1987
denken,eigenwaarde,meerwaarde,minderwaarden,nihilisme,nihilist,normen,ontwaarding,ontwaarding,verdraagzaamheid,
verspilling,waardenstelsel,waardeoordeel,zelfbewustzijn.
Terug naar de : Startpagina
Naar andere artikelen: Kunnen moslims zich invoegen in de Moderne cultuur..? – aflevering no. 37, ; Abortus, de christelijke
praktijken ; Godsdienst en Geloof ; God bestaat niet ; De verdedigers van de Godsdienst ; Evolutie of Creatie ; Nihilisme ; het zelfbeschikkingsrecht. ; Een korte schets van de
“Menselijke Seksualiteit” ; Nihilisme, zie 01 ; De verloedering van de
seksualiteit ; Briefwisseling -Incest ; Het toenemend belang van het
Atheďsme ; De fundamentele intolerantie van
de Godsdienst ; Bedreiging van het vrijdenken en
het atheďsme ; Waarom is de Islam als godsdienst tegen de Westerse
Wereld..? zie no. 27. ; Toch nog een Theocratie- zie afl. 18 ; Ongewenst atheďsme- zie afl. 32 ; Een grens te ver (Israël) ; Verbieden van de godsdienst..?-zie afl. 21 ; Discrimineert / onderdrukt de Westerse Cultuur..? zie
aflevering 60 / 61 ; Waarom is de Islam als godsdienst tegen de Westerse
Wereld ..? zie no. 27 ; De Islam ; Het staat in de Koran- zie aflevering 36 ; De heilige wet-De Sjari’a ; Burqa, volg bladwijzer ; Kunnen moslims zich invoegen in de Moderne cultuur..? –
aflevering no. 37 ; Het zelfbeschikkingrecht ; Is er dan toch nog een GOD..? Hoe zit dat..? ; Individualisering ; Individualisering-Tomeloze verwarring-Collectieve krankzinnigheid_zie nr. 12 ; De Islam is met
groot succes in opmars.-afl.18 ; Waar gaat het in de mensheid nu wezenlijk
om..? ; Een dodelijke oorlogsverklaring aan de mens-afl.65 ; Geen GOD, wat dan..! ; Hoe zit het nou met God,
Allah, Jahweh, Religies, etc. ; Bestaat GOD toch..? ; Jodendom en het Christendom hebben een
heldere intuďtieve basis, die teruggaat tot diep in de grijze oudheid. Hoe zit
dat met de Islam..?-zie nr. 64 ; AGRESSIE
; Hoe herstel je “ HET GEZAG ” ; GEMOEDELIJKHEID/vriendelijkheid -zie A-afl.22 , B -De Filosoof en de
Politiek en C -scroll naar 54 en 59 ; Nihilisme en Anarchisme als basis
van het Atheďsme ; Discussie over Atheďsme - zie nr. 20 ; Moskeeën; de
Islam is met groot succes in opmars-zie afl.18 ;
Bladwijzer(s): menselijke
waardigheid ; Gelijkheid
; eigenwaarde-1
; Meerwaarde/eigenwaarde eigenwaarde-2 ; Homofiel
; BETEKENIS ; Persoonlijkheid
; Verdraagzaamheid
; China ; Verschillig
; Overtuiging
; WAARDELOOSHEID ;
Over het nihilisme doen
de meest wilde verhalen de ronde. Dat gaat zo ver dat je zelfs in gedegen
wetenschappelijke studies de sporen daarvan terug kan vinden en het valt je
daarbij op dat men zich nauwelijks afvraagt wat nihilisme nu eigenlijk zou
kunnen betekenen. Doorgaans beperkt men zich tot een historisch overzicht van
het verschijnsel nihilisme en men zet dan de verschillende inhouden van het
nihilisme op een rijtje. Dat blijken steeds negatieve zaken te zijn.
Laat ik de gebruikelijke opvatting als volgt omschrijven:
een nihilist is iemand die alles wat ik als een overtuiging erken afwijs. Het gaat dus niet om een andere overtuiging, want dat kan ik desnoods best
wel accepteren, neen, het gaat er om dat iemand in mijn ogen helemaal geen
enkele overtuiging heeft. Zo wordt
een vrijdenker vaak een nihilist genoemd voor zover hij de gangbare
godsdienstige levensovertuigingen
niet wenst te aanvaarden: hij gelooft in god noch gebod en hij leeft er maar op
los! Het woord “nihilist” is in dit verband bedoeld als een scheldwoord, maar
de vrijdenker zou het als een erenaam kunnen opvatten, een soort van
“geuzennaam”.
Toch
houdt het begrip “nihilisme” meer in dan alleen maar het afwijzen van overtuigingen. Als het uitsluitend
hierom ging zou men niet zo hysterisch op het nihilisme reageren. Zelfs in
kringen waarin men zich beroemt op redelijkheid en verdraagzaamheid slaan onmiddellijk de
stoppen door als je iets goeds zegt van het nihilisme!
