalere inhoud. Karel van
het Reve zegt dan ook: "Het vervelendst is wanneer je via radio of
televisie ongevraagd aan een stukje godsdienstoefening wordt onderworpen of aan
een ochtend- of avondoverdenking van een dominee of pastoor of van een leek die
ook een duit in het zakje wil doen. Ik wil graag aannemen dat het aantal brave
lieden onder hen even groot is als onder de rest van de bevolking, maar kijkend
en luisterend krijg je een indruk van grote huichelarij, een huichelarij die
groeit naarmate de prediker moderner en vrijzinniger is. Je denkt onontkoombaar:
die man staat ons te bedonderen. Hij beweert dingen die hij zelf niet gelooft.
Nochtans beweert hij ze. Waarom ? Omdat hij ervoor betaald wordt ? Dat kan
haast niet de enige reden zijn. Als ik god was en ik hoorde de verschrikkelijke
toon die zij tegen mij durven aanslaan, dan zou ik ze met mijn bliksem
neervellen, iedere zondag weer, tot zij hun mond hielden".
Bovenstaande
tekst is geschreven:
Door
Jan Vis, filosoof.
Terug naar: de Startpagina
Bladwijzers: “de waarheid" over…
; Hoogmoed ; Politieke
debatten ; twee mensen die niet naar elkaar willen luisteren
; Karel van het Reve ; Respect hebben voor de mening van
anderen ; Mild
; Onverdraagzaam
; Vietnam ; Het zou allemaal een stuk
gezelliger ; Gekwetst ; Het gelijk van
de godsdienst ; Het gelijk willen hebben ;
Naar andere artikelen: Conditionering ; Robot
denken ; Op de vlucht voor je eigen
denken ; Eenzaamheid en onvrijheid
; Het toenemend belang van het Atheďsme ; Geen God wat dan ; Godsdienst en Geloof
; Evolutie of Creatie ; De fundamentele intolerantie van de Godsdienst
; God bestaat niet ; Bedreiging van het
vrijdenken en het atheďsme ; De verdedigers van de Godsdienst ; Waarom is de Islam als godsdienst tegen de Westerse
Wereld..? zie no. 27. ; Toch nog een Theocratie- zie afl. 18 ; Ongewenst atheďsme- zie afl. 32 ; Verbieden van de godsdienst..?-zie afl. 21
; Hoe zit het
nou met god ; Discrimineert / onderdrukt de Westerse Cultuur..? zie
aflevering 60 / 61 ; Waarom is de Islam als godsdienst tegen de Westerse
Wereld ..? zie no. 27 ; De Islam ; Het staat in
de Koran- zie aflevering 36 ; De heilige wet-De Sjari’a
; Burqa, volg bladwijzer ; Nihilisme ; De
ontwikkeling van het denken ; De Vrede ; Conditionering en De
ontwikkeling van de West Europese Cultuur(zie links: te erg/te veel en
dubbelhartigheid ) ; Behoort Israël tot de Westerse Cultuur- zie aflevering 60…-onderdrukking van de Palestijnen, ; Kunnen Moslims zich invoegen in de Moderne cultuur..? – aflevering no. 37, ; Terrorisme / Taliban ; Hoe zit het nou
met Jahweh, God en Allah ; Een
korte schets van de menselijke sexualiteit
; ● Cultuurfilosofische Opmerkingen-o.a. Verveling,
verlies van houvast, Islam’s succes
Pagina's
zijn door mij uit het tijdschrift van De Vrije Gedachte-(proefnummer)
overgenomen.
Aangezien
de filosofie er niet is voor enkele bevoorrechten maar juist voor alle mensen,
is het citeren uit mijn werk zonder meer
toegestaan. Wel echter zou ik het op prijs stellen dat het citeren vergezeld
gaat van een duidelijke bronvermelding! (Jan Vis)
|