Blijkbaar steekt er wat meer achter, iets waarvan men
zich niet zo erg bewust is. Een gevoel dat op gaat spelen omdat er iets
essentieels in gevaar komt. Wat zou dat kunnen zijn? Welnu, waarom het
eigenlijk gaat bij het nihilisme is de ontwaarding. Niet het afwijzen van een overtuiging op zich is zo schokkend,
maar het ontkennen van de waarde ervan. Als nihilist hecht je nergens waarde
aan omdat je inziet dat er niets uit de samenhang van de werkelijkheid gelicht
kan worden dat waardevoller is dan iets anders. En dat is het nu juist, dat
voor de meeste mensen zo griezelig is. Bouwen zij niet hun gehele persoonlijkheid op met behulp van een besef van eigenwaarde,
ja zelfs van eigen meerwaarde ten opzichte van de andere mensen? En is niet ons gehele ethische,
maatschappelijke, politieke en economische stelsel gebaseerd op de meerwaarde
van de een ten opzichte van de ander en dus ook op de competitie en naijver tussen de mensen, alle mooie woorden over “gelijkheid” ten spijt?
Onze waardenstelsels berusten op de analyse, het uit
elkaar halen van de werkelijkheid en het vervolgens vergelijken van het ene
onderdeel met het andere. Bij die vergelijking zijn onze eigen belangen de
maat. Op grond van die belangen hechten wij- letterlijk - waarde aan bepaalde
dingen en mensen en aan andere niet. Dat geldt ook voor de overtuigingen, de zogenaamde geestelijke zaken, de idealen, want
ook die vormen wij vanuit ons eigen belang. Weliswaar beweren wij in dat geval
dat het ons om het belang van de mensheid gaat, maar intussen zijn wij het toch
zelf die bepalen wat het belang van de mensheid is. Het is voor ons belangrijk
dat het goed komt met de mensheid, maar voor dat goede leggen wij onze eigen
normen aan.
Het goede is voor een godsdienstige iets anders dan voor
een vrijdenker. Dus wordt het waarde hechten aan bepaald door onze eigen geest,
waarin wij ons een voorstelling maken van de werkelijkheid, zoals die volgens
ons zou moeten en kunnen zijn. Het is echter de vraag of de werkelijkheid is
zoals wij ons haar voorstellen.
In feite betreft onze voorstelling een verbroken
werkelijkheid, een werkelijkheid die uit elkaar geplozen is en waaruit door ons
bepaalde dingen naar voren zijn gehaald. Dingen waar het om zou gaan, dingen
die de maat zouden zijn voor de natuur en de mensen. Maar dergelijke unieke
dingen bestaan helemaal niet, wij verbeelden ons dat alleen maar, voornamelijk
omdat men het ons ingeprent heeft. Welk orgaan in je eigen lichaam is het
belangrijkste? Kan je er één orgaan uitlichten en stellen dat dat het belangrijkste
is? Dat kan immers niet! In je lijf hangt alles met alles samen. Zelfs iets
ogenschijnlijk onbenulligs als je blindedarm kan eigenlijk niet gemist worden,
ook al overleef je de verwijdering daarvan best wel. Je zogenaamde geest, die
volgens de meeste mensen de maat zou zijn voor je leven en je persoonlijkheid,
kan ook niet bestaan en functioneren zonder een gezonde samenhang met de rest
van je lichaam, Het is dus je eigen lijf waaraan je kunt zien dat er geen meer-
of minderwaardige dingen zijn en omdat dit lijf de manifestatie is van het
geheel van de kosmos, kan je zonder veel moeite begrijpen dat er nergens iets
van grotere of kleinere waarde bestaat. Elk waardeoordeel komt voort uit ons
eigen onbegrip.
Omdat
wij allen gevormd zijn door een analytische cultuur, een splitsende cultuur,
drukken wij alles in waarden uit, zelfs de dingen waarvan wij nog wel enigszins
aanvoelen dat zoiets helemaal niet gaat. Ons kind zouden wij “nog voor geen
miljoen” willen missen, een schilderij van Rembrandt is waard “wat de gek er
voor geeft” en onze vrijheid is ons “het hoogste offer waard”. Met het opsommen
van dit soort dingen hebben wij het in feite over de betekenis van een aantal
zaken en die betekenis drukken wij ten onrechte uit in waardevergelijkingen,
bijvoorbeeld in geld: nog voor geen miljoen willen wij ons kind missen. Voor
twee miljoen misschien wel? Neé, natuurlijk ook niet. Elke waardebepaling slaat
nergens op, allicht want het kind betekent iets voor ons. Het begrip
“betekenis” krijgt inhoud bij een niet verbroken, een in zichzelf
samenhangende, werkelijkheid. Binnen de samenhang van mijn leven en dat van
anderen betekent een kind iets voor mij en dat geldt ook voor het mooie
schilderij en voor de vrijheid.
Maar wat wij, door onze analytische conditionering, niet
weten is dat eigenlijk alle dingen, ook de geringste en onbenulligste,
betekenis voor je zouden moeten hebben. Want als alle dingen iets voor je
betekenen is het met de verwaarlozing van de aarde afgelopen, de verspilling
van mensen, dieren, planten en grondstoffen is dan onmogelijk geworden terwijl
de dingen die je produceert zullen beantwoorden aan hun doel in plaats van aan
de zucht naar steeds meer winst, status en macht. De samenhang van alles wat er
is staat dan voorop en niet het verbreken daarvan door er, vanuit een of ander
vermeend belang, veel of weinig waarde aan toe te kennen. In dit licht
verschijnt het nihilisme, het weten dat er aan de dingen geen waarde gehecht
kan worden omdat dit de werkelijkheid verbreekt, als een uitermate positieve
zaak. Hoewel het nihilisme de tegenwoordige mensen schrik inboezemt omdat het
tot vernietiging leidt van hun eigenwaarde, status en macht, is het toch
de meest veelbelovende idee voor de toekomst.
DAT VERREKTE NIHILISME - uitleg
De betekenis, die de verschillende levende wezens en
dingen om je heen kunnen hebben, heeft alles te maken met de samenhang binnen
het geheel van je werkelijkheid. Je kunt het begrip betekenis omschrijven als
“zelfbewust geworden samenhang”. Uit deze omschrijving blijkt dat de zaak in
belangrijke mate een zaak van denken en dus van het maken van onderscheidingen
is, dat het begrip ontwikkeling ervoor geldt en dat we te doen hebben met de
verhouding tussen jezelf en “het andere”. Die laatste verhouding kan je ook de
omstandigheden noemen. Maar, je moet dan geen keuze maken en het bijvoorbeeld
alleen hebben over die omstandigheden die je voor jezelf als gunstig
beoordeelt, want dan heb je de samenhang verbroken door uitsluitend de leuke
dingen er uit te lichten. Het moet echt gaan om het gehele netwerk van
omstandigheden, leuk of niet, gunstig of niet.
De omgeving van een mens strekt zich uit over de gehele
kosmos. Als je nu in waarden denkt wil je daarvan zoveel mogelijk in bezit
nemen en het is werkelijk nooit genoeg, hoe ver je ook gaat. Je hele leven
wordt beheerst door het bijeenschrapen van zoveel mogelijk waardevols. Dat is
wat ik pleeg te noemen “het groeitrauma” waaronder het gehele moderne denken
lijdt en dat uiteindelijk het uitbuiten van de aarde tot een rampzalige hoogte
zal opvoeren. Alles moet groeien wil het goed zijn:
de WINSTEN, de EXPORT, de MARKT, de LONEN, de KENNIS,
enzovoort. Zonder dat deugt de zaak niet! Als je consequent doordenkt zou het
eindpunt van de groei moeten liggen bij één persoon, die alles in zijn bezit
heeft - de oude droom van alle wereldveroveraars, de pausen, als opvolgers van
de Romeinse keizers incluis. Maar niet alleen van dié sujetten, in ieder mens
is die droom aanwezig omdat ieder mens de gehele kosmos als “omgeving” heeft en
omdat bijna - iedereen in waarden denkt. Allemaal zullen we dus proberen zover
mogelijk te komen en daartoe zullen we niet aarzelen de meest gewelddadige
middelen te gebruiken. Het behoeft geen betoog dat we, doorredenerende op het
waarde denken, bij een onhoudbaarheid uitkomen: niemand kan in zijn eentje
alles bezitten. Maar het gelijkelijk verdelen van alles over allen is evenzeer
een onmogelijkheid, alleen al vanwege het feit dat je dan, met de voortdurende
bevolkingsaanwas, wel aan het verdelen kan blijven!
Die gedachte van “gelijke verdeling” is trouwens toch een
lachertje, want wat heb je er nu aan als bijvoorbeeld het brood gelijk verdeeld
wordt? Krijg ik dan teveel of krijg ik dan te weinig, of heeft een grote kerel
dan te weinig terwijl ik teveel heb? En de motorfietsen, worden die ook
gelijkelijk verdeeld onder de mensen? Maar ik wil helemaal geen motorfiets, ben
ik dan misschien strafbaar omdat ik me aan de gelijke verdeling wil onttrekken?
Ik wil alleen maar datgene ter beschikking hebben dat aan mijn ontplooiing en
mijn menszijn bijdraagt en ik kan alleen maar zelf in alle redelijkheid
uitmaken welke dingen dat zullen zijn. Ik wil niet afhankelijk zijn van
“regelaars” die een verdeelsleutel opstellen inzake de spullen.
Ik wil niet dat zij voor mij bepalen wat noodzakelijk is
en wat niet, om de eenvoudige reden dat je zoiets voor een ander nooit bepalen
kunt. En als iets niet kan, moet je het ook niet willen doen. Weldoordacht valt
er niets te “verdelen”. De spullen behoren beschikbaar te zijn voor diegenen
die ze nodig hebben.
Onze werkelijkheid ziet er geheel anders uit als wij het
waarde denken achter ons hebben gelaten en het duidelijk is geworden dat je de
mens en zijn omgeving alleen maar dan zinvol kan begrijpen als je denkt in
“betekenissen”. Een essentieel punt daarbij is het begrip “tot zijn recht
komen”. Als je namelijk alles in onderlinge samenhang denkt is het welzijn van
alle afzonderlijke elementen tegelijk en onmiddellijk het welzijn van het
geheel. Dus, zodra je alles tot zijn recht laat komen functioneert het geheel
optimaal. Dat houdt echter wel in dat je geen enkel element als waardeloos
terzijde kunt schuiven zonder het geheel te schaden en het houdt ook in dat je
geen element naar voren kunt halen omdat het zo waardevol zou zijn. Elk element
heeft zijn eigen betekenis en dat geldt dan natuurlijk ook voor jezelf:
je komt zelf ook optimaal tot je recht. Maar de situatie waarin je dan
verkeert, is een geheel andere dan die je voorheen gewend was. Het jezelf zijn
is nu niet langer gebaseerd op het jezelf van al het andere isoleren, maar
juist op het ermee samengaan. Je individualiteit kan als zodanig gelden omdat
het andere ook tot zijn recht kan komen. Het samengaan en samenzijn betekent
dan niet meer dat je iets van jezelf moet prijsgeven, zoals tot nu toe het geval
is, maar dat alles en iedereen er op eigen wijze volledig kunnen zijn. Het
eeuwige dilemma: “waar ligt de grens van mijn en andermans
individualiteit opdat wij elkaar niet zullen hinderen”, het dilemma dus van de verhouding tussen je
eigen vrijheid en die van anderen, is hiermee uit de wereld.
Betrek je het bovenstaande op
je eigen leven en, in wat engere zin, op je directe omgeving, dan zal je je in
kunnen denken dat je alleen maar die spullen om je heen zou willen hebben die
praktisch iets voor je betekenen. Maar je zou tegelijk alle andere spullen, die
buiten die sfeer vallen, laten voor wat ze zijn. Wat moet je met een
schrijfmachine als je nooit schrijft, wat met een piano als je geen muziek
maakt en wat met 12 kamers als je in je eentje bent? Die dingen en verreweg de
meeste andere kunnen beter in de omgeving van die mensen zijn voor wie zij wel
betekenis hebben. Je hebt er zelf dan ook geen omkijken naar en dat maakt je
leven een stuk eenvoudiger en goedkoper.
Wat dan ook zo funest is bij het waarde denken is het
feit dat iedereen, vanuit het groeitrauma, tevéél heeft. Er zijn teveel dingen
om ons heen die nauwelijks betekenis hebben, maar die voor ons een bepaalde
waarde vertegenwoordigen en daardoor onvermijdelijk een tekort bij andere
mensen veroorzaken. Wij leven niet met de gedachte dat je genoeg hebt als je
alles hebt wat nodig is, maar met het groeitrauma, dat ons steeds opjaagt omdat
het nooit genoeg is. Dat het groeitrauma er toe leidt dat de aarde en dus ook
een groot deel van de mensen bij voortduring uitgeplunderd en bestolen worden
zal ongetwijfeld duidelijk zijn, maar dat de mensheid in haar geheel veel
teveel verbruikt is wat moeilijker te begrijpen.
Je komt echter een heel eind als je helder inziet dat het
nooit genoeg de al of niet zelfbewuste grondtoon van de levensbeschouwing van
bijna alle mensen is, zodat er altijd teveel binnengehaald wordt, overigens
zonder ook dan de mensen “tevreden” te stellen. Natuurlijk weet ik, dat
minstens twee derde van de mensheid straatarm is, maar ik weet ook dat zelfs
voor die straatarme mensen geldt dat zij in het teken staan van het
groeitrauma. Ook zij zullen in de toekomst teveel binnenhalen als de kansen zich
ook voor hen gekeerd hebben...
Onze economie
is helemaal in de greep van het groeitrauma. Alles is er op gericht steeds meer
te produceren, de omzetten te vergroten en nieuwe markten te veroveren. Het is
al zo ver gekomen dat men vindt dat het slecht gaat met de economie als de
winsten, al zijn ze nog zo gigantisch, niet regelmatig stijgen! Stilstand in de
groei wordt beschouwd als achteruitgang, zelfs als een bepaald bedrijf door en
door gezond is en een product maakt waarnaar de vraag stabiel zal blijven. De
zaak moet groeien! Daartoe brengt men steeds nieuwe producten op de markt
terwijl men, doormiddel van uitgekookte reclame campagnes, de mensen wijs maakt
dat zij zichzelf schandelijk tekort zouden doen als zij deze geweldige
artikelen niet zouden kopen. In feite zijn het bijna nooit nieuwe producten,
maar oude met een kleine wijziging die doorgaans nauwelijks een verbetering is,
behalve dan voor de kassa van de producenten.
Je kunt zelfs constateren dat de kwaliteit tegenwoordig
over het algemeen slechter is dan vroeger het geval was, hetgeen eigenlijk
enige bevreemding zou moeten wekken, omdat de technologie aanzienlijk verbeterd
is. Toch is dat niet zo vreemd. Omdat men steeds meer wil verdienen probeert
men de productie zo goedkoop mogelijk te maken en daarbij is de technologie
behulpzaam: je kunt nu precies uitrekenen aan welke kwaliteitseisen een product
nog net moet voldoen.
Een gloeilamp
bijvoorbeeld moet het niet na een uur begeven, dat zou teveel opvallen...dus
maak je hem zo dat hij het 100 uur uithoudt. Dan is iedereen al lang vergeten
wanneer hij aangeschaft is. En zo gaat het met alle artikelen; wezenlijk is het
“zo goed mogelijk” vervangen door “zo slecht mogelijk, maar toch nog goed
verkoopbaar”. Is het een wonder dat op die manier alles veel te duur wordt? Dat
je met grootschalige productie goedkopere artikelen zou kunnen maken is, naar
de consument toe, een leugen. Het voordeel ligt uitsluitend bij de producenten
en hun topzware, geldverslindende organisaties.
Van dat alles zou geen sprake zijn als alleen het nodige
geproduceerd werd, maar om zover te komen dat je bij het “nodig-zijn” de maat
legt moet je eerst afgeleerd hebben in minderwaarden en meerwaarden
te denken. Het waardebegrip moet helemaal geen rol in
je denken meer spelen, je moet elke waarde tot niets teruggebracht hebben. Ik
spreek in dit verband graag van “onverschilligheid”, in die zin dat de dingen
voor een mens geen verschil meer uitmaken. Pas als dat het geval is kan je de
dingen laten zijn wat zij vanuit hun wezen zijn moeten. De gloeilamp is dan
niet meer een middel om rijk te worden, maar gewoon een gloeilamp die zo lang
mogelijk moet blijven branden. Als hij vlug kapot gaat is dat alleen maar
vervelend, want dan moet je er wéér een gaan maken! En als het brood, dat je
bakt, van slechte kwaliteit is loopt de gezondheidstoestand van de mensen
terug. Daar schiet je ook niets mee op. De onverschilligheid voor de dingen
leidt precies tot het tegenovergestelde van datgene dat men en altijd over zegt.
Men zegt dat het tot verwaarlozing leidt, maar in feite
leidt het tot verzorging en optimale kwaliteit. De dingen worden immers alleen
dan verwaarloosd als je er minder waarde aan hecht dan aan andere dingen: als
je eindelijk een bromfiets hebt kunnen aanschaffen laat je je gewone fiets in
de regen staan roesten...die heeft geen waarde meer. Als je aardolie uit de
bodem pompt om er dure benzine van te maken fakkel je het vrijkomende gas
gewoon af, ondanks het feit dat auto’s er uitstekend op kunnen rijden met heel
weinig vervuiling van het milieu. De benzine is waardevol, het gas niet.
De mensen in deze wereld
zijn allemaal verwaarloosd. Niemand kan echt tot zijn recht komen. Ook dat is
een gevolg van de waardeoordelen. Bepaalde mensen, tegenwoordig vooral de
intellectueel ontwikkelden, zijn waardevoller dan anderen. Maar, zij moeten op
alle mogelijke manieren trachten hun waardevolle status hoog te houden. Dat is
een heel gedoe, je mag nooit eens uit je rol vallen en je als een gewoon mens
gedragen. Je bent dus voortdurend bezig anders te zijn dan je bent. Dat wil
zeggen: je verwaarloost jezelf. De wat meer waardeloze mensen - de meesten
natuurlijk zijn zo verstoken van mogelijkheden dat ook zij niet aan zichzelf
toe kunnen komen. Niemand zal zich echt inspannen om voor hen mogelijkheden te
scheppen, ze zijn immers van veel minder waarde! Je kunt ze afschepen met een
hongerloontje, met een fooi als zij niet meer kunnen werken en met blokkendozen
om in te wonen. En tenslotte verwijt je ze ook nog dat ze zoveel geld kosten
als ze een beroep doen op hun eigen sociale voorzieningen. Maar, je houdt
natuurlijk halsstarrig vol dat voor jou alle mensen van gelijke waarde zijn,
dat je op niemand neerkijkt, zelfs niet op de gastarbeider of de zigeuner!
De mensen zouden
onverschilliger tegenover elkaar moeten staan: wat kan het je schelen of iemand
al of niet gestudeerd heeft, al of niet in een auto rijdt, al of niet werkt
voor de kost, al of niet duur gekleed gaat, homofiel is of eventueel
een dialect spreekt. Het berust allemaal op waardeoordelen die voor het denken
op geen enkele manier stand kunnen houden en het geeft aanleiding tot een
ergerlijke bemoeizucht van de een ten opzichte van de ander. Het belemmert het
zicht op elkaar, zodat het onmogelijk wordt elkaar nu eens echt te leren kennen
en elkaar te aanvaarden precies zoals we zijn. En als je elkaar niet kunt leren
kennen is het onmogelijk om met elkaar samen te leven. Je komt dan hoogstens
tot een juridisch en sociaal geregeld niet-samenleven dat menselijk lijkt te
zijn, maar het niet is.
In tegenstelling tot wat de meeste mensen menen staan wij
tegenwoordig helemaal niet onverschillig tegenover elkaar. Wij staan “verschillig”
tegenover elkaar. In al onze relaties speelt het verschil een dominante rol.
Wij meten de kwaliteit van onze relaties aan dat verschil af. En natuurlijk -
dat is de andere kant van de zaak - ook aan de overeenkomsten. Gelijkgerichte
belangstellingen, gelijkwaardige intellectuele niveaus, overeenkomstige
opvattingen, dat alles wordt beschouwd als een goede basis voor een relatie.
Het is allemaal denken in verschillen, zowel het zoeken naar overeenkomsten als
het zoeken naar afwijkingen. Een dergelijk denken kan niet anders dan
onderdrukkend werken, het belet ieder mens om zichzelf te zijn en het heeft tot
gevolg dat de mensen elkaar met het grootste gemak laten verkommeren.
Je
behoeft je er niet over te verbazen dat het nihilisme, het afzweren van het
denken in waarden en het beoefenen van het onverschillige denken, voor het gros
van de mensen een gruwel is. Consequent doorgedacht doet het niet alleen onze
maatschappelijke stelsels, maar ook het functioneren van onze samenleving in
duigen vallen. Wij zijn er immers in geen enkel opzicht op ingesteld om de
dingen en de medemensen te beoordelen naar hun eigen betekenis in het
samenhangende geheel van de werkelijkheid. Wij beoordelen ze in het licht van
onze eigen belangen en idealen, onze eigen voorstellingen, wensen en
verlangens. Op grond daarvan hebben wij een uitgebreide ethiek opgesteld,
voornamelijk om onszelf ervan te overtuigen en de anderen wijs te maken dat wij
het recht zouden hebben een waardeoordeel uit te spreken. En met behulp van die
ethiek houden wij een wereld in stand die ver beneden de maat blijft. Die
ondermaatse wereld valt in duigen met het zich doorzetten van het nihilisme,
maar gelukkig gaat er aan die wereld echt niets verloren!
Ik weet dat dit allemaal erg negatief klinkt; je zou er
bijvoorbeeld tegenin kunnen brengen dat het in de ethiek toch steeds om het
leren kennen en navolgen van het goede gegaan is - dat kan je niet zomaar
overboord gooien! Maar dan is mijn antwoord dat men bij elke vorm van ethiek
een doelstelling heeft gehanteerd. Men heeft voor de mensen steeds een doel
gesteld, gewoonlijk aangeduid als “menselijke waardigheid”. En om die
waardigheid een houdbare grond te geven heeft men “hogere principes” bedacht,
in laatste instantie was dat natuurlijk weer “god”. Zelfs de wijsgeer Kant kwam
daar nog mee. Hoe dan ook, men heeft niet de realiteit gezocht, maar een
idealiteit en daardoor heeft men een waardenstelsel in het leven geroepen dat
met behulp van oordelen en veroordelen de realiteit van het menselijke leven
onder druk zette en zelfs onmogelijk maakte. Daarom is er van de ethiek niets
goeds te verwachten, ook al heeft zij inderdaad een heleboel mooie en verheven
zaken opgeleverd.
Het proces van de ontwaarding, het onverschillig worden,
is een van de vele ondergrondse ontwikkelingen, die regelmatig in de
geschiedenis voorkomen en die als kenmerk hebben dat zij zich anders voordoen
dan zij zijn, zich als het ware verbergen. Dat komt doordat zij de onderstroom
zijn van andere ontwikkelingen en daardoor, vrijwel tot het einde, onopgemerkt
blijven of, voor zover zij toch worden gesignaleerd, een negatieve beoordeling
krijgen. Dat zij niet worden opgemerkt is te begrijpen als je bedenkt dat
tijdens een cultuurontwikkeling zo ongeveer iedereen op die bepaalde
ontwikkeling geconditioneerd is en daardoor bijna nooit het vermogen heeft
verschijnselen, die in een andere richting wijzen, te herkennen en te
interpreteren. Worden die verschijnselen eventueel wel opgemerkt, dan is het
feit dat zij op iets anders wijzen voldoende reden om de zaak, doorgaans op een
hysterische manier, te verketteren. Die hysterie hoort er bij: men voelt in de
verte, maar onmiskenbaar, aan wat er aan de hand is terwijl men tegelijk
weigert het onder ogen te zien, er over na te denken, uiteraard omdat het
buiten het ingeprente denkpatroon ligt. Zo gaat dat “ondergrondse proces” het
karakter van een bedreiging krijgen, een sluipend gif dat op den duur alles ten
gronde zal richten. En dat is helemaal zo gek nog niet bekeken, want dat is
inderdaad wat er zal gebeuren!
De Sovjet Unie kan wat dit betreft als voorbeeld dienen.
Het cultuurthema, dat men daar uitwerkt, is dat van het Leninisme - met
Marxisme heeft het nauwelijks iets te maken, de naam van Karl Marx wordt alleen
maar als een hogere rechtvaardiging gebruikt om het recht op te eisen macht uit
te oefenen. Marx fungeert als de onaantastbare idee, de absolute god, waarop
men zich kan beroepen. Hij is het die de normen stelt en de oordelen velt,
precies als de god van de christenen. Maar ter zake: bij het uitwerken van dat
Leninisme is alle aandacht gericht op de doelstellingen van dat machtssysteem.
Alle maatschappelijke verschijnselen moeten binnen het denkmodel van dat
systeem passen en alle mensen moeten daarop geconditioneerd worden. Nu houdt
dat systeem echter in dat de individualiteit van de mensen ondergeschikt is aan
dat van de partij, die in feite de enige is die het recht heeft om individu te
zijn. De enkeling moet onder gaan in het gesloten geheel van partij en staat.
Maar wat gebeurt er in de praktijk? Je ziet dat de individu zich steeds meer
gaat roeren in de Sowjet-Unie. Er is een sterke,
uiteraard ondergrondse, bewustwording van de individu, met, daarmee
samenhangend, een toenemende onderdrukking er van door het systeem. Vanuit dat
systeem is er een ziekelijke angst voor de individu en terecht: het zal straks
de mens als individu zijn die het Leninisme om zeep zal helpen. Waar komt de
hele zaak dus op neer? Bovengronds ontwikkelt zich het Leninisme en naarmate
die ontwikkeling completer wordt neemt ondergronds het individualisme toe,
totdat dit, op het toppunt van het Leninisme, de zaak in zijn tegendeel doet
omslaan: de individu komt voor de dag. Het eindresultaat is dus precies datgene
dat niet bedoeld was en dat zelfs met alle mogelijke middelen bestreden werd;
in plaats van een in het Leninisme ondergegane en in de staat verzonken
individu is er juist een zelfbewuste en weerbare individu voor de dag gekomen.
Dergelijke bovengrondse en ondergrondse processen komen veelvuldig in de
geschiedenis voor. Ongeveer hetzelfde als in de Sovjet Unie speelt zich af in China, waar en vanuit het
Maoisme en vanuit de oude, in het vrouwelijke geheel
verzonken culturen een nog sterkere behoefte tot onderdrukking van de mens als
individu aanwezig is. Zo'n onderdrukking richt zich altijd met een feilloze
intuďtie op datgene dat inderdaad op den duur tot de ondergang zal leiden en
tot op zekere hoogte is het juist dankzij die onderdrukking dat de ondergrondse
ontwikkeling almaar meer zelfbewust wordt.
In onze hedendaagse westerse
cultuur is zo'n proces aan de gang op het gebied van de waardering en de
ontwaarding, de exclusiviteit en het nihilisme. De bij dat proces behorende
symptomen zijn duidelijk aanwezig: zowel politiek links als rechts, zowel godsdienstig
als humanistisch, allemaal spreken de mensen hun afschuw van het nihilisme uit;
geen van allen nemen zij de moeite over het begrip “nihilisme” na te denken en
dus bepalen zij zich tot de verwarde ideeën van Nietzsche en het koude grond
nihilisme van Toergenjew in “Vaders en Zonen”,
volkomen terecht al door Dostojewski belachelijk gemaakt, onder andere in “Boze
geesten”. En ook de hysterie ontbreekt niet...De westerse conditioneringen zijn
niet te denken zonder voortdurende waardebepalingen. Van alles wat de werkelijkheid
door de analyse prijsgeeft wordt onmiddellijk, concreet of ideëel, de waarde
bepaald. Maar gaandeweg geldt die waardebepaling voor steeds kleinere
verschijnselen, details en thema's, zodat het zo langzamerhand niemand meer
gelukt de zaken ordelijk in een model onder te brengen. De verwarring neemt
almaar toe de zekerheid neemt af en tenslotte is iedereen het met iedereen
oneens. De waardebepalingen gelukken niet meer en wat er als resultaat uit de
bus komt is dit, dat steeds duidelijker wordt dat er geen waarden te bepalen
vallen. Dus: het voortdurende en toenemende “waarde bepalen” - en dat is de
bovengrondse cultuurstroom waarin bijna iedereen bevangen is levert tenslotte
precies datgene op dat niet bedoeld was, namelijk de fundamentele waardeloosheid, die zich
tijdens het gehele waarderingsproces als een ondergrondse stroom sterk gemaakt
heeft. Het zoeken naar waarden, ook in ideële zin, leidt uiteindelijk tot de
ontdekking dat er helemaal geen waarden zijn.
Nu zitten we mooi in het schip! Zonder waarden is alles
geoorloofd, kan je als mens alles doen en laten waar je zin in hebt en behoef
je je nooit te verantwoorden. Wat komt er dan van de maatschappij terecht? We
waren er toch van overtuigd dat mensen sociale wezens zijn? Inderdaad, alles is
geoorloofd, niemand kan je als het er op aan komt ter verantwoording roepen,
god niet en je medemensen niet. Nooit zal door jouw gedoe het zonnestelsel
instorten en er komt geen bliksemstraal uit de hemel die je verplettert. Alle
bestraffingen, waarmee wij elkaar tot nu toe bang gemaakt hebben, zijn door
mensen verzonnen met een beroep op de ethiek, op allerlei “hogere waarden”, die
de mensen ook zelf bedacht hebben en die aan het einde van de rit onhoudbaar
blijken.
De mens is alles mogelijk en er is niets en niemand die
hem kan beletten dat te laten gelden...Door onze conditioneringen hebben wij
nog altijd romantische voorstellingen aangaande het verschijnsel dat “mens”
heet. Op grond daarvan zijn wij geneigd het zo-even gezegde te bestrijden. Maar
als wij de geschiedenis van de mensheid nu eens wat nauwkeuriger bekijken,
moeten wij dan niet toegeven dat de mensen telkens weer, in het groot en in het
klein, in het afschuwelijke en in het grootse, hebben laten gelden dat alles
geoorloofd is? Hebben de mensen niet voortdurend hun eigen waarden aan de laars
gelapt en is dat niet precies het programma waarmee men bij nadere beschouwing
blijkt steeds bezig te zijn? Vrijwel iedereen probeert de op de waarden
gegronde reglementen te omzeilen, gaten in de wetten te vinden of ze naar
zichzelf toe te interpreteren, en eigenlijk wordt dat algemeen als verstandig,
realistisch en begrijpelijk gezien. In feite gedraagt iedereen zich alsof alles
geoorloofd is en fungeren de reglementen slechts als begrenzingen om te
voorkomen, of dat het al te bont wordt, of om lager gewaardeerde mensen te
beletten ook van de partij te zijn. Zo erg schokkend is de constatering, dat
alles geoorloofd is, dus wezenlijk niet. Het is ons romantische zelfbewustzijn
dat ons verhindert om de realiteit onder ogen te zien.
De vraag of een bepaald gedoe al of niet geoorloofd is
moet als een foute vraag van de hand gewezen worden. Het gaat niet om het
geoorloofd zijn, maar om de vraag wat er wel of niet kan. Bij die vraag gaat
het niet om grenzen die het wel en niet geoorloofd zijn van elkaar scheiden,
grenzen die in elke cultuur anders zijn en die steeds weer verlegd worden, maar
om het al of niet verbreken van de samenhang.
En nu is het paradoxale dat juist in een onvolwassen
samenleving de onze dus - de samenhang fundamenteel verbroken is en dat het
verbroken-zijn terecht steeds binnen de perken gehouden moet worden doormiddel
van door iedereen gewaardeerde rechtsregels, die als het hoogste goed worden
beschouwd. Maar die rechtsregels zijn er omdat de samenleving onvolwassen is en
niet omdat zij het hoogste goed zouden zijn. Als je al van een hoogste goed zou
willen spreken is de samenhang dat en niet het stelsel van rechtsregels.
De mens is in staat de samenhang te verbreken - hij is
tot alles in staat. Maar na verloop van tijd bereikt hij de uiterste grens van
dat verbreken zodat hij daarmee niet verder kan zonder zichzelf te vernietigen.
Dan komt het inzicht dat alles om de samenhang draait, dat als “onderstroom”
langzaam zelfbewust is geworden, in volle omvang boven water. De grondsituatie
van de samenleving slaat dan om van “verbroken-zijn” in “samenhangend-zijn” en
daaraan komt mee dat men inziet dat sommige dingen eenvoudigweg niet kunnen.
Het gaat dan niet meer over “niet-mogen”, maar over “niet-kunnen”, niet meer
over “het goede doen”, maar over “het slechte, het verbrekende, laten”. Je kunt
zelfs wel zeggen dat de mensen dan psychisch niet meer in staat zijn tot
verbrekende handelingen. Handelingen die vaak in onze huidige cultuur, ondanks
onze rechtsregels en hooggestemde ethiek, wel degelijk normaal gevonden
worden...: elkaar voor onze eigen doeleinden gebruiken, de natuur en de bodem
uitbuiten, elkaars vrijheid beperken, elkaar meerwaardig
en minderwaardig vinden, elkaar veroordelen en straffen opleggen, voor elkaar
de dienst uitmaken, enzovoort.
Ik denk niet dat alle denkbeelden, die je in dit boek
aangetroffen hebt, zonder meer tot het gedachtegoed van alle vrijdenkers
gerekend kunnen worden en ik meen zelfs te kunnen stellen dat ook de
hedendaagse filosofen zich er niet aan wagen, mogelijk omdat zij dergelijke
gedachtegangen te speculatief en niet wetenschappelijk genoeg vinden. Maar dat
neemt niet weg dat ze in ieder geval de moeite van het overdenken waard zijn,
al was het maar als aanzet tot een nieuwe en meer realistische levenshouding..!
De levenshouding van de vrijdenker..?
Naar artikelen: Kunnen moslims zich invoegen in de Moderne cultuur..? – aflevering no. 37, ; Abortus, de christelijke
praktijken ; Godsdienst en Geloof ; God bestaat niet ; De verdedigers van de Godsdienst ; Evolutie of Creatie ; het zelfbeschikkingsrecht. ; Een korte schets van de
“Menselijke Seksualiteit” ; De verloedering van de
seksualiteit ; Briefwisseling -Incest ; Het toenemend belang van het
Atheďsme ; De fundamentele intolerantie van de
Godsdienst ; Bedreiging van het vrijdenken en
het atheďsme ; Waarom is de Islam als godsdienst tegen de Westerse
Wereld..? zie no. 27. ; Toch nog een Theocratie- zie afl. 18 ; Ongewenst atheďsme- zie afl. 32 ; Een grens te ver (Israël) ; Verbieden van de godsdienst..?-zie afl. 21 ; Discrimineert / onderdrukt de Westerse Cultuur..? zie
aflevering 60 / 61 ; Waarom is de Islam als godsdienst tegen de Westerse
Wereld ..? zie no. 27 ; De Islam ; Het staat in de Koran- zie aflevering 36 ; De heilige wet-De Sjari’a ; Burqa, volg bladwijzer ; Kunnen moslims zich invoegen in de Moderne cultuur..? –
aflevering no. 37 ; Het zelfbeschikkingrecht ; Is er dan toch nog een GOD..? Hoe zit dat..? ; Individualisering ; Individualisering-Tomeloze verwarring-Collectieve krankzinnigheid_zie nr. 12 ; De Islam is met
groot succes in opmars.-afl.18 ; Waar gaat het in de mensheid nu wezenlijk
om..? ; Een dodelijke oorlogsverklaring aan de mens-afl.65 ; Geen GOD, wat dan..! ; Hoe zit het nou met God,
Allah, Jahweh, Religies, etc. ; Bestaat GOD toch..? ; Jodendom en het Christendom hebben een
heldere intuďtieve basis, die teruggaat tot diep in de grijze oudheid. Hoe zit
dat met de Islam..?-zie nr. 64 ; AGRESSIE
; Hoe herstel je “ HET GEZAG ” ; GEMOEDELIJKHEID/vriendelijkheid -zie A-afl.22 , B -De Filosoof en de
Politiek en C -scroll naar 54 en 59 ; Nihilisme en Anarchisme als basis
van het Atheďsme ; Discussie over Atheďsme - zie nr. 20 ; Moskeeën; de Islam is met groot succes
in opmars-zie afl.18 ;
Naar de : Startpagina
Bovenstaande tekst is geschreven:
door Jan Vis,filosoof.
Pagina's zijn door mij uit het boekwerkje TEKST EN UITLEG
( 1987 ) uitgegeven door "De Vrije Gedachte" te Rotterdam
overgenomen.
Aangezien de filosofie er niet is voor enkele
bevoorrechten, maar juist voor alle mensen, is het citeren uit dit artikel
zonder meer toegestaan.
Bronvermelding wordt echter wel op prijs gesteld.
|